Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw (1710)

Informatie terzijde

Titelpagina van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw
Afbeelding van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de GraeuwToon afbeelding van titelpagina van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.29 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw

(1710)–Geertruijd Gordon de Graeuw–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Uytbreydinge
Van Rom. VIII. vers. 12, 13.

 
D'Apostel leert my wat verpligting op myn leid;
 
Ik ben nu schuldig, niet den vleesche; dat 's te seggen,
 
Te loochenen den eysch die 't vlees my voorblyft leggen.
 
Mits ik een andren geest, als dien der dienstbaarheid,
 
Die in my wrogt tot vrees, heb van myn God bekomen,
[pagina 13]
[p. 13]
 
Waar door ik ben als kind voljarig aan-genomen;
 
Die roepend in myn hert, daar Abba vader seyt:
 
Geest die met mynen geest getuygt, dat ik myn God
 
Tot kind geworden ben, en erfgenaam bedegen
 
Myns God, en met Gods Soon geregtigt tot de zegen,
 
Die hy bevogten heeft; 'k moet deelen in zyn lod:
 
Dies my, om my met hem verheerlijkt te verblyden,
 
Niets als voor zynen naam, en dus met hem te lyden,
 
Met allen noodig is, 'k heb anders geen gebod;
 
Sulks dat nu een van tweên volgt sonder tusschen stand;
 
Dat ik my als een kind, en vrye moet beschouwen,
 
Of dat God anders my sal voor een vyand houwen,
 
En daar na voelen doen, zyn gunst of strenge hand:
 
Na zyn regtvaardigheid moet hy my overgeven
 
Ter dooding, dat 's geseyt, om troosteloos te leven,
 
Soo 'k my nog dienstbaar stel, en dus aan 't vlees verpand.
 
Maar soo 'k de werkingen van 't stoff'lijk lighaam, dat
 
Niets goeds en heeft, en steeds my leugens wys komt maken,
 
Groothertig door den geest kan dooden en versaken;
 
Soo sta en ga ik voort op 't regte levens-pat:
 
'T is regt by God in sulk geval my troost te geven;
 
En vrede en vreugd' in hem, dat is de ziel van 't leven,
 
En 't leven van de ziel: hoe 't ook de wereld vat.


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken