Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De ambitie (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van De ambitie
Afbeelding van De ambitieToon afbeelding van titelpagina van De ambitie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (16.19 MB)

ebook (3.15 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De ambitie

(1980)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 80]
[p. 80]

[XIII]

Het was maar een paar stappen tot de bungalow. Maar het kind woog als lood op haar onderarm. Achter haar kwam Henk met Frank. Ik ga vast naar bed, had Ronnie gezegd, alsof zij er zeker van was dat Henk niet binnen vijf minuten zou terugkeren. Nila ontsloot de deur en knipte het licht aan. Daarna liep ze meteen door naar boven. De kinderen waren half ontwaakt, maar bij de aanraking van hun bed sliepen ze opnieuw vredig in, op het moment dat Nila hen toedekte.

‘Wat een gewicht,’ zei ze, toen ze beneden kwam.

Henk stond bij de keukenbar en staarde naar haar.

‘Wat heb je?’

Hij kwam langzaam in beweging en deed twee stappen in haar richting. Toen hij voor haar stond sloeg hij zijn armen om haar heen en drukte haar hoofd tegen zijn borst.

Zij probeerde zich los te maken maar vermeed een worsteling. ‘Niet doen,’ zei ze in het volle begrip dat dit zwak en kinderachtig klonk, dat er allang meer in het spel was dan een dronken vrijpartij op een moment van opdoemende vrijheid.

Hij liet haar los en vroeg of zij hem iets te drinken wilde geven.

‘Wat is er met je?’ vroeg ze, op weg naar de ijskast. Zij haalde diep adem en probeerde zich de dingen lichtvoetig voor te stellen. ‘Ik dacht even dat je me wou verkrachten.’

Ze lachte zenuwachtig. Haar onzekerheid irriteerde haar. Hoeveel keer in haar leven had zij zich al met een grap uit dit soort situaties gered, of ze nu gespeeld waren of niet.

Meestal gespeeld, met een ondertoon van ernst.

Nila voelde angst opkomen dat zij bij een volgende toenaderingspoging in drift zou ontsteken, waarna zij niet meer voor zichzelf instond en in staat zou zijn hem zijn zin te geven.

Met de bar tussen hen in gaf zij hem een blikje bier.

‘Nou proost dan maar,’ zei hij, ‘of kan ik dat beter niet zeggen?’

Zij keek hem strak aan, niet in staat zich te ontspannen.

‘Je moet zelf weten wat je zegt.’

‘En wat je doet,’ zei Henk.

Hij maakte het blikje open en zette het aan zijn mond. Daarbij verloor hij haar niet uit het oog.

‘Maar ik wist niet wat ik deed,’ zei hij. ‘Of liever: ik wist het precies maar ik stond er niet achter. Ik had dat liever niet gewild. Ik weet niet hoe ik mij moet verontschuldigen.’

[pagina 81]
[p. 81]

‘Niet op die manier,’ zei Nila. ‘We zijn tenslotte volwassen.’

Hij dronk het blikje leeg en veegde zijn mond af, een gebaar waarin zij iets beledigends vond. Zij kon dat niet verduidelijken En zij had er geen zin in.

‘Ik hoop dat dit onder ons kan blijven,’ zei Henk.

‘Je denkt toch niet dat ik zo kinderachtig ben.’

Henk schudde zijn hoofd.

‘Ik had gedacht dat dit bij jou wel kon,’ zei hij. ‘Ik heb vanaf het eerste ogenblik het idee gehad dat je aan dit soort dingen gewend was.’

‘Ik ben niet veel gewend.’

Hij hees zich wat moeizaam op een kruk.

‘Je kunt er natuurlijk aan afmeten wat voor een burgerlijke klootzak ik ben,’ zei hij. ‘Je komt iemand tegen die wat meer ontwikkeld is en op hetzelfde moment denk je dat het met de moraal wel zal meevallen.’

‘Denk je dat je geil wordt van studeren?’ vroeg Nila.

Hij aarzelde, het lege bierblikje tussen duim en wijsvinger.

‘Het feit dat ik dat zeg,’ vervolgde hij, ‘over dat burgerlijke. Dat heb ik nog nooit tegen een vrouw gezegd. En nu aarzel ik erover. Ik ben bang dat je denkt dat het bij een soort methode hoort.’

‘Dat denk ik niet,’ zei Nila.

Zij stond kaarsrecht achter de bar. Nam toen het besluit naar het kamergedeelte te lopen en op een van de ongemakkelijke rieten stoelen te gaan zitten. Henk draaide zich om op zijn kruk. Haar angst verdween. Ze voelde de neiging opkomen hem aan te raken en te zeggen dat hij rustig door kon praten, dat zij niets van hem verwachtte en zich niet opgelaten voelde door zijn aanwezigheid. Ze dacht aan Ronnie. Er was maar een afstand van twintig meter tussen hun bungalows. Ze verlangde ernaar bij haar te zijn. Dat maakte haar op dit moment niet angstig. Henk, in haar huis, liet als een aangeschoten roofvogel zijn schaduw over hun verhouding vallen.

Maar van een verhouding was geen sprake!

‘Jullie waren laat thuis,’ zei Henk.

‘Vertrouw je ons niet?’

Hij keek recht voor zich uit, alsof hij een beeld voor zich zag opdoemen dat hem niet losliet. Maar wat wist zij daarvan?

‘Ik zal je iets vertellen,’ zei hij. ‘Toen wij pas getrouwd waren

[pagina 82]
[p. 82]

ging Ronnie op een avond met een vriendin naar de film. Ik maakte juist de balans voor de zaak. Zat tot aan mijn oren in het werk. Ze zouden iets gaan drinken na afloop. Op het moment dat ik er genoeg van heb, doe ik mijn boeken dicht en zie dat het twee uur is. Ronnie nog niet thuis. Ik maak me ongerust. Ik was pas getrouwd.’

‘Dat ben je nu dus niet meer,’ zei Nila.

Hij schudde zijn hoofd.

‘Ze kwam om half vijf En de man van die vriendin bracht haar. Hadden thuis zitten praten. Ik keek naar zijn ogen en vertrouwde hem niet. Hij belazerde de boel. Maar ik heb nooit geweten hoe. Ik wou weten wat ze gedaan had. Ze gedroeg zich ontzettend afwerend. Ik maakte ruzie en ze deed afwezig. Er was iets. Daar bleef ik buiten.’

‘Wat heb jij het moeilijk gehad in je leven,’ zei Nila.

Haar stem klonk harder dan ze bedoeld had. Hij klonk in haar na alsof zij schreeuwde. Zij keek Henk recht in zijn ogen en dacht: ik kan het je vertellen. Je hebt er net zo goed recht op te weten wat er gebeurt als ik. Maar ik zal het nooit iemand vertellen. Het is van mijzelf.

Zij stak een sigaret op. Haar hand trilde licht, maar zij concentreerde zich zodanig dat het trillen overging.

Zij beet op haar lippen en besloot dat zij niet zou toegeven.

‘Als ik zeg dat jullie gedrag mij aan die avond herinnerde, klink ik melodramatisch,’ zei Henk.

‘Dat klink je zeker!’

Zij schrok opnieuw van zichzelf. Ze dacht: ik moet hem nog iets te drinken geven. Ze liep naar de keuken en opende de koelkast Alsof zij geregisseerd werd. Vaststaande bewegingen, haar hele leven dezelfde. Zij besefte zo hevig dat zij op een bepaalde manier bezig was aan een herhaling van patronen, dat zij plotseling zenuwachtig begon te zoeken naar een andere houding, om de gevaren te keren.

Maar was ook dat laatste niet het soort toevoeging dat haar was aangeleerd, omdat zij instinctief anders zou reageren wanneer haar moeder haar af en toe een beetje had laten drijven op het toeval?

Ze was er zich van bewust dat Henk naar haar keek, haar geen seconde uit het oog verloor.

Ze trok het lipje uit het blikje en nam er een slok uit. Daarna

[pagina 83]
[p. 83]

gaf ze het aan hem.

‘Het is het laatste,’ zei ze.

‘Laten we het delen.’

‘Als je het leeg hebt wil ik naar bed,’ zei ze. ‘Ik ben opeens zo moe.’

Henk liet zich van zijn kruk glijden en kwam naar haar toe. Toen hij voor haar stond, zonder haar nog aan te raken, voelde zij een ogenblik de behoefte haar hoofd tegen zijn borst te leggen en zich door hem te laten strelen. Dan zouden ze vanuit elke richting een driehoeksverhouding hebben opgebouwd. Maar ze verdroeg het idee niet dat ze met Henk op dezelfde plaats zou liggen als waar Ronnie haar gestreeld had zonder dat zij opwinding voelde. Wel andere emoties, de behoefte te huilen, haar hoofd tegen Ronnie's borsten te leggen en iets tegen haar te zeggen dat in het besef van een volkomen vrijheid in haar opkwam. Een soort oplossing voor problemen, of een toegang tot mogelijkheden die zij nog niet inzag, alleen maar voorvoelde. Daar verlangde zij opnieuw naar.

‘Waarom zeg je niet waar je zin in hebt?’ zei Henk zacht.

Ze voelde een huilbui opkomen. Moest daar snel iets aan doen. Naar boven lopen. Roepen dat hij haar niet kon volgen. Bij Frank gaan liggen en hem strelen, zoals altijd wanneer zij kwaad was op Frits, de wereld onder zich voelde wegzinken in het besef dat het niet zo was, dat ze bleef drijven, voortdurend moest doorgaan, verdrietig worden en getroost, al maar door, tot ze niet meer kon.

‘Verdomme,’ zei ze. ‘Ik heb nergens zin in.’

‘Dat bedoel ik niet,’ zei hij. ‘Ik wil weten wat je denkt.’

‘Waarom?’

‘Omdat je me intrigeert. Omdat ik gek word als ik naar je kijk.’

‘Dat klinkt lichtelijk overdreven.’

Zij voelde haar neiging te gaan huilen wegtrekken. Zij bewoog snel heen en weer tussen weerloosheid en irritatie. Het laatste gevoel was haar het meest vertrouwd. Of andersom? Met het laatste wist ze tenminste iets te beginnen!

‘Dat klinkt niet erg aardig,’ zei Henk langzaam. ‘Ik bedoel het niet overdreven.’

‘Ik heb er nu geen zin in,’ zei Nila vermoeid.

‘Je kon anders wel op een idioot uur met mijn vrouw thuiskomen.’

‘Wat doe jij nu anders?’

[pagina 84]
[p. 84]

‘Ik wil weten wat er met haar is,’ zei Henk. ‘Ik ben niet gek. Ze gedraagt zich afstandelijk. Of volslagen mallotig, zoals net.’

‘Jij werkte er anders aardig aan mee.’

‘Neem het me kwalijk,’ zei Henk. ‘Ik wou haar uitproberen.’

‘En ben je er nu achter?’

Ze klemde haar tanden op elkaar. De neiging om hem dwars te zitten stemde haar op een uitdagende manier vrolijk.

‘Ze is je speeltje niet,’ ging ze verder. ‘Ze hoeft je niet alles te vertellen meneer Volnaar.’

‘O jawel,’ zei Henk met grote nadruk. ‘Dat is toevallig de afspraak tussen ons.’

‘En die heb jij bedacht.’

‘Waarom?’ zei Henk.

‘Omdat jij de baas bent.’

Zij besloot plotseling ermee op te houden. Tegelijk begreep ze dat daarin iedere mogelijkheid tot argwaan lag. Maar verder gaan was nu onmogelijk. Ze draaide haar hoofd van hem weg.

‘Ik heb niets met je te maken,’ zei ze zacht.

Hij kwam dichtbij haar staan, nam haar hoofd tussen zijn handen, trok haar toen tegen zich aan en kuste haar. Zij hield haar mond gesloten.

Hij legde zijn handen op haar bovenarmen.

‘Wat moet je man van je denken?’ zei hij. ‘Zelf gaat ie niet eens met vakantie. En hij denkt bij zichzelf: dit doe ik nou allemaal voor mijn gezin. Wat ben ik goed. Mijn vrouw ligt aan het strand. De kinderen plassen door het water. En ik houd mij bezig met de oorlog. Ik word steeds smeriger. Ik ga een mens vrijpleiten die ik eigenlijk zou moeten doodschoppen. Maar dat hoort niet in ons rechtsbestel. En wat doe jij?’ Hij wachtte een moment en zei toen langzaam: ‘Jij gaat met mijn vrouw dansen en jullie komen op een vreemde, samenzweerderige manier thuis. En je denkt dat je dat rustig kunt doen. Maar dat is een leugen. Dat snap je toch wel? Jullie bestaan godverdomme alletwee uit leugens!’

Hij begon te huilen. Zij was niet gewend aan huilende mannen. Frits beet liever zijn tong af Waarna hij hoogstens zou huilen van lichamelijke pijn. En dat tolereerde hij al helemaal niet Maar wat wist hij over pijn? Hij had hoogstens eens zijn duim tussen de deur gehad. En hij bestudeerde een dossier. Probeerde het lek te vinden in een getuigenverklaring die huilend en in pijn was opgesteld.

[pagina 85]
[p. 85]

Zij legde haar hand tegen Henks wang.

‘Heb je er wel eens over nagedacht,’ zei ze zo vriendelijk mogelijk, ‘dat jullie mijn leven komen binnenvallen en binnen twee dagen niets dan wanorde te voorschijn brengen. Ik moet dat ook maar opvangen.’

‘Ik zal je helpen,’ zei Henk, zijn ogen drogend met duim en wijsvinger.

Hij haalde zijn neus op.

‘Dat wou ik steeds zeggen.’

Zij glimlachte naar hem.

Opeens weer keek zij naar zichzelf. Zoals zij dat korte tijd daarvoor had gedaan, toen zij naast Ronnie lag en naar haar luisterde. Ronnie leek op dat moment wel een spraakwaterval. Ze vertelde over de dingen die fijn waren en de wereld zouden verlichten. Die de kwade, winterse aandoeningen uit haar fantasiewereld verdreven. Daarbij werd haar opwinding steeds heviger. Ze vroeg aan Nila om reacties die zij niet kon opbrengen.

Nu maakte zij zich op om Henk te troosten.

‘Ik heb de neiging de dingen om mij heen maar een beetje op hun beloop te laten,’ zei Henk. ‘Maar als het niet goed met me gaat denk ik dat ik niet veel waard ben. En dan probeer ik iets te vinden dat mij geruststelt. Ik gedraag me bij jou belachelijk.’

‘Dat kan me niet schelen.’

‘Het kan je wel schelen,’ zei Henk. ‘Jij hebt ook liever gezelschap waar je plezier aan beleeft. En als het je werkelijk koud laat wat ik zeg, dan betekent het dat je je niet voor mij interesseert.’

‘Waarom is dat nodig?’

Hij maakte een verontschuldigend gebaar.

‘Zou je het mij kwalijk nemen als ik een kritische opmerking over je man maakte?’

‘Het ligt eraan welke.’

‘Jij mag elke rotopmerking van me maken die je wilt over Ronnie. En dan nog zal ik denken dat je haar aardig vindt.’

‘Maar jij kent mijn man niet.’

‘Uit de krant. Heel summier natuurlijk.’

‘Wat wou je over hem zeggen?’ vroeg ze.

‘Ik vind hem een lul.’

‘Weet je dat zeker?’

Ze probeerde gekwetstheid te tonen. Maar ze was niet kwaad.

[pagina 86]
[p. 86]

Het deed haar niets. Het stond zo ver van haar af.

‘Ik ben jaloers op hem,’ ging Henk verder.

De vermoeidheid trok haar oogleden neer. Op de verre achtergrond begreep ze zijn behoefte duidelijkheid te scheppen door reacties bij haar los te weken. Zij besefte tegelijk hoe weinig zij voor hem in huis had. Hij opereerde op een golflengte waarop zij niet ontving. Toen zij dit naar de oppervlakte van haar denken bracht, voelde zij er onverschilligheid omheen. Alles kon nu met haar gebeuren zonder dat zij eronder leed. Zij keek slechts toe.

Maar waarom dacht ze dat?

‘Waarom antwoord je me niet?’ zei Henk. ‘Is het niet interessant genoeg. Ben jij zo iemand die het best vindt dat ze haar man een lui noemen. Wat sta jij een eind boven ons. Godverdomme!’

Het laatste woord sprak hij uit op zachte toon. Het leek of zijn gekwetstheid erin wegebde.

Nila sloot haar ogen en concentreerde zich op een antwoord. Zij richtte zich uit alle macht op een bepaalde aanvaardbare oplossing. De bevrijding van iets dat ze niet onder woorden kon brengen. De angst die zich opnieuw over haar heenboog en haar omvatte. Beelden van tuinen, geschreeuw, haar jeugd die voorbij schoot in ongeordende beelden die zij niet kon stilzetten. Het uitzicht op haar toekomstige dood, een onbeweeglijk masker te hard voor vingerindrukken. Haar lichaam opgepakt en in een kist gelegd. Het sluiten van het deksel. Zij was dood, maar de angst dat zij dit toch zou voelen, de aarde op het hout hoorde vallen. De verschrikkelijke eenzaamheid waarin zij niet meer ademhaalde en zelfs haar hart niet meer hoorde. De stilte. En toch beleefde zij dit; zij was erbij. Zij was stom en haar hersens waren uitgeschakeld op het punt van het bedenken van handelingen. Zij hoorde het gemurmel van stemmen. Een herinnering in haar schreeuwde dat zij eruit wilde.

Zij keek sprakeloos naar Henk. Probeerde iets te zeggen in het besef dat het niet lukken zou. Zij smeekte hem woordeloos niet tegen haar te spreken, zijn beledigingen voor zich te houden, haar huis te verlaten. Maar hij zat in elkaar gedoken, wachtend op een reactie die hem perspectieven bood.

‘Waarom zeg je niets?’

Hij schudde haar door elkaar.

‘Niet doen,’ zei ze zwak. ‘Ik kan het uitleggen.’

‘Ik wil geen uitleg,’ zei hij bits. ‘Uitleg is bij vrouwen zoals jij al-

[pagina 87]
[p. 87]

tijd een uitvlucht.’

‘Waarom laat je me niet met rust?’

‘Ben je te stom om dat te begrijpen?’

Zij schudde haar hoofd iets te fanatiek. Het kon haar ook niet meer schelen. Hij schreeuwde via haar tegen een ander. Naar zichzelf, waarschijnlijk.

‘Streel me,’ zei hij zacht, gebiedend. ‘Alsjeblieft. Doe aardig tegen me. Laat me tot rust komen. Je maakt me gek.’

Hij boog zijn hoofd en drukte het tegen haar borst. Terwijl hij dat deed begon hij haar uit te kleden. Zij ging op de grond liggen. Hij trilde. Boog zich over haar heen en bracht zijn half slappe lid tegen haar schaamlippen.

‘Ik doe het met je,’ zei hij.

Op datzelfde moment kwam hij klaar, zaad vloeide tussen haar billen. Zij streelde hem, bijna automatisch. Hij bleef op haar liggen.

‘Je liet me gewoon gaan,’ zei hij.

‘Ik kon moeilijk anders, nietwaar?’

 

Hij rookte een sigaret, bijna klassiek.

‘Ik kan moeilijk nog iets over je man zeggen,’ zei hij. ‘Nu ken je in ieder geval een nog grotere lul.’

‘Ik neem het je niet kwalijk.’

‘Weet je nog iets anders?’ Wat is dat godverdomme voor manier om iemand die je zojuist verkracht heeft iets niet kwalijk te nemen. Muggen neem je ook niets kwalijk!’

‘Ga je alsjeblieft niet inbeelden dat je me verkracht hebt.’

‘Het stelde inderdaad niets voor.’

Zij legde een hand op zijn knie.

‘Waarom ga je niet slapen?’ zei ze. ‘En dan zien we de dingen morgen in een ander licht. Ik ben niet van plan kwaad op je te worden. En je hebt gelijk dat ik zelf in verwarring ben.’

‘Jij bent de enige die weet waarvoor ze staat.’

Zij glimlachte.

‘Als je zoiets zegt zou ik werkelijk met je kunnen slapen,’ zei Nila. ‘Want ik verlang er ook naar dat iemand mij geruststelt. Misschien heb ik dat wel steeds meer nodig.’ Zij wachtte een ogenblik. ‘Het zit er niet in.’

‘Je moet naar huis,’ zei ze even later.

Hij schudde zijn hoofd.

[pagina 88]
[p. 88]

‘Ik voel een ontzettende spanning,’ zei hij. ‘Mijn hoofd staat op barsten.’

Buiten begon het zacht te waaien. Het luik voor het raam, dat zij niet had vastgezet, klepperde tegen de lijst.

‘Ik ga naar huis,’ zei Henk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken