Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Met de helm geboren (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van Met de helm geboren
Afbeelding van Met de helm geborenToon afbeelding van titelpagina van Met de helm geboren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.86 MB)

Scans (45.41 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Illustrator

H. Perdok



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

historische roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Met de helm geboren

(1949)–Simon Franke–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Toen werd het zwart voor zijn ogen

Het Spaanse galjoen scheen hulpeloos, maar het kon toch nog schieten.

Dat deed het geuzenschip ook.

Het deed nog meer.

Het had de beschikking over een roer, dat niet ontredderd was, zoals dat op het galjoen. Ook kon het nog enkele zeilen aanslaan.

Aan de ene kant was het Spaanse schip in het voordeel, omdat het zwaar, goed geschut aan boord had.

Aan de andere kant stond de driemaster er beter voor, omdat hij niet zo gehavend was.

De kansen stonden zo ongeveer gelijk. Wat de een had, miste de ander en omgekeerd.

Ze zouden elkander ongemoeid hebben kunnen laten, maar dan zouden de geuzen geen kans op buit hebben gehad. De Spanjaard kon het daar niet op aan laten komen, omdat hij niet uit de weg kon.

Vandaar, dat de kanonnen bulderden.

Het was de eerste maal, dat Joost het hoorde. Hij had eigenlijk altijd verlangd een Spaans schip te ontmoeten. Hij

[pagina 118]
[p. 118]

zou aan de zijde van Frederik staan. Als er gevochten werd, zou hij tegelijk met de vioolspeler aan boord van het vijandelijk oorlogsschip klauteren als er enteren gecommandeerd werd.

Maar nu de kogels door het want floten, leek het hem toch zo begeerlijk niet.

Hij stond ook in 't geheel niet naast Frederik, die had de wacht aan de helmstok. Nee, Joost zat in de kombuis bij de kok, die bezig was spek uit te braden.

Die kok keek zijn maatje eens aan en zei: ‘Of ze nou schieten of niet, we moeten evengoed ons happie hebben, jongen.’

‘Ja’, knikte Joost. Hij vond het vreemd, dat de kok op zulk een ogenblik sprak over spek braden.

Dat merkte de dikkerd. ‘Ja’, zei hij, ‘als de jongens klaar zijn met dat karweitje, lusten ze wel wat.’

Joost knikte weer.

De kok meende, dat hij niet alleen knikken moest, maar ook aanpakken.

‘Bij de verschansing meent u, om over te springen?’

‘Dat zou ik maar aan de jongens overlaten, die de kapitein daarvoor aangewezen heeft. Die hebben dat meer bij de hand gehad. Ik vrees, dat jij er niet veel van terecht zou brengen.’

Joost zette een hoge borst.

‘Blaas je maar niet op, kikker, een koe word je toch niet.’

Al die tijd werden er salvo's gewisseld. Het leek wel, of de kok zo maar wat babbelde om Joost af te leiden. Hij zette hem aan het pannenschuren, hoewel die blonken als bikkels.

De Spanjaard had geregeld te hoog gemikt. Dat kwam

[pagina 119]
[p. 119]

waarschijnlijk door de nog altijd hol staande zee. Daardoor vlogen de kogels over het schip heen.

De driemaster had een treffer geplaatst, onder de waterlijn, aan bakboord.

Joost wilde zeggen, dat die Spanjaarden niet schieten konden. Op hetzelfde ogenblik kraakte het schip tot in zijn binten.

‘Die is raak’, merkte de kok kalmpjes op.

En dat was ook zo.

De kogel had een stuk van de verschansing weggerukt.

Men droeg iemand weg, Joost kon niet uitmaken, wie het was.

De Spanjaard kreeg als antwoord de volle laag.

Die was goed aangekomen, het schip helde sterk over en kwam niet meer recht.

Dat was het sein voor de schipper om nieuwe orders te geven.

Hij sprak het volk toe.

Nu was Joost er wel bij. Hij stond naast de kok, die deze keer zijn kajuit had moeten verlaten.

Joost luisterde met open oren naar de woorden van de kapitein. Wat zou er van komen?

Enteren kwam er van.

‘Laat zien dat je kerels bent, leve de geus, leve de prins!’

Zo luidde de kreet van de schipper.

Uit de monden van de bemanning schalden deze uitroepen over de Noordzee en tegelijkertijd brandde een salvo los van de Spanjaard, die toch weer recht gekomen was.

Het leek of de driemaster uit elkaar barstte. Brokken hout, ijzer, talies, katrollen vlogen over het dek, de boegspriet knapte af, de grote mast hing overboord.

[pagina 120]
[p. 120]

Een ogenblik heerste er grote verwaring.

Het was misschien goed geweest, als Frederik getracht had het roer om te gooien en overstag te gaan, maar er gebeurde niets van dat alles.

De ontredderde driemaster liep recht op het galjoen aan.

De Spanjaard kon niet uit de weg komen.

Er was een ontzettende botsing.

De neus van het geuzenschip liep recht in de flank van de Spanjaard.

Dadelijk daarop ontstond een verwoed gevecht op de beide zinkende schepen.

Op een bepaald ogenblik stond Joost werkelijk naast Frederik. Hij zwaaide een koevoet, die hij, wie weet waar, opgepikt had.

Toen voelde hij een brandende, stekende pijn in de schouder en daarop werd het zwart voor zijn ogen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken