Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gheestelycke dichten (1622)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gheestelycke dichten
Afbeelding van Gheestelycke dichtenToon afbeelding van titelpagina van Gheestelycke dichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

ebook (3.49 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gheestelycke dichten

(1622)–Willem van der Elst–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 23]
[p. 23]

Vyfde gedicht.
Tot Diaconen en Svbdiaconen
.

 
AEnsiet wel het beghin van soo vereerde staten
 
Daer ghy u toe-begheeft, op dat-s' u mogen baten.
 
Doorvraeght u-selven wel, wie ghy van binnen bent:Ga naar margenoot+
 
Of ghy soo't dient ghedaen, de weerdigheyt bekent
 
Van een soo groot versoeck. Hoe deughd'lijck hy moet leven
 
Die tot soo weerdigh ampt werdt in de Kerck verheven.
 
Van Priesters niet alleen werdt heyligheyt versocht,
 
Maer van u-lieden oock (die uyt het volck ghebrocht
 
Tot goddelijcken dienst met manghelingh van steden)
 
De eerbaerheyt staet toe met alle goede seden;
 
Mits tot veel meerder eer dit is den eersten trap.
 
Zy verre dan van hier onnuttigheyt van klap,Ga naar margenoot+
 
Gheveynstheyt in de spraeck, de dobbelheyt der tonghen,
 
Den averechten ganck met menighte van spronghen
 
Tot tijtelijck ghewin: gheneghentheyt tot dranck,
 
Of tot oneerbaer werck, en dierghelijcken stanck;
 
Waer door een gheest'lijck mens sou vuyl en leelijck stincken,
 
Die midden van het volck als een cieraet moet blincken,
 
Gheperelt met de deught. Een hert gherust in God,
 
Een' siele sonder smet, maeckt hier het beste lot.
 
En, die hem soo beproeft in deughdelijcke saken,
 
Hem selven (sulcks te doen) sal voorts bequamer maken
 
Tot meerder datter volght. Om, van den neersten graet
 
Te klimmen hoogher op tot Priesterlijcken staet.
margenoot+
Tim. 3.
margenoot+
Ibidem.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken