Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Al is de waarheid nog zo snel (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Al is de waarheid nog zo snel
Afbeelding van Al is de waarheid nog zo snelToon afbeelding van titelpagina van Al is de waarheid nog zo snel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.65 MB)

Scans (4.30 MB)

ebook (3.22 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Al is de waarheid nog zo snel

(1980)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 30]
[p. 30]

Doeg!

In de jaren vijftig, toen ik net van de lagere school kwam, placht ik mijn vrienden bij het afscheid nemen te groeten met: ‘nou de mazzel’. Ook zeiden wij tegen elkaar: ‘De ballen’.

Later werd dat allemaal eenvoudiger. Bij het afscheid nemen van een bekende zei ik nog uitsluitend: ‘Dag.’ Of: ‘Dáág.’

Ik zei hoe dan ook nooit ‘Doeg’.

Dat gebruik van het woordje ‘doeg’, daar krijg ik nog eens wat van. Het irriteert mij bovenmatig. En als dat het geval is, moet je proberen erachter zien te komen hoe dat komt. Laat ik een poging wagen.

In de eerste plaats wordt het woordje ‘doeg’ vaak door vrouwen en meisjes gebruikt. Ik heb niets tegen vrouwen, en ook niet tegen meisjes. Maar ik heb wel iets tegen het woordje ‘doeg’.

Er is dus kennelijk iets aan de hand, ofwel met het woordje zelf, ofwel met het woordje in verband met degene die het in een bepaalde situatie gebruikt.

‘Doeg’ is een dialectische afleiding van ‘Dag’. Dialectische woorden zijn meestal beperkt tot de streek waar het dialect gesproken wordt. Maar ‘doeg’ is het hele land door gereisd. Kennelijk vonden allerlei mensen dit woordje een uitermate geschikte afwisseling van het bekende ‘dag’. Waarschijnlijk is het zo gegaan: Iemand hoorde een dialect-spreker ‘doeg’ zeggen en dacht: dat is aardig. De volgende keer gebruikte hij (of zij!) zelf ‘doeg’, en op die manier werd het gebruik een modieuze sneeuwbal.

Waarom erger ik mij er nu aan? Ik denk dat dit komt omdat mensen die ‘doeg’ zeggen iets persoonlijks op het oog hebben.

‘Dag’ vinden ze te gewoon, en daarom zeggen ze ‘doeg’, alsof die groet iets heel speciaals betekent, iets dat andere mensen niet hebben. Daarnaast spreiden de gebruikers (en in dit geval dan

[pagina 31]
[p. 31]

vooral de gebruiksters) van ‘doeg’ een soort zogenaamde vlotheid ten toon, waar de onechtheid van afdruipt. Alsof iedereen je pas een echt leuk, vlot tiep vindt als je ‘doeg’ joelt.

Mijn irritatie wordt dus op verschillende manieren gewekt.

In de eerste plaats hoef je helemaal niet ‘doeg’ te zeggen als je op een hoogst persoonlijke manier wilt groeten. Ik zou bijna zeggen: dan moet je juist niét ‘doeg’ zeggen. Je kunt het woord ‘dag’ in allerlei toonaarden gebruiken, en als je wilt kun je door de manier waarop je het uitspreekt allerlei intieme gevoelens suggereren.

In de tweede plaats suggereren degenen die ‘doeg’ tegen mij zeggen een vertrouwdheid die loos is. Want doeg is een modegroet, het stelt niets voor dan zinloos gekraai. Nu zou je daar tegenin kunnen voeren dat ‘doeg’ voornamelijk wordt gebezigd bij het vluchtige afscheid, bij voorbeeld na het afrekenen bij de groenteman. Maar daarom is het des te erger wanneer ze het ook tegen jou zeggen!

‘Doeg’ wordt, zoals gezegd, gebruikt om je te onderscheiden van anderen. Vandaar dat er met grote kracht een nieuwe groet in opmars is: ‘Doei’ of ‘doe-hoei’.

Lezers en lezeressen, ik groet u: Doeps!

 

PS: Werkelijk het allernieuwste op dit gebied, en daarom nog een beetje onbekend is het enkele ‘hoei!’ Dit ‘hoei’ is bedoeld als welkomsgroet. Ik hoorde het op een station. ‘Hoei’ werd vroeger vooral gebruikt door schoorsteenvegers, wanneer ze elkaar riepen: de een op het dak, de ander beneden bij de kachel. Moge iedereen die vandaag de dag dit ‘hoei’ gebruikt onmiddellijk een zwart gezicht krijgen dat hij nooit meer kan schoon wassen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken