Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke
Afbeelding van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan NelekeToon afbeelding van titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.92 MB)

Scans (10.91 MB)

ebook (4.32 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Illustrator

Arm.-Modest Van den Haute



Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

(1946)–Joos Florquin–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 49]
[p. 49]

Het nieuwe jaar



illustratie

Hier staan dan Mercator en Tijl hand in hand om je met hun wenschen geluk te brengen voor het nieuwe jaar. Moest je ons hier zien staan, je zou zeker even glimlachen, omdat je aan ons kan zien dat we nieuwjaar willen wenschen maar de een wil uit vriendschappelijke voorkomendheid den ander laten beginnen... Mercator hecht er namelijk mordicus aan dezen brief gemeenschappelijk te schrijven, want hij beweert dat ik anders weer voor een ganschen dag in een voor hem ongenaakbare zone van illusievol geluk zal verzeilen. Hij voelt er niks voor, zegt hij, om den eersten dag van het jaar door te brengen met iemand die haast geen woord spreekt, omdat hij al zijn aandacht besteedt aan het beleven van een zoeten droom, en al zijn wilskracht noodig heeft om een weemoedig verlangen weg te wer-

[pagina 50]
[p. 50]

ken. Hij heeft me trouwens ook niet vergeven dat ik zijn naam in mijn kerstbrief niet vernoemd heb, en je ook zijn kerstwenschen niet heb kond gedaan. Men zou nog kunnen gaan denken, zei hij, dat ik, evenals ieder ander normaal mensch, niet naar het einde van de tegenwoordige miserie tracht, alleen omdat er zooveel aardrijkskunde te leeren valt in dezen tijd. Maar je kan gerust aan Neleke schrijven, voegde hij er bijna plechtig aan toe, dat ik mijn mooien aardbol direct aan Jackie wil cadeau doen, als het vrede wordt.

Maar ik wil me door Mercator niet van mijn doel laten afleiden. We willen dus samen over het nieuwe jaar schrijven en beginnen ons compliment met een elegante buiging.

We wenschen je dan vele dagen van geluk in dit nieuwe jaar, dagen waarvan de dageraad je frisch en vroolijk moge begroeten en waarvan de avond je moge vinden met den fijnen glimlach van de genoten vreugde op het gelaat. We wenschen dat je meest intieme wenschen, - die welke je zelfs aan mij nog niet hebt toevertrouwd! - in vervulling mogen gaan en dat deze nabije toekomst worde zooals je ze zoo vaak en graag in je droomen hebt uitgebeeld gezien. Ook groeie en bloeie je rijke persoonlijkheid verder met die aantrekkelijke weelde die me in jou zoo lief is, die me bij elke ontmoeting in jou nieuwe schatten van edelmoed en ernst en goedheid doet ontdekken en me steeds meer van jou doet houden.

Moge elke handeling die je stelt, vruchtbaar zijn voor jezelf en wellicht voor de menschen die in je omgeving leven, en mogen al je bedoelingen goed ontvangen en be-

[pagina 51]
[p. 51]

grepen worden. Moge de genegenheid van al je vrienden je behouden blijven, - die wensch is ook ons dierbaar, - en moge je de kracht vinden om ten minste het mooiste deel van je goede nieuwjaarsvoornemens waar te maken (een hoop die wij ook al voor onszelf koesteren, Neleke). En voor de dagen van leed of weemoed die ook zullen komen, wenschen we je de innerlijke sterkte om het verdriet te kunnen dragen, en ook den troost welke in die oogenblikken het best de smart kan verzachten.

Eindelijk wenschen we je voor dit jaar de heerlijkste aller lentes, met de jongste en lachendste zon die ooit aan den hemel heeft geschenen (misschien wordt het dan wel een lente zonder einde!), een zomer met een overvloed aan bloemen waarvan jij het meest houdt, en een herfst met een schat van je lievelingsvruchten, en kleuren die je zullen verrukken. En ten slotte wensch ik voor mij mee, dat ik bij al de vreugde die je zal genieten, naast je moge staan om de weerkaatsing er van op te vangen en dat ik de bron van mijn blijheid vooralsnog in jouw bestaan moge vinden.

Mercator vindt dat hij me lang genoeg alleen heeft laten praten en eischt nu het recht op, terwijl hij met zijn hand over al de toetsen van de piano glijdt om zijn verlangen te onderlijnen, ook een paar wenschen te mogen plaatsen. Hij aarzelt even, nu ik hem het woord geef, zeker om zijn gedachten en woorden te schikken; daar begin ik onder zijn dictee te noteeren:

Naast al de schoone en goede dingen, die Tijl in ons beider naam heeft uitgesproken, - hij heeft daarbij natuurlijk een voetje voor, ik kan het goed verdragen,

[pagina 52]
[p. 52]

hoor! - wil ik graag nog een paar wenschen voegen die misschien niet zoo mooi zullen klinken maar die, indien ze kunnen werkelijkheid worden, toch ook het hunne er zullen toe bijdragen om het leven een beetje lichter en zelfs mooier te maken.

Ik wensch, dat je een boer mag tegenkomen die je al eens een kilootje meel tegen een schappelijken prijs bezorgt en je ook al eens, in dezelfde menschelijke voorwaarden, een beetje boter toesteekt. Ik wensch, dat de kolen even overvloedig langs den regelmatigen weg tot je haard zouden mogen komen als ze tegenwoordig op de zwarte markt, voorhanden zijn en, indien je toch verplicht bent schlamm te stoken (wij moeten het nu ook doen), dat dit oorlogsproduct een brandvaardige kwaliteit moge bezitten en niet tot steen in de kachel zou verharden, zooals het hoopje dat wij hier nog liggen hebben. Ik wensch, dat je nog een goed paar lederen schoenen in reserve mag hebben en zoo niet, dat je een bon mag in de wacht sleepen, waarmee je dan misschien met een beetje geluk toch een paar kunt koopen tegen den driedubbelen prijs van voor den oorlog. Ik wensch, dat je japonnen niet mogen verslijten, want voor een gewoon mensch is er geen denken meer aan nog kleedjes en kostuumpjes te koopen. Ik hoop dan ook, dat je nog kleedjes op overschot hebt, waarmee je de gelukkige moeder van een boreling in je familie kunt verrassen, want anders moet zoo een manneke op de zwarte markt worden grootgebracht.

Ik wensch ook, - en ik ben zeer ernstig als ik het zeg, - dat de staat de wedde van de standaarddragers der gul-

[pagina 53]
[p. 53]

den armoe van rachitis zou willen genezen en ik denk hier aan alle functionarissen, beambten en andere bedienden, die voor weinig geld een stand moeten ophouden en het in dezen tijd meer dan wie ook moeilijk hebben. Indien deze lotsverbetering intreedt, zal Tijl zich misschien kunnen veroorloven twee nieuwe dassen per jaar te koopen; je weet toch ook dat dit de zwakste kant van zijn ijdelheid is! Met wat wij nu samen verdienen, kan daar geen sprake van zijn en je moet je nu niet afvragen hoe de toestand in een huisgezin moet zijn, als vrijgezellen reeds zoo benepen zitten.

Nog een wensch van mij is, dat de treinen regelmatig mogen rijden en dat ze ongeveer mogen vertrekken en aankomen op de uren die het spoorboekje der N.M.B.S. aangeeft. Ik wensch en ik hoop ook vurig, dat het rantsoen tabak regelmatig moge in de hoogte gaan, zoodat Tijl en ik voor de laatste sigaretten niet telkens zouden moeten twisten en we in de gelegenheid zouden zijn er ook nog een paar voor onze vrienden, en ook al eens voor jou, Neleke, over te houden.

En eindelijk wensch ik, dat Tijl met de groote feestdagen een rantsoentje koffie moge ontvangen, omdat, wanneer hij een kopje van dat edel vocht (hij noemt dat zoo) vol extase heeft opgeslurpt, zijn geestelijke vreugde zoo groot is, dat hij op den slag een vroolijk man wordt en betere brieven schrijft dan gewoonlijk. En ten slotte wensch ik, dat je ons eens gauw zou mogen komen opzoeken, want de vreugde van mijn vriend is de mijne, dat weet je, en wanneer jij door de kamers van ons huis gaat, is onze woning een hemelhuis. En ten allerlaatste...

[pagina 54]
[p. 54]

Ik moet Mercator het woord afnemen, want ik kan dien woordenvloed niet opgeschreven krijgen en deze brief is mooi op weg om een brochure te worden. We willen dan bij dezen laatsten zin van Mercator scheiden. Maar eerst wil ik je toch nog wenschen, dat we dit jaar nog zoo enkele fijne en stemmige namiddagen zouden mogen kennen als we er tijdens dit verlof samen een hebben doorgebracht. De herinnering aan deze gezellige blijheid tintelt nog in ons na, en vroolijkt de eenzaamheid van onze wintersche woestenij op wanneer we er over spreken. Ach, wat hadden we het toch goed. Waarom moet Mercator juist nu met zijn mooie stem ginder in het halfdonkere rondom de piano ‘Leise flehen meine Lieder’ aanheffen? Het is werkelijk om mijn heimwee te doen loskomen. Maar zoo willen we het nieuwe jaar niet beginnen, Neleke. We groeten je met onzen prettigsten glimlach en willen onzen man staan en doen wat onze plicht is. Eens wordt alles toch mooi.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken