Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700 (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700
Afbeelding van Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700Toon afbeelding van titelpagina van Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.33 MB)

Scans (12.55 MB)

ebook (4.00 MB)

XML (0.87 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie
taalkunde/historische taalkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700

(1992)–Frank van Gestel, T. Rinkel, Jan Nijen Twilhaar, Fred Weerman–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoofdstuk 4

Toelichting vooraf

In hoofdstuk 4 zijn een aantal fonologische processen wel genoemd, maar niet geformaliseerd. Waar in het onderstaande in afleidingen dergelijke processen vermeld worden, gebeurt dat informeel, met name met behulp van een algemene aanduiding als ‘assimilatie’; alleen geformaliseerde regels worden met hun individuele naam vermeld. Voor sommige afleidingen bestaan redelijke alternatieven; hier is het kortste of aannemelijkste gekozen, indien geen alternatief vermeld is.

1. (1) i. a. goets: geen versmelting (2 o ev)
  ii. a. mett∂r: versmelting
  b. met + d∂r
  c. met + d∂r: progr. ass. v. stem > mett∂r
  (2) i. a. sechdi: versmelting
  b. segh(∂)t + ghi
  c. seght + ghi/ji: assimilatie > seghd(j)i: assimilatie > sechdi
  ii. a. shonichs: versmelting
  b. d∂s + honichs
  c. d∂s + honichs: > ds + honichs: assimilatie > ts + honichs > assimilatie > ss + honichs: degeminatie > shonichs
  (3) i. a. In: versmelting
  b. Ic + n∂
  c. Ic + n∂: assimilatie > Inn∂: schwa-del. op woordeinde > Inn: degeminatie > In
  ii. a. constu: versmelting
  b. const∂ + u
  c. const∂ + u: schwa-del. op woordeinde > constu
  iii. a. waert: versmelting
  b. war∂ + h∂t
  c. war∂ + ∂t: postvoc. schwa-del. > war∂ + t: schwa-del. op woordeinde > waert

[pagina 234]
[p. 234]

  iv. a. deen: versmelting
  b. d∂ + een
  c. d∂ + een: schwa-del. voor voc. > deen
  (4) i. a. mochtes: versmelting
  b. mocht∂ (onregelmatige vorm) + d∂s
  c.1 mocht∂ + d∂s: > mocht∂ + ds: assimilatie > mocht∂ + ts: assimilatie > mocht∂ + ss: degeminatie > mocht∂s Alternatieve derivatie:
  c.2 mocht∂ + d∂s: schwa-del. op woordeinde > mocht + d∂s: progr. ass. v. stem > mocht + t∂s: degeminatie > mocht∂s
  ii. a. moetet: geen versmelting (persoonsvorm: 2 mv o.t.t.)
  iii. a. Uten: versmelting
  b. Ut∂ + d∂n
  c. Ut∂ + d∂n: schwa-del op woordeinde > Ut + d∂n: progr. ass. v. stem > Ut + t∂n: degeminatie > Ut∂n
  iv. a. terden: geen versmelting (infinitief: ‘treden’)
  (5) i. a. leghet: geen versmelting (persoonsvorm: 3 ev o.t.t.)
  ii. a. haerre: geen versmelting (bezittelijk vnw.: 2 v ev)
  iii. a. Wine: geen versmelting (aaneenschrijving Wi + ne)
  iv. a. moeter: versmelting
  b. moet∂ (conjunctief) + ∂r
  c. moet∂ + ∂r: schwa-del. voor voc. > moet∂r
 
2. (6) i. a. tetene: bevat geen clitic.
  b. Het enige wat aanleiding geeft tot het ontstaan van tetene is de schwa-deletie op woordeinde die de klinker van te doet verdwijnen. De vorm wordt dus door de werking van één fonologische regel bewerkstelligd; aan te is geen verplaatsing naar C te pas gekomen, het is geen pronominale vorm.
  ii. a. comti: bevat een clitic.
  b. De versmelting komt voort uit comt + hi: dit subjectspronomen wordt naar C verplaatst door middel van Clitisatie; de h vervalt.
  iii. a. eist: bevat een clitic.
  b. Basis: de pv. van zijn: es + ∂t. De zwakke vorm ∂t is een subjectspronomen dat in C geïncorporeerd wordt. Daar vindt heranalyse van de lettergreepstructuur plaats: de klinker van de pv. ondergaat rekking in open lettergreep, zoals blijkt uit de spelling met ei (de i dient hier als teken van verlenging; in est (zelfde regel) is de verlenging niet opgetreden). De [∂] van ∂t verdwijnt.
  iv. a. scorne: bevat een clitic.
  b. De meervoudige persoonsvorm scoren (=verscheuren) wordt gevolgd door het zwakke mannelijke enkelvoudige objectspronomen ne (net als in etene (zelfde regel)), dat, al is dat hier niet te zien door het ontbreken van andere zinsdelen, naar C is verplaatst. Binnen de

[pagina 235]
[p. 235]

  nieuwe C-knoop vindt versmelting plaats: scoren + ne > scorenne: degeminatie > scorene > scorne.
  v. a. dat (5): bevat geen clitic.
  b. dat is hier onderschikkend voegwoord; het kan hier gegeven de inhoud van de bijzin geen subjects- of objectsclitic ∂t geabsorbeerd hebben.
  vi. a. hire: bevat twee clitics.
  b. De verbinding hire vormt samen met dat een C-knoop. Ondanks het ontbreken van aaneenschrijving is daarin het subjectspronomen hi verbonden met dat en is (e)re, het zwakke R-pronomen dat met het voorzetsel of een voornaamwoordelijk bijwoord vormt, aan C geadjungeerd aan de combinatie dat + hi. Hoewel de de schrijfwijze anders suggereert, is er dus geen rechtstreeks syntactisch verband tussen hi en re.
  vii. a. sijd: bevat twee clitics.
  b. Het subjectspronomen si volgt op het vragende bijwoord hoe in de TOP-positie, maar is geadjungeerd aan de (hier niet gelexicaliseerde) C. Aan deze combinatie is het zwakke objectspronomen (∂)t gehecht. De schrijfwijze met d wijst op assimilatie aan de stemhebbende beginmedeklinker van het volgende woord.
  viii. a. caent: bevat een clitic.
  b. De pv. can op de C-positie van de hoofdzin wordt verbonden met het zwakke objectspronomen ∂t. Dat is te zien aan de rekking in open lettergreep van de stamvocaal van can. De schwa van het pronomen is, net als bij eist in r. 3, daarna gedeleerd.
  ix. a. hen: bevat geen clitic.
  b. Net als in men in de vorige regel heeft het volle subjectspronomen het het negatiepartikel ne geabsorbeerd. Afleiding: het + n∂: assimilatie > henn∂: schwa-deletie op woordeinde > henn: degeminatie > hen.
 
(7) i. a. mochtijs: bevat twee clitics.
  b. De vorm heeft drie bestanddelen: de pv. op C-positie moch(e)t (moghen met een NP in de genitief betekent ‘ergens iets aan hebben’), het geïncorporeerde volle subjectspronomen ghi (eerste clitic) en het clitische genitiefobject ∂s, dat met mocht + (gh)ij een hogere C vormt. De schwa van ∂s verdwijnt na de volle vocaal van (gh)ij.
  ii. a. uwer: bevat geen clitic.
  b. De vorm is die van datief vrouwelijk enkelvoud van het bezittelijk voornaamwoord.
  iii. a. laet: bevat een clitic.
  b. Opgebouwd uit laet∂t + (∂)t: via degeminatie (na wegval van de eventuele schwa in het objectsclitic en van de themavocaal) absorbeert de persoonsvorm het

[pagina 236]
[p. 236]

  geïncorporeerde objectsclitic.
iv. a. souts: bevat een clitic.
  b. Het werkwoord saden (=verzadigen) heeft een genitiefobject bij zich, hier in de vorm van het zwakke (∂)s dat aangehecht is aan soude op de C-positie. Na deletie van de slotschwa van de pv. (en deletie na vocaal van de schwa in ∂s, indien aanwezig) assimileert de d aan de -s.
v. a. saels: bevat een clitic.
  b. Ook hier gaat het om het zwakke genitiefobject: ∂s. Na aanhechting aan de persoonsvorm sal ondergaat de combinatie heranalyse, met rekking van de stamklinker in open lettergreep als gevolg. Deletie van schwa levert de eindvorm op.
vi. a. atet: bevat een clitic.
  b. Het objectsclitic (∂)t is aangehecht aan atet in C. Via degeminatie (na eventuele wegval van de schwa in het objectsclitic) absorbeert de persoonsvorm dit clitic.

3. (8) i. a. dher (2) b. de + her
  ii. a. toten (3) b. tote + den
  iii. a. toten (5) b. tote + den
  (9) i. a. sulne (2) b. sullen + (e)ne
  c. clitic: (e)ne d. 4 m ev
  ii. a. hets (4) b. het + es
  (10) i. a. vinstu (1) b. vind(e)s + du
  c. clitic: du d. 1 v ev
  ii. a. opten (2) b. op + den
  (11) i. a. Smargens (1) b. (D)∂s + margens
  ii. a. dattie (2) b. dat + die
  (12) i. a. dedine (1) b. dede + hi + (e)ne
  c.1 clitic: hi d.1 1 m ev
  c.2 clitic: (e)ne d.2 4 m ev
  (13) i. a. waes (1) b. was + es (rekking in open lettergreep)
  c. clitic: es d. 2 o ev
  ii. a. dattene (3) b. dat + ene
  c. clitic: ene d. 4 m ev
  iii. a. warpene (4) b. warp + ene
  c. clitic: ene d. 4 m ev
  (14) i. a. sine (2) b. si + (e)ne
  c.1 clitic: si d.1 1 mv
  c.2 clitic: (e)ne d.2 4 m ev
  ii. a. toter (3) b. tote + der
  iii. a. hebben (4) b. hebbe + en
  c. clitic: en d. 4 m ev
  (15) i. a. Ghevalt b. Ghevalt + (e)t
  c. clitic: (e)t d. 1 o ev
  ii. a. hebt u b. hebt + u
  c. clitic: u (metrum) d. 4 mv

[pagina 237]
[p. 237]

  (16) i. a. Die hem
  c. clitic: hem
 
4. (4) i. a. woudse (4)
  ii. a. seit soe
  iii. a. Vergheuet (6)
  (op grond van het metrum is mi beklemtoond, niet geïncorporeerd, geen clitic)
  iv. a. doet (6)
  v. a. docht hem (9)
 
  vi. a. dat hijt (9)
 
  vii. a. liet hijt (10)
 
  viii a. daer het
  ix. a. seit si (15)
  x. a. doet ment (15)
 
  xi. a. sal v (16)
  xii. a. Waren si (19)

  (16) i. b. Die + hem  
  d. 3 m ev  
 
4. (4) i. b. LV c. 4 v ev
  ii. b. O c. 1 v ev
  iii. b. LV c. 4 o ev
  (op grond van het metrum is mi beklemtoond, niet geïncorporeerd, geen clitic)
  iv. b. LV c. 4 o ev
  v. b.1 O c.1 1 o ev
  b.2 MV c.2 3 m ev
  vi. b.1 O c.1 1 m ev
  vii. b.1 O c.1 1 m ev
  b.2 LV c.2 4 o ev
  viii b. O c. 1 o ev
  ix. b. O c. 1 v ev
  x. b.1 O c.1 1 ev
  b.2 LV c.1 4 o ev
  xi. b. MV c. 3 m ev
  xii. b. O c. 1 m mv

Opmerking. In Vergheuet (6) hoeft geen clitic geabsorbeerd te zijn. Ook bij docht (9) hoeft geen sprake te zijn van clitisatie.

5. (18) i. a. Haddet (5) b. Hadd∂ + (∂)t
  c. Hadd∂ + (∂)t: schwa-deletie voor vocaal > Hadd∂t
  (19) i. a. comdi (3) b. comet + ghi
  c. com∂t + ghi: assimilatie > com∂d + ghi > com∂di > comdi
  ii. a. ten (3) b. t∂ + den
  c. t∂ + den: schwa-deletie op woordeinde > tden: progr. ass. v. stem > tten: degeminatie > ten
  (20) Geen versmelting. De vorm haddet (2) is de reguliere persoonsvorm; een geabsorbeerde t is niet aannemelijk: een dergelijk clitic zou over het pronominale subject verplaatst zijn, terwijl wij ervan uitgaan dat dit niet mogelijk is; gheraden (=raad geven) zal hier intransitief zijn.
  (21) In principe kan de persoonsvorm moghet (4) een objectsclitic (e)t absorberen. Dat is hier niet het geval, omdat het werkwoord ontgaen (=ontsnappen) intransitief is. Bij Ghine (4) is louter sprake van aaneenschrijving.
  (22) i. a. Het is denkbaar dat dincket (1) het clitic (∂)t geabsorbeerd heeft. Dit pronomen zou dan vooruitwijzen naar die honichraten; een dergelijke verwijzing zonder overeenstemming in geslacht en getal is in het Middelnederlands mogelijk. Bij de tekstbezorging zou achter goet dan nog een komma moeten worden aangebracht: die honichraten is bij deze interpretatie een SEN aan de rechterkant.

[pagina 238]
[p. 238]

  b. dinck∂t + (∂)t
  c. dinck∂t + (∂)t: wegval schwa > dinck∂t + t: degeminatie > dinck∂t
  ii. a. De imperatief Etet kan op dezelfde wijze worden opgevat: het geabsorbeerde (e)t verwijst dan terug naar die honichraten.
  b. Et∂t + (∂)t
  c. Et∂t + (∂)t: wegval schwa > Et∂t + t: degeminatie > Et∂t.
 
6. (23) i. a. mett∂r (3) < met + d∂r
  b. -ter tale: 3 v ev
  c. met
  ii a. metten (5) < met + d∂n
  b. -ten tween ringhen: 3 m mv
  c. met
  iii. a. Twater (11): indien < ∂t + water, dan versmelting; als < t + water, geen versmelting
  b. 4 o ev
  c. vernomen
  iv a. enen voghele (13): geen versmelting
  b. 3 m ev
  c. ghelijc
  v. a. den toghele (14): geen versmelting
  b. 3 m ev
  c. bi
  vi. a. groter pine (16): geen versmelting
  b. 3 v ev
  c. in
  vii. a. hem (17): geen versmelting
  b. 4 m ev
  c. bewinden
  viii. a. Enen wech (21); geen versmelting
  b. 4 m ev
  c. sach
  ix. a. entie (23) < end∂ + die
  b. -tie see: 4 v ev
  c. laten... bliven
  x. a. weghes (25); geen versmelting
  b. 2 m ev
  c. Twalef milen ofte mee
 
7. (24) Het clitic -re in hire (5) is een bijwoord.
  (25) Het clitische -er in Hadder (6) is verbonden met het voorzetsel an.
  (26) Het clitische -er in hebber (3) is verbonden met het voorzetsel met.
  (27) Het clitische -er in Blever (3) is verbonden met het voorzetsel binnen.
  (28) Het clitic -er in ontfincker (4) is een bijwoord.
  (29) Het clitic er (2) is het kwantitatieve er; het clitische er (4) is verbonden met het voorzetsel in.

[pagina 239]
[p. 239]

8.a. (30) Woudire mi geraden toe



illustratie

Opmerking: Voor de vorming van ertoe werkt een omkeringsregel.

 

- Syntactische afleiding (30):

 

1. V-plaatsing van woudet

2. Clitisatie van ghi

3. Clitisatie van -(e)re

4. Extrapositie van toe

 

De drie eerste operaties leveren samen de volgende configuratie op:



illustratie

- Fonologische afleiding (30):

1. woud∂t + ghi: assimilatie > woud∂dj/ghi > woud∂di > wouddi > woudi
2. woudi + ∂r∂: postvocalische schwa-deletie > woudir∂ (Bij woudi + re geen fonologisch proces).

[pagina 240]
[p. 240]

b. (31) in doet nemmere



illustratie

- Syntactische afleiding (31):

 

1. V-plaatsing van ne doe

2. Topicalisatie van ic

3. Clitisatie van -(e)t

 

Het relevante linker gedeelte van de structuur heeft hierna de volgende vorm:



illustratie

- Fonologische afleiding (31):

1. ic + n∂: assimilatie > inn∂: schwa-deletie op woordeinde > inn: degeminatie > in
2. doe + ∂t: postvocalische schwa-deletie > doet (Bij doe + t geen fonologisch proces).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken