Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den kerstelicken ridder (1616)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den kerstelicken ridder
Afbeelding van Den kerstelicken ridderToon afbeelding van titelpagina van Den kerstelicken ridder

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

ebook (3.27 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den kerstelicken ridder

(1616)–Desiderius Erasmus–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Een seer profijtelijck boecxken, seer nudt ende oorbaerlijck wesende voor allen Christen gheloovighe menschen


Vorige Volgende

Van die menichfoudicheyt der begheerten.

ONse Coninck die reden door die eewige wet die hem van God inghesedt is, mach wel verdruckt maer niet ghecorrumpeert of te niet gemaect worden, of sy wederroept ende staet daer vastelijck tegen. Ende ist sake dat de ondersaten onderdanich sijn, so regeert sy alle dinck met alle bequaemheyt ende stadicheyt. Van die begeerlijckheydt accorderen, ende comen over een alle de Philosophen dat sy moet staen, onder die redelijcheydt, Daerom ist van noode dat wy kennisse sullen hebben van der begeerten onser herten. Daer na soo moet ghy weten datter gheen begeerten so machtich en sijn, of sy worden wel bedwongen door de redelichz of sy mogen worden toe geneycht tot de deucht. Waer in dattet gemeen volc seer dwaelt. Sommige gevoelen ende seggen, dat sy gedwongen worden tot de sonden sommige wederom onwetende maken van haer quade begeerten een deucht tot de redelicheyt, want als zy toornich of nijdich sijn, dat seggen sy dattet geen sonde en is, maer dattet geschiet door de liefde Gods. Ende de een mensche is seer toegheneycht tot der deucht, ende die ander is de deucht verdrietich. Dit onderscheyt en comt niet alleen wter herten, maer sy comt wt in stortinghe der Planeten, of van onse ouders, oft door opvoedinge, of door de gewoonte des lichaems. Wantmen siet datter menich geboren worden met een bequaem verstant, dat sy lichtelic geleert worden tot deucht. Ende men siet ooc datter sommige sijn die hebben dat lichaem so wederspannich datmen dat nauwelic can bedwingen. Ende indien dat ghy also sijt, en wilt daerom den moet niet wech werpen, maer wilt soo veel te stercker arbeyden, vermoedende ende wetende dat de wech tot die deucht u niet gesloten en is maer dat ghy hebt meerder materie tot die deucht. Ende hebdy een goet herte vercregen, daerom en sijdy niet beter dan een ander, maer saliger, also saligher dat gy meer verbonden sijt tot dat goet. Daerom dattet van noode is, dat onse Coninck de reden aldermeest moet waken daer hy aldermeest verstoort wort. Daer sijn sommige sonden die den volcke van elcken lande gemeyn sijn, want in sommige landen is onsuyverheyt, een gemeen sonde. In ander landen ontrouwicheydt, in ander hooveerdicheyt. Sommige volgen de gesteltenisse des lichaems ghelijck de sanguijnen, dat sijn die heet ende vochtich sijn dese volgen wijslijckheyt der wellusticheden Colerici (dat sijn die heet en drooch sijn) volcht toornicheyt wreetheyt ende vloeckinge, Flegmatici dat sijn die vochtich ende cout sijn, volgt onwetenheyt ende traecheyt Melancoli, dat sijn die drooch ende cout sijn volgt haer droevicheydt ende bitterheydt. Ende sommighe begeerten wassen en vergaen met de outheyt, als inde jeugt beheerlijcheyt des vleesch wechbrenginge ende vermetenheyt. In de outheyt, traecheyt, wederspannicheydt ende giericheyt. Sommighe naer dit onderscheydt der conditie. Als in

[pagina 19]
[p. 19]

een man, wreetheyt, in die Vrouwen, ydelheyt ende begeerlijcheyt des wraecx Het comt oock wel dat de natuer geneycht is tot eenige cranchz des herten en de ooc begaeft is met eenige deugt. Als die sommige is geneycht tot wellusticheyt nochtans en is hy nz toornich noch hatich. Sommighe zijn ghesteldt tot reynicheydt, ende sy zijn hooveerdich ende toornigh. Daer zijn oock die met ghewoonlijcke ingeboren sonden becommert sijn als met diefte, met dootslaen oft diergelijcke. Dese moeten sy met alle haer macht tegenstaen. Noch sijn daer sommighe begeerten, die also na ende ghelijck die deugden sijn datmen die niet onderscheyden en can, of sy uyter natueren comen, oft uyt de redelijckheyt. Dese sijn lichtelijck te corrigeren, ende tot de deucht te brenghen. By ghelijckenisse: isser yemant die geneycht is tot toornicheyt, staet hy dat weder so sal hy stercker, vrolicker ende vryer sijn. Sommighe sijn gierich, maer laten sy die reden in hen comen, soo sullen sy milder sijn. Die cleynmoedich is die sal stantastich sijn: Die droevich is die sal strenghe worden, die onbequaem is, sal manierlijck worden. Ende soo van alle andere begheerten onses herten. Met dese manier moeten wy oock schouwen dat wy niet en bedecken de sonden des natuers, met den naem des deughts. Ghelijc droevicheyt te hieten bequaemheydt der manieren, bitterheyt te wesen strengicheyt, haet te wesen rechtveerdichz onnut spreken te wesen boerticheydt pluymstrijcken te wesen een mede warichz. Waerom dattet een eenighe wegh is tot de salicheydt dat ghy u selven kent. Voort dat ghy alle dinck doet niet na u begeerten maer na dat oordeel des redelicheyts. Ende gy moet neerstich toesien dat gy de reden anders niet en laet ghevoelen (dan die godlick ende eerlijck zijn, Daer mach niemant seggen: Het is sware dat hy ghebiet. Wie seyt daer tegen. Want Platonis by sprake is, dat dingen die schoon zijn die zijn swaerlijcken te vercrijghen. Daer en is gheen dinc stercker, dan die hem selven verwint ende gheen meerder loon dan die salicheyt.

Hieronimus seyt: Geen dinck en is saligher dan een Christen mensche, die dat rijck der Hemelen beloeft wordt. Gheen swaerder arbeyt dan altijt perijckel te lijden van dat leven te verliesen. Gheen dinc staet stercker, dan die de duyvel verwint. Daer en is niet crancker, dan verwonnen te worden vanden vleesch. Ist sake dat ghy u eyghen macht overdenckt, so en isser geen dinc swaerder, dan u vleesche onderdanich te maken den geest. Maer ist sake dat gy God uwen hulper aensiet so en isser geen dinc lichter. Nu, wilt met een groote moet aen nemen een opsedt van een perfect ende volmaect leven, ende dat aennemende so dwinget u selven daer toe. Daer en is geen dinc also groot, dat een menschelijcke ghemoet hem selven ghebiet, of hy en volbrenghet. Het is een groot deel des rechten Christen levens, willen te wesen met gantscher ende volcomelicker herten een Christen mensche. Int aengaen schijntet oft onmogelijc waer, maer voortgaende wordt dat sachter, doende lichter, wt de gewoonte wort dat genoechelic. Het is waer dat Ysidorius seyt, dat de wech der deughden is met den eersten scherp, maer eer dat gy nauwelic gecomen sijt tot dat hoochste so verwacht u de alder edelste vryheyt. Daer en is gheen ghedierte so wreet of ten wort getemmet door den mensche, waerom en soudet gheen manier wesen om te bedwingen den moet die alle dinc be-

[pagina 20]
[p. 20]

dwingt. Op dat ghy gesondt meucht wesen inden lichame, so moget ghy u selven ghebieden dat ghy een deel jaren sober zijt in drincken of dat ghy u wacht van onsuyverheyt dat u gheboden wort van een Medecijnmeester die een mensche is, ende op dat ghy u seven sult rustelijc mogen door brenghen, en moechdy niet uwe begeerten een weynich tijts ghebieden dat God die schepper gheboden heeft? Op dat ghy die siecte moghet verdrijven vanden lichaem, so doet gy alle dinc, maer op dat ghy moghet aftrecken u lijf ende siel vanden eewighen doot, soo en doet ghy niet dat gheen dat die heydenen ghedaen hebben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken