Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den gheestelijcken echo (1694)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den gheestelijcken echo
Afbeelding van Den gheestelijcken echoToon afbeelding van titelpagina van Den gheestelijcken echo

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.52 MB)

ebook (3.19 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den gheestelijcken echo

(1694)–Johanna de Gavre–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 132]
[p. 132]

De Siel doet haer meditatie op de Cruysinghe Christi.

Op de VVijse: Wat gaet den weerden Priester aen.

 
1. ACh ziel van rauw en droefheydt smielt,
 
Het eeuwigh Leven is gheschonden,
 
Godts Soon is ghehackelt en vernielt,
 
Als oft hy waer verscheurt van d'honden.
 
2. Gaet achterhaelt hem 't bloedigh spoor,
 
Sal thoonen waer hy heeft ghetreden,
 
En stucken vleesch, die hem te voor
 
Ghescheurt zijn van sijn teere leden.
 
3. Hy heeft een doorne croon op't hooft,
 
Van meer dan thien mael seven tacken,
 
Dat schoonste wesen is verdooft,
 
Vervuylt met fluymen en blauw placken.
 
4. Sijn lippen blauw, de tanden uyt,
 
Sijn wanghen swert, en dick gheswollen,
 
Comt siet, ô ziel en lieve bruyt,
[pagina 133]
[p. 133]
 
Laet traenen-vloet uyt d'ooghen rollen.
 
5. Men sleurt hem op den bergh Calvaer,
 
Sijn leden worden uytghetrocken,
 
Den boom des levens plantmen daer,
 
Waer Godt ons ziel tot hem wilt locken.
 
6. Nu hanght ghy daer, ô Godt vol macht,
 
Waer is de cracht, die d'hel doet beven,
 
Ach wordt ghy nu ter doodt ghebracht;
 
Die zijt van alle schepsels 't leven.
 
7. O gulde Sonne deckt u licht,
 
Laet duysterheydt de aerd' bevanghen,
 
Den Schepper die u heeft ghesticht,
 
Wordt tusschen moorders opghehanghen.
 
8. Den hemel thoont een droefheydt groot,
 
De aerde beeft, de toetsen scheuren,
 
En ghy, ô mensch, die dese doot
 
U leven langh wel moght betreuren.
 
9. Slaet voor u borst en kent u schult,
 
Want ghy door u soo groote sonden,
[pagina 134]
[p. 134]
 
Aen JESUS hebt den kelck ghevult,
 
Die hy soo bitter heeft ghevonden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken