Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Op de barkeeper beschouwd (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Op de barkeeper beschouwd
Afbeelding van Op de barkeeper beschouwdToon afbeelding van titelpagina van Op de barkeeper beschouwd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.88 MB)

Scans (13.72 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Op de barkeeper beschouwd

(1967)–Rinus Ferdinandusse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 102]
[p. 102]

Slikke

Zeg nooit tegen een huisarts dat er niet zoiets bestaat als het bovennatuurlijke. Hij zal het misschien persoonlijk met je eens zijn, maar hij heeft uit ervaring voorbeelden genoeg die op zijn minst twijfel zaaien. Ik ontmoette laatst een arts die het vorige week allemaal met eigen oren mocht horen, alhoewel het hem niet gegeven was te zien - maar dat komt ook zo zelden voor, daar kunnen we niet om vragen. De arts in kwestie zit in een klein stadje en heeft daarbij ook een oude buitenwijk onder zijn hoede, waar nog wat boerenfamilies domicilie houden. Hun bedrijfje is meestal meer wat scharrelen in de aarde dan het trotse boeren, en vermoedelijk vindt men hun spoedig afsterven wenselijker dan saneren.

De dokter vertelde me het volgende verhaal, dat ik u in zijn eigen woorden geef:

‘Ik kwam thuis en er stond op de lijst dat de oude vader B. was komen zeggen dat er een zieke was. Die oude B. leeft in een grote schuur, samen met zijn twee zonen, die omtrent de veertig zijn, allebei ongetrouwd en ze handelen in vodden en oud papier, want land hebben ze nauwelijks, en dat wat er is laten ze over aan hun vader. Het is er nooit schoongemaakt. Eén van die jongens slaapt zelfs op hooi in de hoek, want er zijn maar twee bedden.

De oude vader heet van zijn voornaam Slikke, heeft een lange baard en een oude hoed, die niet meer van zijn hoofd te krijgen is. Zo'n zwerver waar Toon Hermans altijd over zingt, maar dan ongewassen en niet blij.

Ik reed naar die schuur en op het erfje zag ik de twee zoons bezig met het uitladen van een bakfiets. Ik vroeg:

[pagina 103]
[p. 103]

“Wie is er ziek?” maar ze wisten van niks. Ik zei: “Jullie vader is me komen halen”, maar ze zeiden: “Ach, Slikke heb wel meer wat.”

Ik ga de schuur binnen en Slikke zit in zijn stoel, met een mes in een stuk hout te snijden. Ik zeg, op dat opgeruimde toontje dat je voor zulk binnenkomen reserveert: “Zo Slikke, en vertel 's, wie is er ziek?”

Hij zei niks, maar wees naar de muur achter me. Daar hing een ovaal portretje van een oude man met een baard en net zo'n hoed als Slikke. “Me vader is ziek,” zei hij.

“Kom nou,” zei ik, “je vader is toch allang dood?” “ja,” zegt Slikke, “dat kan wel, maar hij loopt hier toch nog aardig rond.”



illustratie

[pagina 104]
[p. 104]

“En hij heeft gezegd, dat hij ziek was?”

“Jazeker,” zei Slikke, en hij wijst naar boven, “hij zat op de vliering en riep: “Ik kan haast geen adem meer kriegen, ga de dokter halen.” Ze hadden daar zo'n half ingebouwde zolder en ik klom de ladder op om te kijken, maar er was natuurlijk niks.

Ondertussen waren de twee zoons ook binnengekomen, nou ja, zoons, 't zijn eigenlijk ook al ouwe mannen, in van die ouwerwetse gestreepte overhemden zonder boord. Ik zei tegen hen: “Slikke heeft me laten komen omdat zijn vader ziek is,” en ik wijs naar dat portretje. “Dat kan best,” zegt een van de zoons, “want hij laat de laatste weken voortdurend zijn eten staan.”

Ik zeg tegen die mannen: “Maar dat kan toch niet. Jullie grootvader is allang dood. Die is zeker vijftien jaar geleden begraven. Het is toch onzin om me te laten halen voor iemand die dood is. Ik kan mijn tijd wel beter gebruiken.”

Roept Slikke naar boven: “Voader, de dokter is kwaad dat je hem hebt laten roepen.”

En ik zweer je, zo waarachtig als ik hier sta, van die vliering af roept er iemand: “Mieter 'm dan het huis maar uit.” En dat niet alleen - die jongens deden het ook.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken