Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het moet allemaal nog even wennen (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het moet allemaal nog even wennen
Afbeelding van Het moet allemaal nog even wennenToon afbeelding van titelpagina van Het moet allemaal nog even wennen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

Scans (4.98 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het moet allemaal nog even wennen

(1983)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 83]
[p. 83]

Komma's

‘Zal ik u eens wat zeggen,’ zei de oude, broze schrijfster. ‘Ik woon al jaren in Parijs en daarom kan ik zo goed vergelijken. Ik logeer hier in het Carlton Hotel. Goed, zult u zeggen, dat is toch een gerenommeerd hotel. Maar toen de wastafel lekte en ik dat aan de directie liet weten, antwoordde deze dat ik er maar een handdoek onder moest leggen, dan hoorde ik het getik niet meer. Is het niet mensonterend? En dat terwijl ik geregeld in de Brasserie Lipp kom. Toch ook een zaak waar men het druk heeft. Dat neemt niet weg dat men er altijd een en al aandacht voor de gasten is. Weet u wat er met de mensen in Nederland aan de hand is? Ze zijn niet dienstbaar meer!’

Haar toehoorders stonden dicht tegen elkaar aangedrukt, zo vol was het op de receptie die de uitgeverij organiseerde ter inwijding van haar nieuwe percelen. En omdat niemand tegenspraak wilde verzinnen, voelde zij zich opeens een vedette. Een tachtigjarige die uit de vergetelheid was teruggehaald, maar die niet kon bevatten dat de wereld van weleer niet met haar mee was herontdekt.

Bij de uitgeverij waren ze die dag nog wel even van haar geschrokken. Want er waren ernstige fouten gemaakt. De redactie van het blad dat ze daar uitgaven had een van haar recente verhalen ge-

[pagina 84]
[p. 84]

plaatst. Bij het persklaar maken van de kopij had een redacteur alle volgens hem overbodige komma's uit het stuk geschrapt. Daarna had de zetterij een d vervangen door een t, die er bij correctie in was blijven zitten.

‘De redacteur is hier aanwezig,’ sprak een der directieleden van de feestende firma. ‘Zal ik hem even aan u voorstellen?’

‘Dat is goed,’ sprak de schrijfster met ver dragende stem, ‘want dan zal ik hem vermoorden. Zoals hij mijn werk heeft vermoord.’

Het betreffende verhaaltje was aardig. Het was ook wel interessant iets te publiceren van een schrijfster die al jaren was vergeten en plotseling weer in het licht geschoven werd.

De redacteur was zich nog niet bewust van de moordlust die het taalgebruik van de schrijfster een pinnige geladenheid had verschaft.

‘Dood wil ik hem,’ verklaarde zij, en daarna liet zij zich meetronen in de richting van de man die zij als geen ander haatte.

Terwijl zij zich door de menigte drong, kreeg zij opeens een andere schrijfster in het oog, die jonger en beroemder was dan zij en die zij zeer bewonderde. Zo kwam het dat zij de niets vermoedende redacteur passeerde onder het uitroepen van de woorden: ‘Nee, u wil ik niet zien!’

Even later kwam zij echter toch.

‘U hebt mij iets verschrikkelijks aangedaan,’ sprak zij. ‘Middagen lang heb ik mij teruggetrokken in de Bibliothèque Nationale. Omdat het er stil is.

[pagina 85]
[p. 85]

Het is er zo stil dat ik daar kan nadenken over de komma's in mijn werk. En die hebt u er uitgeschrapt.’

Even voelde de redacteur dat hij kwaad werd. Want het verhaaltje had hij toch vooral als curiositeit geplaatst, omdat niet iedere dag schrijvers worden herontdekt. Een tribuut aan het vak en aan de treurigheid van de vergetenen. Een herinnering aan zijn eigen, onopgemerkte verleden.

‘Ik vind dit heel vervelend,’ zei hij tegen de schrijfster. ‘En ik zal onmiddellijk uitzoeken wie dat schrappen van die komma's op zijn geweten heeft. U moet namelijk weten: dit soort dingen gebeurt tegenwoordig bijna vanzelf. Het produktieproces verloopt niet meer als vroeger. Ja, in het verleden kon je alles aan een zetter overlaten. Maar tegenwoordig is de zetter een jong meisje aan een toetsenbord dat aan haar vriend denkt en daarom komma's overslaat. Dit is een betreurenswaardige fout. De onderste steen zal bovenkomen bij het uitzoeken hiervan. En ik kan u beloven: wanneer u de volgende keer weer zo vriendelijk bent ons een verhaal af te staan, waar ik natuurlijk niet meer op durf te hopen, dan zal ik er persoonlijk voor zorgen dat uw stuk geen komma gekrenkt wordt en dat u zelf de drukproeven kunt nakijken.’

Het was even stil. De schrijfster zag de zo door haar gemiste dienstbaarheid terugkeren in de redacteur.

‘Kunt u die drukproef niet voor mij opzoeken en ook mijn kopij?’ vroeg ze vriendelijk, ‘zodat wij sa-

[pagina 86]
[p. 86]

men kunnen nagaan waar de fouten liggen en wie schuld treft?’

‘Ja,’ sprak de redacteur, ‘dat zullen wij zeker doen. Er is alleen een kleine kans dat die proeven moeilijk te traceren zijn. Vroeger namelijk, weet u, werden die keurig in archiefkasten bewaard. Maar tegenwoordig...’

‘Vertel mij niets over tegenwoordig,’ riep zij.

‘Tegenwoordig,’ ging de redacteur verder, ‘worden alle drukproeven en kopij in een hoek gegooid en moet je altijd maar hopen dat het terechtkomt.’

‘Als u het voor mij wilt uitzoeken, dan graag,’ zei de schrijfster.

Ze glimlachte. Ze was vroeger een gerenommeerd minnares geweest, zo wist de redacteur. Een vrouw met hevige uitbarstingen, geestig en snel.

Hij gaf haar een hand en glimlachte nu ook.

‘U zult uw best doen?’ vroeg ze.

‘Ja,’ zei hij, en opeens zag hij zichzelf staan in de laatste alinea van zijn leven, terwijl hij zich heldhaftig verzette tegen een onbekende die hem zijn punten en komma's had afgepakt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken