Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De ambitie (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van De ambitie
Afbeelding van De ambitieToon afbeelding van titelpagina van De ambitie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (16.19 MB)

ebook (3.15 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De ambitie

(1980)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 155]
[p. 155]

[XXVII]

Zij kon zich steeds minder aan de indruk onttrekken dat de periode van stilstand in haar leven eindeloos zou zijn. Om haar heen ging het leven normaal door, maar hoe meer het in haar buurt kwam, hoe ondoorzichtiger het scherm dat om haar heen werd geplaatst. Zij zag wel dat haar omgeving pogingen deed haar te isoleren. Eerst vond zij dat niet erg, beschouwde zij het als een normale procedure, nam zij zichzelf haar uitbarsting en de daarop gevolgde terugreis kwalijk. De anderen hadden een rekening met haar te vereffenen, zij moest iets goedmaken en liet hun zorgzaamheid over zich komen. Die begon nu te irriteren: iedere dag dezelfde gezichten, dezelfde stupide vragen. Een kopje thee, koffie met een koek, ga maar lekker in de tuin zitten.

Zij voelde haar lichamelijke energie terugkeren. Af en toe brak het besef door dat zij niet altijd zo hoefde te blijven, dat zij terug kon keren onder de mensen zonder de angst dat zij hun overlast zou bezorgen.

Als zij er nu alleen maar achter kon komen waar de beelden die haar gekweld hadden, vandaan kwamen.

Zij besloot zichzelf op de proef te stellen door naar Amsterdam te gaan. Maar omdat haar bewakers dat zeker niet zouden tolereren, maakte zij een afleidende beweging, trok zich terug in de slaapkamer en wachtte tot de gezinsverzorgster boodschappen ging doen.

Zij belde een taxi en liet zich naar de trein brengen.

Toen zij deze in beweging voelde komen, keek ze door het coupéraam en bedacht hoe zelden zij deze tocht maakte, sinds zij uit de stad verhuisd waren. Op de weilanden stonden voornamelijk schapen. In de verte een autobrug over het kanaal dat zij via de spoorbrug kruiste. Aken lagen diep geladen in het water; boeggolven klotsten tegen de oeverrand.

De stad die laag begon en een toenemende grauwheid vertoonde.

Zij keek naar buiten en voelde zich gespannen. Maar niet uit angst. Dit had meer te maken met verwachting, een eindeloze stoet beelden uit het verleden die op het punt stonden een nieuwe werkelijkheid te verkrijgen, waarna ze haar leven zouden veranderen.

Zij glimlachte en probeerde bij het opstaan zichzelf in het glas voor het prentje van Openbaar Kunstbezit te zien. Vandaag was de eerste lichtvoetige dag sinds zij op vakantie was gegaan. Het was goed dat de dingen steeds een ander perspectief boden, dat je niet

[pagina 156]
[p. 156]

krampachtig hoefde vast te houden aan de bereikte stand van zaken waarin zoveel onzekerheid school.

Zij dacht over Frits en opeens vond zij het niet erg dat hij anders was geworden. Als zij het maar kon blijven opbrengen naar hem te kijken, hem te volgen in zijn ontwikkeling, zonder het gevoel dat zij achterbleef.

Onwillekeurig moest zij aan Ronnie denken. Het leek alsof zij plotseling een helder zicht op haar kreeg. Tegelijk was zij zich bewust van de afstand, de teleurstelling die een nieuwe ontmoeting met zich zou meebrengen, de modieuze aspecten in Ronnie's gedrag. Zij verlangde naar haar. Zij zag zich samen met haar in het restaurant met de agaven. Het besef van verbondenheid, de absolute aandacht die zij voor elkaar konden opbrengen zonder afleidende gesprekken, voorstellen en eisen. Zij zaten maar wat tegenover elkaar en praatten af en toe. Of was zij nu bezig hun ontmoeting te idealiseren bij gebrek aan gesprekspartners?

Opeens wond het idee haar op dat Frits en Ronnie elkaar zouden ontmoeten en aardig vinden. Maar niet tè aardig!

Zij betrapte zich erop dat zij weer als een ouderwets huisvrouwtje in de weer was met intriges en het amoureuze monopoliespel waarin zowat haar hele generatie verstrikt zat. Waarom altijd die kwestie van afpakken en wraak nemen? Waarom dacht ze in laatste instantie toch aan Ronnie als een concurrente die er met Frits vandoor kon gaan? Waarom niet aan haar gedacht als een dierbare vriendin, die in haar leven kwam als een gelijke zonder een bedreiging te vormen.

Was Ronnie juist niet het tegendeel: een vrouw als zijzelf, met een man ten opzichte van wie zij zich een houding moest bepalen, in een leven dat langzaam van vorm veranderde, een landschap waar de lieflijke kleuren van de jeugd, de beekjes met mummelend water in toverachtige kleuren, veranderden in een bij tijd en wijle woeste orkaan, die hen opnam en verder zwiepte, tot zij in een kaal landschap waren aangekomen, zonder struikgewas waar zij hutten konden bouwen en indiaantje spelen. De leegte van de ouderdom die de horizon dichterbij bracht, net zolang tot zij nog maar op één smalle streep balanceerden.

Zij begon te zweten. Vroeg zich af of zij niet beter de eerste trein terug kon nemen. Maar zij wilde doorzetten, door de stad lopen, een paar kledingstukken kopen, met verkoopsters praten over ge-

[pagina 157]
[p. 157]

wichtige zaken als leeftijd en maten. Langs de afdeling met de meest nutteloze maar exotische dingen slenteren en een stukje aardewerk kopen dat zij thuis niet meer zou opmerken. Tot het op een dag tevoorschijn kwam en een functie kreeg, gepaard aan een gevoel van rijkdom en vertrouwdheid.

Het ging steeds om dezelfde dingen: je vertrouwd voelen, niet de dingen onder je handen zien afbrokkelen. Was het niet zo dat haar behoefte om contacten tot stand te brengen, mensen op te nemen binnen haar veilige gebied, te ruim bemeten was? Stond dat misschien te ver af van de mogelijkheden die de wereld bood in samenhang met het automatisme dat mensen ertoe dreef zichzelf te beschermen, in te dekken tegen gevaren, zich dus niet bloot te geven?

Zij gaf zich een keer bloot en begon meteen te tobben over de gevolgen! Zij had Ronnie elementen in handen gegeven waarmee ze haar kon kastijden. Maar dat zou Ronnie nooit doen.

Of wel, als het haar van pas kwam.

Zij dwaalde door De Bijenkorf en voelde zich tevreden tussen de mensen. Buiten was het licht gaan regenen. Op de afdelingen hing een broeierige atmosfeer. Maar zij voelde zich er thuis. Er kon niets met haar gebeuren. Zij zou veilig thuiskomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken