Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het moet allemaal nog even wennen (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het moet allemaal nog even wennen
Afbeelding van Het moet allemaal nog even wennenToon afbeelding van titelpagina van Het moet allemaal nog even wennen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

Scans (4.98 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het moet allemaal nog even wennen

(1983)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 80]
[p. 80]

Op weg

Bezitten beschaafde mensen een caravan?

Het antwoord luidt een driewerf nee! Beschaafde mensen huren een kasteel in het buitenland. Of blijven thuis. Onder de dertig en boven de zeventig mogen zij ook kamperen. Maar wie met een caravan de van tolwegen voorziene wijde wereld intrekt is een barbaar.

Omdat ik bang ben dat een enkele lezer de hierboven in diepe ernst neergeschreven zinnen als lichtvoetige ironie zal beschouwen, moet ik verder gaan:

Degene die de laatste pak weg tien jaar overwogen heeft een caravan te huren dan wel te kopen, hij deugt niet.

Ook mensen die aankoop of huur nooit hebben overwogen, maar wel eens een kijkje hebben genomen in de caravan waarmee hun buren het continent afschuimen - ze zijn besmet.

Iedereen die caravans tolereert, die niet in machteloze woede toeziet hoe deze over de weg zwaaiende behuizingen voor geestelijke kabouters het landschap verontreinigen, hij verdient het met stokslagen de Noordzee in te worden gejaagd.

Hoe merkwaardig dit ook moge klinken: alleen werkelijke proleten worden niet door de neiging dwarsgezeten deze spanen doodskisten met mokers

[pagina 81]
[p. 81]

en breekijzers te slechten.

Er was een tijd waarin Europa nog een beetje woest was. Waarin je voor een gulden slecht kon eten in Spanje. In die tijd was het kamperen vrij. Het had iets ongerepts. Goed, wie stelt zich voor hoe Proust zijn tent zou hebben opgeslagen? En denken wij eens aan de schrijver in een shelter voor het huis te Combray. Maar niet iedereen kan een Proust zijn. En ook ikzelf heb gekampeerd als knaap.

Toen de grote vergissing vorm kreeg dat iedereen met zijn eigen gemotoriseerde koekblikje op pad moest kunnen gaan, werden er concentratiekampen uit de grond gestampt om ze te ontvangen. Deze heetten campings en het leven zou er goed zijn.

Soms word ik zwetend wakker uit een droom. Dan sta ik naast vijf Nederlandse bouwvakkers in van die witte hemden. Zij poetsen hun tanden en zepen de oksels in.

Soms verandert de droom in een nachtmerrie wanneer ik in het washok ernaast mijn tanden poog te poetsen in het gezelschap van hun vrouwen.

Hoe afgestompt moet iemand zijn om zijn vakantie door te brengen op een camping. Deze zomer zag ik een man. De camping waarheen hij zichzelf gedeporteerd had, lag bij een druk kruispunt. In zijn tent gezeten had hij uitzicht op het stoplicht. 's Avonds drukte hij zijn neus plat tegen het hekwerk voor zijn tentdeur om de file te bekijken. Ik stond in die file, op weg naar mijn palmen en uitzicht op zee.

[pagina 82]
[p. 82]

Net over de grens, bij Tilburg, is een wegrestaurant. Beschaafde mensen rijden er voorbij. Maar een beschaafde Nederlander met twee wagenzieke kinderen stopt daar een ogenblik om de kotszakken uit te spoelen. En dan ziet hij ze weer: het schorem. Naar Spanje gepeesd met de caravan losjes achter de Kadett aanhuppelend. Tut Hola heeft het doosje leuk aan kant gemaakt, met gehaakte gordijntjes. Chemisch toilet voor noodgevallen. Kon zij zichzelf er maar in doorspoelen.

Langzaam wordt alles minder. Op de mooie plaatsen van Europa zijn flatgebouwen neergeplant en kampeerterreinen. De Nieuwe Neanderthalers strijken er neer, op zoek naar de zon. Ze willen wel vreemd gaan, maar niet vreemd eten. Voor het vervoer van eigen blikken hutspot heeft iedere fabrikant een zee van ruimte in de caravan gebouwd. De burgerlijke wegpiraten willen niet op vreemde stoelen zitten. Ze spreken ook geen vreemde talen. Toch zijn ze zo brutaal als de beul. Zonder gevoel voor het landschap planten ze de tekens van hun slechte smaak neer, spannen waslijnen, bezoedelen de aarde. Vaak hebben ze van die ongure borstelkoppen en een raar petje. Vervoeren vrouwen op hoge zwarte schoenen en een wit short met spataderen. Hebben kinderen die niks lusten. Vragen zich bij alles af of het goedkoper is dan thuis. Drinken wijn van één vijftig uit plastic tweeliterflessen. Denken dat het wijn is.

My home is my castle. De kettinghonden van de welvaart. Straks zijn ze allemaal weer thuis.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken