Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een gedoodverfde winnaar (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een gedoodverfde winnaar
Afbeelding van Een gedoodverfde winnaarToon afbeelding van titelpagina van Een gedoodverfde winnaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

Scans (7.91 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een gedoodverfde winnaar

(1988)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 19]
[p. 19]

[III]

Terwijl zijn vader zich koesterde in het aangename water van zijn zondagse bad, had Hugo inmiddels zijn kandidaatsexamen afgelegd. Ook ik begon mijn schade in te halen. Onze leermeesters waren ons voorgegaan in distantie. Meedoen was er niet bij. Wel analyseren. Maar wat gebeurde daar opeens? Wat waren dat voor mensen die de universiteit bezetten en een vakbond oprichtten, dit alles onder begeleiding van schetterende popmuziek?

Hugo drong zich naar voren. Het leek wel of hij die ruzie met zijn hoogleraar nog steeds niet was vergeten. Een aantal gebeurtenissen gleed nu op zijn plaats, althans zo leek het. Op een ochtend in 1966 keken wij op mijn kamer naar het huwelijk van Beatrix. Dit kwam tot ons via een aftands t.v.- toestel dat slechts bij uitzondering een helder beeld liet zien.

‘Blij dat ik hier zit,’ zei Hugo.

Opeens zag hij rook.

Later liep hij door de stad en bekeek als geïnteresseerd toeschouwer de relletjes. Eenmaal rende hij in de richting van zijn fiets, waarnaast zich een politiepaard had geposteerd. Hij had een abonnement op Hitweek en amuseerde zich kostelijk met al het opgeklopte nieuws dat hij erin las. Charlie Parker had hij vervangen door Dylan. Dit alles ging vreedzaam in zijn werk. Maar nu had hij het gevoel dat er iets in hem was veranderd. Hij drong zich naar voren en bemoeide zich met de discussies. Hij begon te werken aan de verandering van studieprogramma's en beschimpte medewerkers die zich met de grootste moeite omkleedden in spijkerpak. Hij stond aan de wieg van de revolutie en claimde

[pagina 20]
[p. 20]

een gedeeld vaderschap. Maar hij was hoogstens een door het kapitaal gesponsorde oom.

En een briljante student.

Toen hij afstudeerde kon hij bij de universiteit blijven. Ook politiek lag hij uitstekend in de markt. Niemand had hem ooit gemist op een vergadering, omdat hij er altijd was. Zijn werkgroepen waren steeds voltekend. Hij sprak de taal van de studenten tot hij zelf bemerkte dat hij al een tijdje rondcirkelde in hetzelfde spoor. Zijn tevredenheid begon te tanen. De revolutie had het niet gehaald.

Dit alles over Hugo in vogelvlucht. Hij trouwde en richtte zich behaaglijk in. Maar de euforie van vroeger bestond nog slechts in de herinnering. Hij besefte dat hij zich op het breukvlak van de tijden had gewaand. Zelfs was het hem voorgekomen dat de geschiedenis van Nederland na het werpen van de eerste rookbom was begonnen. De tijden veranderden, zoals zijn favoriete popster zong. Maar die veranderden hoe dan ook. De muziek werd bij dit alles niet minder welluidend. Alleen raakte hij er steeds vaker melancholiek door.

Hugo bedacht dat hij de mislukte omwenteling wetenschappelijk moest onderzoeken. Misschien konden anderen later met zijn bevindingen hun voordeel doen. Hij raakte geheel in de ban van zijn voornemen en onmiddellijk wendde hij zich tot een promotor die met enig voorbehoud zijn zegen aan de onderneming schonk.

‘Ik ben er bij geweest,’ zei Hugo met nadruk, toen hij mij de eerste keer over zijn proefschrift sprak. ‘Verdomme Paul, besef jij wel wat wij hebben gezien?’

Ik besefte dat terdege. Het was allemaal voorbij. Ik vroeg mij af of hij niet wat al te veel hooi op zijn vork nam en of hij wel precies wist wat hij wilde onderzoeken.

Ik zat aan het bureau van mijn vader en dacht aan Hugo.

[pagina 21]
[p. 21]

En ik dacht aan Hugo en mijn vader. Zij pasten in elkaars geschiedenis. Er waren weinig dingen die mijn vader gedurende de laatste jaren van zijn leven heviger betreurde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken