Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dierbaar venijn (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dierbaar venijn
Afbeelding van Dierbaar venijnToon afbeelding van titelpagina van Dierbaar venijn

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

Scans (6.72 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dierbaar venijn

(1992)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 100]
[p. 100]

[XX]

als ik voor de zoveelste keer zijn geliefde studeerkamer binnenga, maak ik een begin met wat ik zo lang heb uitgesteld: ik orden zijn papieren.

Maar wie zit op een nagelaten bijdrage van hem te wachten?

Waarom kom ik niet rechtstreeks voor de waarheid uit?

Opdat hij niet het gras kon wegmaaien voor de voeten van zijn opvolgers, verwijderden ze hem met zachte hand uit het maaiveld. Bij zijn pensionering prezen collega's en studenten hem weliswaar de hemel in, noemden hem ‘de grondlegger’, maar dit was volgens Anne toch geheel ten onrechte; hij was wel een inventieve, belangwekkende man, en een inspirerende leermeester, maar tot hoogleraar bijvoorbeeld bracht hij het niet, hij ontlokte de Toscaanse grond van alles, maar de echte grondlegger haalt minstens een verloren tempelstad te voorschijn, of het equivalent van de Venus van Milo, eventueel met ook maar één stompje, maar dan wel aan de andere kant! En dan had hij er ook nog een prachtig, sluitend verhaal bij moeten bedenken waarin hij alles uitlegde; later mochten ze aantonen dat het de grootste onzin was die hij beweerde, maar

[pagina 101]
[p. 101]

dat verleende zijn faam van grondlegger des te meer gewicht.

Niets van dat alles: een uitstekend vakman; een vaardige pen.

Wat ik in dozen en mappen aantref, heeft ooit een doel gehad. Nieuwsgierig, en tegelijk met de vage angst dat hij opeens achter mij zal staan, blader ik willekeurig in zijn papieren, in de vage hoop dat ik zijn stem zal horen.

 

‘Vreemde gewaarwording,’ deelt hij mee, in een schriftje met op het etiket de vermelding ‘1946’. ‘Na vijf jaar met gesloten ogen denken aan een dag als deze. Nooit zal ik dichter bij jou zijn dan hier. Het kan niet lang meer duren voordat ook anderen aan de voet van dit monument zitten. Als mijn geheugen niet meer werkt, zal het hopelijk af en toe toch even oplichten, als troostende herinnering aan de wereld.’

 

Ik zie mijn vader op een steen zitten en de woorden in het schriftje noteren. Die onmogelijke verwachtingen van jonge mensen! Slecht papier. De woorden heeft hij waarschijnlijk in een brief overgeschreven. Blinde vlekken die ik mag invullen. Verzwegen argumenten die zich niet meer laten achterhalen. De stilte tussen mensen: ook ik heb die in stand gehouden.

Mijn vader aan de voet van het aquaduct Le Pont du Gard, vlak na de oorlog. Hij schrijft een brief aan mijn moeder. Hij laat haar weten dat hij naar haar verlangt. Hij reist terug naar Nederland en speelt met zijn dochtertje. Terug naar Zuid-Frankrijk, samen met zijn vrouw. Hij laat haar alles zien wat hij

[pagina 102]
[p. 102]

zelf eerder bezocht heeft, deelt zijn opgekropte verlangens met haar, zijn verwachtingen. Het is een van de laatste keren dat zij werkelijk iets delen. Hij zit op een stuk steen en kijkt omhoog. De zon hangt boven het aquaduct, ‘een blozende bol’.

Wat een kitsch, denkt zij misschien.

Hij wil de vage beelden met haar delen, haar betrekken bij zijn wereld, zijn emoties op haar overbrengen. Zo ben je immers minder eenzaam. Kijk nog eens zorgvuldig rond. Nooit meer zal het hier zo stil zijn.

Wat geeft zij om die stilte, mijn moeder, zij houdt van opwinding, lawaai, zij versiert de kamer ook op zijn verjaardag, zij nodigt mensen uit, maakt grote karaffen vruchtenbowl, rent heen en weer tussen kamer en keuken, lacht, soms een beetje aanstellerig, dat wel. Mijn vader heeft het al eerder als aanstellerig bestempeld.

Ons bezoek aan Glanum, Saint-Rémy en Arles: een afscheid van het landschap dat zich als de ultieme belofte voordeed.

Nadat hij mij die ene keer ontvlucht was, heb ik hem onophoudelijk streng in het oog gehouden.

Als ik zijn papieren orden, dwaal ik met geleend heimwee door hetzelfde landschap.

 

Ooit heb ik het huisje van mijn moeder leeggeruimd. Zij had lang niet zoveel spullen als mijn vader. In kale kamers leefde zij; er lag zelfs geen vloerkleed op de grond. Tegen de muren van haar slaapkamer, als in een museum dat wordt opgedoekt, stonden haar schilderijen. Maar ook toen al

[pagina 103]
[p. 103]

zocht ik naar woorden, alsof daarin de waarheid haar hoogst mogelijke concentratie bereikt, zoals bloemengeuren in parfum.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken