Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De ambitie (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van De ambitie
Afbeelding van De ambitieToon afbeelding van titelpagina van De ambitie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (16.19 MB)

ebook (3.15 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De ambitie

(1980)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 275]
[p. 275]

Deel V

[pagina 277]
[p. 277]

[XXXXIII]

De volgende ochtend hadden zij zwijgend ontbeten. Zij probeerden elkaar te ontzien, maar het was duidelijk dat niemand van hen met zijn verlegenheid raad wist. Zo zaten zij beleefd bij elkaar, als vreemden. Zij waakten er zorgvuldig voor dat hun spaarzame opmerkingen ontdaan waren van iedere angel. Zij durfden elkaar niet aan te kijken.

Toch moesten zij besluiten nemen, de ban doorbreken, die door hun gezamenlijke verwarring versterkt werd.

In hun omstandigheden konden ze niet iedere week bij elkaar komen om de dames in elkaars gezelschap te laten verkeren. Zij zouden een poging moeten wagen de limieten vast te stellen waarbinnen de gevoelens die Ronnie en zij elkaar toedroegen niet langer beangstigend waren voor hun mannen. Maar voor Frits en Henk lagen die limieten zo dichtbij dat ze er niet eens over hoefden te spreken.

Zij kon niet anders dan proberen met behulp van Ronnie de aantrekkingskracht die zij op elkaar uitoefenden in begaanbare banen te leiden, met het oog op de nabije toekomst.

Het was allemaal gemakkelijk gezegd. Als ze nu allereerst maar zichzelf kon begrijpen.

Henk en Frits hadden zich na het ontbijt teruggetrokken in de studeerkamer, terwijl zij en Ronnie de tafel leegruimden. Alsof uit alle macht de klassieke rolverdeling in stand gehouden moest worden. Maar de werkelijkheid kon niet ontkend worden. Zij stond met Ronnie voor de aanrecht en plotseling omhelsden zij elkaar weer, lang en hartstochtelijk, met in het nabije verschiet het afscheid dat zijn smartelijke schaduw vooruit wierp

‘Misschien is dit wel het beste dat ons kon overkomen,’ had Ronnie gefluisterd, ‘want nu moeten we beslissingen nemen die we in andere gevallen hadden uitgesteld.’

‘Je bent optimistisch.’

Ronnie had haar hoofd geschud. Voor optimisme was geen aanleiding. De gebeurtenissen namen hun loop. Alles kon gebeuren, maar de stroomversnelling verschafte het ongeziene een extra impuls en daarbij zijn onafwendbare dreiging.

‘Vond je het fijn vannacht?’ vroeg Ronnie, en Nila antwoordde bevestigend, niet zonder aarzeling, omdat zij de liefde die Ronnie zo pijnlijk tentoonspreidde niet kon inpassen binnen haar bestaan. Die liefde had zoveel kanten: opwinding lag voor de hand, teder-

[pagina 278]
[p. 278]

heid evenzeer, maar de consequenties op iets langere termijn en de vraag hoe het nu verder moest met haar huwelijk, vormden de onaangename tegendruk.

Toen Ronnie haar in de keuken omhelsde, voelde zij niet zoals vannacht de behoefte zich volkomen aan haar over te geven, en de zachtheid van Ronnie's borsten stond haar zelfs een beetje tegen. Zij moest er niet aan denken dat zij deze vrouw beroerd had, hartstocht had gevoeld bij het aanraken van haar lichaam.

Zij drukte Ronnie tegen zich aan en zei dat ze niets overhaast moesten doen en dat ze hun mannen behoorden te helpen.

Niet veel later namen zij afscheid: bijna achteloos, zoals goede en vertrouwde vrienden.

Daarna ging zij het huis in - opeens voelde zij zich leeg, zonder bestemming. Zij liep de keuken in en schikte een paar dingen op de aanrecht. Zij keek of er nog koffie was en besloot niet meer te nemen. Zij ging de kamer in waar Frits achter de krant zat. En zij wachtte gedwee tot hij die krant liet zakken en haar aankeek.

‘Wat was dat voor onzin?’ vroeg Frits.

Zij haalde haar schouders op.

‘Ik kan begrijpen dat je met een andere kerel iets begint,’ zei Frits, ‘hoewel deze idioot, die onontwikkelde gek me minder geslaagd had geleken - maar in godsnaam, waar ben je mee bezig!’

‘Ik ben nergens mee bezig,’ zei Nila.

‘Je bent nergens mee bezig!’

Hij vouwde woedend de krant dicht.

‘En wat deden jullie dan? En waarom ga je godverdomme met dat wijf naar bed? Waarom kom je jezus nog an toe niet bij mij liggen om uit te leggen dat je dronken was? Of zou dat niet feministisch zijn?!’

‘Met feminisme heeft dit niets te maken.’

‘Zo lesbisch was je anders nooit!’

‘Ik ben ook niet lesbisch.’

‘Denk je dat een normale vrouw -’ Hij aarzelde, maakte de zin niet meer af, begon opnieuw, zachter, rustiger pratend: ‘Ik wil me niets aanmatigen,’ zei Frits. ‘Maar ik denk dat het gros van de vrouwen zoiets niet zou doen. Die vinden dat gewoon onsmakelijk. Dus als je wel op dat soort dingen ingaat, dan...’

Hij keek haar scherp aan.

‘Deden jullie dat op Ibiza ook al?’

[pagina 279]
[p. 279]

Nila glimlachte - waarschijnlijk leek de grimas daar niet op.

‘Als ik “ja” zou zeggen denk je: ze is met een vrouw naar bed geweest en dat heeft haar in de war gemaakt. Ze moest alleen op vakantie, voelde zich eenzaam - dat is misschien wel mijn schuld, dat ik haar alleen liet gaan -, en op een avond is ze in handen gevallen van een niets ontziende gevaarlijke lesbienne, die wel een eenzaam vrouwtje lustte. En toen is ze zo in de war geraakt dat ze die ineenstorting kreeg.’

‘Zoiets ligt voor de hand,’ antwoordde Frits.

‘Simpele ziel.’

‘Wat zeg je, godverdomme!’

‘Dat je zo leuk rechtlijnig bent. Dan neem je zelf een beetje de schuld op je, omdat je me alleen liet met de kinderen, en de rest is dan volstrekt eenvoudig. Je kunt je eigen schuld van je afgooien door te wijzen op je verantwoordelijkheid tegenover je werk en de maatschappij - daar kun je net als gisteravond best een fantastisch verhaal over verzinnen. En verder moet dan nog alleen worden vastgesteld hoe het kwam dat ik verliefd werd. Want zo noem je dat. En dan ga je de rekening opmaken. Over een maand ben ik waarschijnlijk beter. Het proces achter de rug. We gaan samen op vakantie en ik gruw weer van vrouwen.’

‘Je bent nooit zo geweest,’ zei Frits zwak.

‘Maar misschien was ik het wel,’ zei Nila. ‘Misschien heeft mijn vader me aangepraat dat ik moest trouwen. En ook nog uitgerekend met een advocaat.’

‘Stel je niet aan.’

‘Dat hebben ze me ook geleerd,’ zei Nila. ‘Misschien had ik wel zin om me vannacht eens aan te stellen op een manier waarvan ik altijd gedroomd heb zonder dat ik me die droom 's morgens zelfs maar durfde herinneren.’

‘Wat heb je met haar gedaan?’ vroeg Frits.

‘Waarom ben je niet komen kijken?’

‘Omdat die vent in huis was.’

Zij lachte.

‘Je hoeft niet te lachen,’ zei hij. ‘Je hebt ons in omstandigheden gebracht die we niet kunnen beheersen.’

‘Omdat je het nergens kunt inpassen,’ zei Nila. Ze wilde nog meer zeggen, maar hij stak zijn hand op. Ze zweeg. Ze besefte dat ze zweeg.

[pagina 280]
[p. 280]

‘We moeten nu ergens naartoe,’ zei Frits, ‘maar we weten niet waarheen. Wat kunnen we nog samen doen? Over een paar dagen komt je vriendin langs omdat ze je zo'n tijd niet gezien heeft, en probeer dan maar eens te weigeren.’

‘We moeten alles onder ogen zien,’ zei Nila. ‘Waarom denk je dat ik niet blij ben als ze komt?’

‘Omdat ik denk dat het zo is. Hoewel ik het niet weet.’

‘Ik weet het zelf niet goed.’

‘Kan ze je bevredigen?’

‘Daar antwoord ik niet op.’

‘En jij haar?’

Zij keek recht voor zich uit.

‘Wil je dat ik wegga?’ vroeg Frits. ‘Denk je dat ik je in de weg sta?’

Zij stond op en kwam naar hem toe. Liet zich op haar knieën zakken en legde haar hoofd op zijn schoot. Zij besefte dat zij nu een houding aannam die hij belachelijk zou vinden - een goedkoop gebaar uit een bazarfilm. Maar hij streelde haar.

‘Het is allemaal zo verwarrend,’ zei Nila. ‘Laten we er in godsnaam over proberen te praten, hoewel ik bang ben dat ik dat helemaal niet kan. Ik weet niet hoe ik vragen moet beantwoorden. En ik kan ze zelf niet verzinnen. Ik ben bang voor wat je zult blootleggen als je doorvraagt en mij tot antwoorden dwingt.’

‘We zullen toch een paar dingen moeten weten,’ zei Frits. ‘Dat ligt voor de hand. Ik kan niet met een vrouw leven die iedere week haar vriendin ontvangt en met wie ik slaap terwijl ik denk: ze verlangt naar háar.’

‘Ik verlang niet naar haar,’ zei Nila.

‘Dat weet je niet zeker.’

‘Ze verlangt naar mij. Dat weet ik zeker.’

‘Het kan zijn,’ zei Frits aarzelend, ‘dat in jou een proces plaatsvindt dat nu openbaar wordt, waarbinnen deze dingen moeten gebeuren. Maar we moeten erachter zien te komen waarom dat proces in gang is gezet en welke elementen er oneigenlijk en modieus in zijn. Want dat denk ik tegenwoordig als het om vrouwen gaat. We moeten,’ zei hij zacht, ‘proberen ons leven draaglijk te houden, of te maken, als je denkt dat het ondraaglijk is. We moeten niet verder uit elkaar groeien, in steeds hoger tempo, omdat we niet meer kunnen praten. We leven maar één keer, we moeten het een beetje

[pagina 281]
[p. 281]

behoorlijk doen.’

‘We moeten de kinderen thuis halen,’ zei Nila. ‘Als ik één ding zeker weet is dat ik mijn kinderen om me heen wil zien.’

‘En de psychiater?’ vroeg hij. ‘Denk je niet dat het nu echt tijd wordt dat je daarheen gaat.’

Zij dacht na.

‘Ik wil nu niet,’ zei ze. ‘Ik kan niet bij zo'n man binnenkomen en zeggen: ik heb een inzinking gehad en ik ben lesbisch geworden. Wilt u alstublieft met mij praten.’

Zij keek Frits aan.

‘Ik voel me helemaal niet ziek,’ zei ze. ‘Ik weet dat ik af en toe die pillen nodig heb. Maar de dingen die er met mij gebeurd zijn wil ik eerst zelf onder ogen zien.’

‘Ik kan je niet dwingen,’ zei Frits.

‘Zou je dat willen?’ vroeg Nila.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken