Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw (1710)

Informatie terzijde

Titelpagina van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw
Afbeelding van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de GraeuwToon afbeelding van titelpagina van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.29 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw

(1710)–Geertruijd Gordon de Graeuw–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Eerste Rust of Pause.

 
1. Kom dan beneffens my te merken,
 
Voor eerst dat gy Jehova kent
 
Als 't grond-begin, en uyterste endt,
 
Uyt wien we, en tot wien we werken:
 
'T woord God behelst dien sin, en Hy
 
Wier my tot God met sig t'ontdecken,
 
2. Wiens werken tot het middel strecken,
 
Van 't worden 't geen hy was, aan my.
 
Dat Zalig wesen van Naturen,
 
3. Heeft sijn vernoegen nooyt gesogt,
 
Door alles wat hy heeft gewrogt;
 
Maar goed en wys in sijn besturen
 
Heeft my doen sien door klaar vertoon,
 
Dat hy uyt volheid my wouw geven,
 
Vernoegen, rykdom, ligt en leven,
 
Met sig te geven in sijn Soon:
 
In welken Soon hy my versoende
[pagina 26]
[p. 26]
 
Met sig; en schold myn schulden quyt:
 
Aan my betoont te deser tyd,
 
Als alles tot myn welzijn doende.
 
4. Waer uyt dan volgt, dat niet alleen
 
Hy gever is, en dus de werker;
 
Maar selfs de gift: dit bind nog sterker,
 
Myn Heyl en Heyligheid met een.
 
'T erkennen van Jehovaas wesen,
 
Is my het eeuwig leven, en
 
Daar in dat ik die Godheid ken,
 
Vind ik myn deugtsaamheid te lesen.
 
5. Dus heb ik Hem tot God gekregen,
 
Die, met dat hy dat wierd aan my,
 
(Daar hy my vond in slaverny,
 
In Baäls en Afgods-dienst gelegen,
 
Niet min elendig als godloos,)
 
My aan Jehovaas Heerschappye,
 
En dus den waaren God, als vrye
 
Heeft onderworpen, voor altoos.
 
Dus ik niet door, maar voor myn daden
 
Gelukkig wierd, en 't samen goet,
 
Of heylig: 't welk men weten moet,
 
Om regt te wegen Gods genaden:


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken