Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De lof der zotheid (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van De lof der zotheid
Afbeelding van De lof der zotheidToon afbeelding van titelpagina van De lof der zotheid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.16 MB)

Scans (17.27 MB)

ebook (5.86 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Editeur

A.H. Kan

Illustrator

Hans Holbein de Jonge

Vertaler

Johannes Benedictus Kan



Genre

proza

Subgenre

lofdicht(en)
satire
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De lof der zotheid

(1952)–Desiderius Erasmus–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk XXXV
Dwazen, zotten, domkoppen en narren zijn veel gelukkiger dan wijzen.

Anderzijds stelt hijGa naar eindnoot152) de gewone menschen in veel opzichten boven de geleerden en groote mannen, en die GryllusGa naar eindnoot153) was vrij wat wijzer dan de schrandere Ulixes, daar hij liever in een varkenskot wilde knorren dan met hem de speelbal worden van zooveel rampzalige ongevallen. Mijns inziens is Homerus, de vader der guiterijen, van geen ander gevoelen, daar hij niet alleen alle stervelingen herhaaldelijk rampzalige zwoegers noemt, maar zelfs aan Ulixes, zijn model van wijsheid, meermalen den naam Ongelukskind geeft, zonder evenwel Paris of Aiax of AchillesGa naar eindnoot154) ergens zoo te betitelen. Waarom doet hij dit dan? Wel, omdat die slimme vos alles deed op raad van Pallas en al te wijs was terwijl hij zich zoo ver mogelijk van de leiding der natuur verwijderde. Evenals dus onder de stervelingen zij het verst van het geluk afstaan, die zich op de wijsheid toeleggen, daar zij zeer zeker hierom juist dubbel dwaas zijn, omdat zij, ofschoon als menschen geboren, zonder om hun stand te denken, uit zucht om als de onsterfelijke Goden te leven, op het voorbeeld der GigantenGa naar eindnoot155), met den stormram der geleerdheid der natuur den oorlog aandoen, zoo zijn ook zij, mijns bedun-

[pagina 69]
[p. 69]

kens, het allerminst ongelukkig, die het naast bij den aanleg en de dwaasheid der redelooze dieren komen en in niets verder gaan dan een mensch geoorloofd is.

Kom, laten wij eens beproeven, of wij dit ook, niet door een stoische bewijsvoering, maar door een doodeenvoudig voorbeeld kunnen aantoonen. En bij de onsterfelijke Goden, bestaat er wel iets gelukkigers in de wereld dan dat slag van menschen, dat men gewoonlijk narren, dwazen, zotten en domkoppen noemt, de schoonste bijnamen, die men naar mijn meening dragen kan? Deze bewering klinkt misschien, als men haar voor 't eerst hoort, dwaas en ongerijmd en toch is haar waarheid boven allen twijfel verheven. Vooreerst kennen zij volstrekt geen vrees voor den dood, een kwaad, dat waarachtig niet gering te schatten is. Ook kennen zij geen gewetenswroegingen. Zij laten zich niet verschrikken door al de sprookjes over het schimmenrijk; zij sidderen niet voor spoken en geestverschijningen; hun hart wordt niet toegenepen door vrees voor dreigende rampen en evenmin foltert hen de hoop op een toekomstig geluk. Om kort te gaan, zij zijn niet ten prooi aan de duizenden zorgen, waaraan dit leven onderhevig is. Zij kennen geen schaamte, geen vrees, geen eerzucht, geen afgunst, geen liefde. Als zij ten slotte nog nader bij het onverstand der redelooze dieren komen, dan kunnen zij, volgens het beweren der Godgeleerden, zelfs niet meer zondigen. Doe mij nu het genoegen, gij allerdwaaste wijze, eens goed te overwegen, door hoeveel muizenissen uw ziel nacht en dag van alle kanten gekweld wordt. Breng al de ongemakken uws levens op een hoop: dan eerst zult gij inzien van hoeveel leed ik mijn zotten bevrijd heb. Voeg hierbij nog, dat zij niet alleen zelf voortdurend vroolijk zijn, spelen, neuriën en lachen, maar ook voor al hun medemenschen, waar zij komen, genot, scherts, vroolijkheid en gelach meebrengen, alsof zij juist met dit doel

[pagina 70]
[p. 70]

door de goedheid der goden geschonken zijn, om de droefheid van het menschelijk leven te vervroolijken.

Dit is de reden, waarom, ofschoon de menschen jegens elkander zeer verschillend gezind zijn, zij hen allen gelijkelijk als hun eigen familie erkennen, zoeken, onthalen, vertroetelen en omhelzen, in nood helpen, en al wat zij zeggen of doen, ongestraft laten. Het is er zelfs zoo ver af, dat iemand hen wil schaden, dat ook de wilde beesten, door een soort van natuurlijk gevoel voor de onschuld gedreven, zich wachten hen kwaad te doen. Want zij zijn inderdaad den Goden heilig, bovenal aan mij, en daarom wordt hun niet ten onrechte door allen deze eer bewezen.

eindnoot152)
De zooeven genoemde haan.
eindnoot153)
Zie Voorrede.
eindnoot154)
Paris Trojaansche koningszoon, Aiax en Achilles Grieksche helden; geen van drieën wordt door Homerus als bijzonder scherpzinnig geschilderd.
eindnoot155)
Reuzen, die met boomstammen en rotsblokken de goden in den hemel bestormden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken