Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke
Afbeelding van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan NelekeToon afbeelding van titelpagina van Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.92 MB)

Scans (10.91 MB)

ebook (4.32 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Illustrator

Arm.-Modest Van den Haute



Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lente van het hart. Brieven van Tijl aan Neleke

(1946)–Joos Florquin–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 119]
[p. 119]

Zomergenoegens

In den breeden glimlach van Mercator ligt een geruststelling waarvan ik hou. Nu hij na enkele dagen afwezigheid weer het gemeenschappelijke leven met mij heeft opgenomen, weet ik pas wat ik al dien tijd aan hem gemist heb. Den avond dat hij terugkwam, moest ik de geestdrift van Jackie temmen, want onze leuke knaap wou absoluut met bloemen naar het station om onzen vriend met eere te ontvangen. Wel voelde ikzelf ook iets voor zoo een kleine betooging, maar het idee aan Mercator's verbluft gezicht moest hem dat overkomen, en zijn hekel aan openbare manifestaties, hebben me tegengehouden om op de onuitputtelijke suggestiekracht van onzen pienteren Jackie in te gaan. Trouwens mannen zijn altijd zoo onhandig en ongemakkelijk wanneer ze in 't publiek bloemen moetenhanteeren, en onze vriend ware zeker bekwaam geweest om zoo een ruiker rozen met een zwaai onder zijn arm te camoufleeren.

Wanneer je zoo iemand ongeduldig hebt verwacht, met het gevoel dat je boordevol gevuld staat met dingen

[pagina 120]
[p. 120]

die je moet vertellen, weet je het eerste uur gewoonlijk niets te zeggen. Je hebt feitelijk genoeg aan dat zwijgen, maar dat lijkt dan zoo raar, dat je je moreel verplicht voelt je hersenen te pijnigen om over iets te spreken. Een inspectietochtje in onzen tuin gaf ons gelukkig ineens reden genoeg om niet meer te zwijgen. Ik moest vertellen van onzen aardbeienoogst, die dit jaar iets van de wonderbare vischvangst wegheeft. Dat kleine bed lijkt wel onuitputtelijk, hoe dikwijls ik er onzen kleinen boy ook stiekem heb zien van snoepen. De perziken daarentegen zijn helaas volledig mislukt. Gelukkig staan we er beter voor met de frambozen, die een zeer mooien oogst zullen opleveren indien alles normaal gaat, natuurlijk. We hebben dan nog het probleem van de jam aangesneden, want het is onze bedoeling met de vruchten van onzen tuin en de suiker van ons rantsoen onze eigen marmelade te maken. Mijn vriend heeft echter kategoriek verklaard, dat we dit onmogelijk zelf kunnen doen en we zijn nog steeds bezig een oplossing te zoeken!

Heb ik je al verteld, dat er zich een ooievaarspaar bij ons vertoond heeft? We waren blij als verraste kinderen toen we die ontdekt hebben. Natuurlijk moest een oude boer ons eerst vertellen dat het ooievaars waren, want we hadden die vogels nog nooit gezien. Dit voorteeken scheen ons zoo gunstig, dat we stante pede naar het stadje zijn getogen om loterijbriefjes te koopen, te meer daar een onzer vrienden voor ons in de kaarten gelezen had, dat we een groot lot zouden winnen. Dat is inderdaad allemaal schitterend uitgekomen en in 't vervolg zweer ik nog alleen bij ooievaars en kaarten. Stel

[pagina 121]
[p. 121]

je voor dat we de gelukkige winnaars zijn van vijftig frank, en dit met de vijf vijfden die we gekocht hadden! Zeg, zijn we niet met den helm geboren?

Ik weet niet, Neleke, of deze zomerdagen ook op jou zoo onbestendig werken. Het weer zelf speelt met ons kat en muis. De vroegste stonden - ja, wij staan vroeg op! - zijn prachtige geschenken van de zon, die je eenvoudig dwingen op stap te gaan. Zoo waren we voor een paar dagen hier in het woud een beetje verdwaald bij het plukken van blauwe boschbessen en andere bezies, tot we geen uitkomst meer zagen. We zijn dan maar rechtdoor gaan wandelen, na de zon als oriëntatiepunt genomen te hebben, en hebben een der mooiste ontdekkingen gedaan sedert we hier zijn: een tamelijk groot

illustratie

meer, met helder water, heelemaal door de bosschen omgeven. We hebben ons werkelijk afgevraagd of ooit een sterveling daar zijn voet gezet had, tot we een kleine boot hebben ontdekt die daar vastgemeerd lag. Die kon toch uit den hemel niet gevallen zijn! We hebben ons daardoor echter niet van de wijs laten brengen, we zijn zelfs, zoo driest geweest met dat bootje te gaan roeien, om achteraf onze krachten in een zwempartijtje te meten. Om acht uur waren we aan het ontbijt en geraakten maar niet uitgepraat over deze vondst, terwijl we ons zonder scrupu-
[pagina 122]
[p. 122]

les, maar toch met een beetje vrees om een mogelijk verbod, afvroegen aan wien dit stukje aardsch paradijs wel mocht toebehooren. Neleke, hiermee is er een geheim in ons leven gekomen en ik geloof dat het ons lief zou zijn, indien de sluier nooit opgelicht werd.

Zijn de morgens zoo'n mooie oogenblikken, dan kan ik helaas hetzelfde niet vertellen van de dagen: het weer zit gedurig als de ezel van Buridan tusschen twee mogelijkheden: on- of schoon weer. Je geraakt op sommige momenten de kluts kwijt en weet niet of je, ja dan niet, je regenjas moet meenemen, al weet je vooruit dat je met een nat pak thuiskomt als je er zonder durft weggaan.

En wat zou ik je niet kunnen schrijven over die vreemde zomeravonden, nu de hooioppers over het heele land opgetast staan en den avond met hun melancholischen geur doorkruien. Je kan zoo een onmogelijk heimwee krijgen als je daar staat op te droomen, en het is alsof de onrust van het weer zich dan in je lichaam vastzet. Dikwijls vrees ik dan, dat ik je zou verliezen of dat er je iets zou overkomen, terwijl je zoo ver van me zijt. Dan beknelt die wijdte, het wordt je zwaar om het hart en je weet met je zenuwachtigheid geen raad. En dat is dan het ergste met die avonden, dat je ze verafschuwt omdat ze je pijn doen, en je er veel van houdt omdat ze het wonder der liefde zoo schrikkelijk werkelijk maken en je door dit alles aan den lijve voelt, dat je toch gelukkig bent.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken