Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw (1710)

Informatie terzijde

Titelpagina van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw
Afbeelding van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de GraeuwToon afbeelding van titelpagina van De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.29 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw

(1710)–Geertruijd Gordon de Graeuw–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Uyt-breyding Over Hebr. IV. vers 14, 15.

 
O Heyl'ge Broeders! die Gods woord
 
Hebt van den Heere selfs gehoort;
 
En als waaragtig aan-genomen,
 
Dat hy u heeft de Soen gekomen,
 
Met God, door 't storten van syn Bloed,
 
'T welk alle smet van uw gemoed
 
Gewist heeft: u is dan verkondigt
 
Dat gy zyt Zaalig en en ontsondigt:
 
Door hem die 't u verkregen heeft.
 
Siet gy, die nu geloove geeft
 
Aan 't Goddelijk Getuygenisse,
 
Wat pligt nu legt op uw gewisse,
 
Houd dees belydenisse vast.
 
Dat is, en laat geen leed nog last
 
Van sond'ge swakhêên, vrees, nog lyden
 
Die u Geloof en Hoop bestryden,
 
Beletten uw erkentenis
 
Dat uw versoening seeker is;
 
En sulks uw Naasten te vertellen,
 
Om hem ter Leering voor te stellen.
 
Laat Vlees nog Wereld, die soo digt
 
Toe setten op den Zaal'gen pligt,
[pagina 192]
[p. 192]
 
Soo door belaging, als verdrucken;
 
U uw Belyd'nis niet ontrucken.
 
Want die u Ga naar voetnoota toe-leyd tot Gods Troon
 
En Ga naar voetnootb Heligmaker is Gods Soon;
 
Uw Hoogen-Priester die u voor-ging,
 
Wanneer hy alle Hem'len door-ging:
 
Hy is geen aardsen Aäron,
 
Wien 't mensch'lijk medelyden kon
 
Slegts in een seek're maat bevangen,
 
Als ook, met sondlijkheid behangen:
 
Waar voor hy selver off'ren most:
 
Neen Jesus, die u heeft verlost,
 
Heeft sig in alles, (sonder sonde)
 
Versogt, gelijk als wy bevonden.
 
Hy is en God en Mensch te saam;
 
En dus op 't hoogst voor ons bequaam,
 
Soo magtig als geneygt te helpen
 
In d'Angsten, alsse ons overstelpen:
 
Die niet alleen (als God) sulks weet,
 
Maar die als mensch, door 't geen hy leedt
 
Selfs heeft gevoelt, hoe 't ons om 't hert is,
 
Als Ziel en Lyf beset van smert is:
 
Op dat ons dit bekent souw staan,
 
Nam hy al mee de menscheid aan:
 
Soo heeft hy met volmaakt mee-doogen,
 
Ons struyck'len en verdriet voor oogen.
 
Als dan syn Almagt palen stelt
 
Aan al de boosheid en 't gewelt,
 
Van die uw yever tegen-streven,
 
Hy kan en sal ook kragten geven!
 
In 't lyden, moet gy t'ondergaan,
 
Om tot syn Eere door te staan:
 
Laat geen bedreve struyckelingen,
 
Aan u den roem der hoop ontwringen;
 
Syn mede-doogen stygt te hoog.
 
Nadien met een goed-keurend oog,
[pagina 193]
[p. 193]
 
Hy dees uw swakhêên aan kan merken:
 
Gods Hoogen-Priester houdse als werken
 
Van Gods regtvaardigheid, om dat
 
(Syn Heyl niet na waardy geschat)
 
Gy, agtloos voor uw doen en spreeken,
 
Al uyt uw stand-plaats waart geweeken:
 
Waar in geen ziel weer wort geset,
 
Voor datse met toe-passing let,
 
Op d'onbedriegelijke kuntschap
 
Van 's Vaders liefde, en wisse vrundschap.
 
De kern van uw belydenis;
 
Waar van syn Soon d'Apostel is:
 
Die ook getuygnis heeft bekomen
 
Van God, met op te zyn genomen,
 
Dat hy als Priester en Profeet,
 
Sig in syn Ampt volmaaktlijk queet.
 
Daarom O Broeders om te sluyten,
 
Set al 't verwyt en vreese buyten;
 
Uw Zaalig voor-regt is uw last,
 
Houd d'eens gekende waarheid vast:
 
Want laat gy die lafhertig slippen,
 
Merkt op wat sorgelijke klippen,
 
Gy door u twyff'lend weyfflen stoot;
 
Met uwen Priester hier soo groot
 
En mede-doogende beschreven,
 
d'Eer syner Waarheid niet te geven:
 
Soo wort Gods Prediker veragt;
 
En onbetaamlijk slegt gedagt,
 
Soo van syn Goddelijk vermogen,
 
Als meer dan menschelijk me-doogen:
 
En dus syn Vader ook onteert.
 
Gy zielen dan, van God geleert,
 
Dees pligt beklyve op uw gewisse;
 
Volhert in uw belydenisse.

voetnoota
Hebr. Cohêên.
voetnootb
Gr. Hiërus.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken