Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gheestelycke dichten (1622)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gheestelycke dichten
Afbeelding van Gheestelycke dichtenToon afbeelding van titelpagina van Gheestelycke dichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

ebook (3.49 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gheestelycke dichten

(1622)–Willem van der Elst–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXXVII. gedicht.
Tot beleefde ende danckbaere menschen.

 
MIjn' Dichten komen nu een danckbaer mensch verheffen,
 
Op dat een ygelijck sou klaerelijck beseffen
 
Wat eer de danckbaerheyt een danckbaer mensche geeft,
 
En hoe hy 't al verdient, die heusch is en beleeft.
 
Wat kander toch by hem in weerde zijn gheleken,
 
Die nimmermeer hier is ghebleven in gebreken
 
Van uyt een jonstigh hert te kennen aen sijn vrient
 
Het gene dat hy heeft wel rijckelijck verdient?
 
Voorwaer 'k en weet niet wat. Sulck een is toch te prijsen
 
Die deught met deughden loont: en aen sijn vriendt wilt wijsen
 
Een groot danckbaerigh hert: noch oock iet soect soo seer
 
Als tot bekentenis des selfs, te geven meer.
 
Want desen thoont dat hy is eerbaer boven maten,
 
Noch in het minste soect de danckbaerheyt te laten
 
In alle sijnen ganck: ja wijst dat hem behaeght
 
Dat yder-een hoogh prijst, en niemant oynt beklaeght.
 
Alom is't toch te sien, dat menschen heusch van leven,
 
Geëert zijn en geacht, gepresen en verheven:
 
Noch ymandt immermeer versaedt wort deught te doen
 
Aen een die deught bekent, en wel-doen leert bevroen.
 
Want die met waerheyt is danckbaerigh van manieren,
 
En merct dat hem sijn vriendt met giften soect te vieren,
 
Dat geeft verdobbelt weer; noch oynt in 't hert gedooght
 
Dat ymant sijnen moedt vermeerdert of verhooght.
 
Gelijck den Notelaer, hoe meer hy wort geslagen,
 
Meer noten sal hy dan ten naesten somer dragen.
 
De slagen doen hem deught: want hoe hy die meer vanct,
 
Veel rijcker dat bekent, noch oynt daer door verkranct.
[pagina 116]
[p. 116]
 
Dit wonder siet m'hier oock: want het gewoon'lijck plegen
 
Van een danckbaerigh hert, is, geven meerder segen:
 
Of als't soo niet en luct, doet, datter dient gedaen
 
Om sijn' beleefden naem ten besten gae' te slaen.
 
Die doet toch dat hy kan, is prijsbaer in sijn' saken,
 
Hoewel hy tot sijn endt siet qualijck te geraken.
 
Den wil moet zijn de daet als't geensins kan geschien,
 
En worter voor aenveerdt van alle danckbaer' lien.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken