Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Det dank'tich d'n duvel (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van Det dank'tich d'n duvel
Afbeelding van Det dank'tich d'n duvelToon afbeelding van titelpagina van Det dank'tich d'n duvel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.71 MB)

Scans (9.92 MB)

ebook (11.57 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rob Vlaanderen



Genre

proza

Subgenre

verhalen
limburg


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Det dank'tich d'n duvel

(1977)–Graad Engels–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Volksverhalen tussen Peel en Maas


Vorige Volgende
[pagina 106]
[p. 106]

nachtmerries

Over nachtmerries, of hoe iemand door ‘de Maar bereden Kon worden’.

Voorbeelden hiervan zijn talrijk, doch het gegeven beperkt zich meestal tot korte aanduidingen, waarvan ik enkele typische voorbeelden zal geven, ongeveer zoals de diverse vertellers en vooral vertelsters die aan mij doorgaven.

Hier het verhaal van de eerste verteller.

‘Mijn vader “Doeressen Driekske” en zijn broer Pierke, sliepen als kinderen thuis in een klein kamertje in een bedkoets. In hun angst voor de donkere nacht trokken ze de koetsdeuren achter zich dicht. Soms konden ze dan de slaap niet vatten en was het alsof er een duistere dreiging boven hen hing. Op een keer, toen hun oren weer op scherp stonden, hoorden ze een licht gekrabbel aan hun klompen die voor het bed stonden. Daarna leek het of er iets tegen hun bedplanken op liep. Ze kregen beiden het gevoel of er een zwaar wezen op hun lichaam sprong, dat hun borst en keel zodanig beklemde dat ze ademnood kregen. Toen op hun gesmoord gekrijs hun ouders bij hun bed kwamen en de deuren openden, week de beklemming. Dit verschijnsel kwam niet zelden en op meer plaatsen voor. Men noemde dit: ‘Ze zijn door de “marieën” bereden.’

Een andere verteller beleefde rriet nachtmerries het volgende.

[pagina 107]
[p. 107]

‘Er werd hier in Baarlo dikwijls verteld over “de Mare”, die de mensen op hun bed besprong en in benauwenis bracht. Ik denk dat dit een natuurlijke oorsprong heeft gehad en ik heb er nooit iets geheimzinnigs in gezien. Ik heb zelf in mijn jeugd van iets dergelijks veel last gehad. Als ik te bed lag gebeurde het herhaaldelijk dat ik zo zwaar teneergedrukt werd alsof nonderden kilo's op mijn borst lagen. Een andere keer was het alsof ik zo licht was dat ik het gevoel van omhoogzweven kreeg. Een andere waarneming deed zich voor alsof een grote houten wals mij dreigde te verpletteren. Ik was toen ongeveer 10 jaar en ik heb er enkele jaren erg onder geleden. Ik was thuis jongetje alleen. Sliep ik met een ander samen, dan kreeg ik deze angst nooit. Ik smeekte mijn ouders om te zorgen voor een broertje, of anders voor een plaatsje op de mat voor hun bed. Ik denk achteraf dat het de schrale kost is geweest die we indertijd kregen.’

Nog een andere verteller over nachtmerries.

‘In mijn jonge jaren heb ik eens beleefd dat ik 's nachts uit een boze droom ontwaakte. Uit angst over het droombeeld kwam ik zodanig aan 't rillen, dat de bedstee schudde en ik de klompen onder mijn bed hoorde klepperen. Ik had het gevoel alsof er een zware last op mij drukte die mij de adem benam. Ik riep om hulp. Mijn zuster kwam binnen en toen ik uitlegde wat me overkwam zei ze: ‘Dat is de “Marieë’. Ik heb dat zelf meermalen beleefd. 't Was ooit alsof er een zware kerel bovenop mij lag, waar ik niet onder uit kon. Ik lag dan ook te trillen, doch na een tijdje ging dat angstgevoel over.’ Mij dunkt, achteraf bezien, dat het voedsel, dat ik thuis indertijd kreeg, voor mij als veenarbeider veel te slap was.’ (Helden-Grashoek)

[pagina 108]
[p. 108]

Als ik er nog iets aan mag toevoegen, zou een andere natuurlijke oorzaak, naast die van te schraal voedsel, aan te wijzen zijn. Zuurstofgebrek. De slaapvertrekjes waren klein en de raampjes nog kleiner en 's nachts gesloten. Bovendien waren bedkoetsen met deuren niet minder dan alkoven (muurkasten) zonder verversing.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken