Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie
Afbeelding van Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzieToon afbeelding van titelpagina van Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.45 MB)

Scans (2.91 MB)

XML (0.53 MB)

tekstbestand






Editeurs

Jenne Clinge Doorenbos

Garmt Stuiveling



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie

(1948)–Herman Gorter–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 47]
[p. 47]

[Voel je den nacht]

 
Voel je den nacht
 
den eersten lentenacht?
 
 
 
Hoor je de boomen wel zingen
 
eerst daar heel hoog hoog zingen
 
van de teere bovenste takken
 
als keelen die braken
 
in angstig verlangend hoog vreugdeschreien,
 
hun hoog gierluidende lentelijen,
 
hoor je den nacht
 
den eersten lentenacht?
 
 
 
En nu gonzen de stammen
 
nu de eerste nachtvlammen
 
hen grijpen in zwarte handen,
 
ze gonzen tusschen hun tanden,
 
hoor je het, kind,
 
hoor je het, kind,
 
de oude zwarte stampalen
 
droomen in lage schalen
 
omdat het nu weer begint.
 
 
 
Laten we nu onze hoofden
 
buigen in zoelomloofde
 
zwarte warme nachtboezems,
 
om de lippen doffe nachtbloesems,
 
in de haren nachttrillingen,
 
aan het lijf onze vingeren,
 
in den mond onze drooge tongen,
 
in onze armen die vongen
 
elkander eindelijk
 
o eindelijk.
 
 
 
Laten we hoog opstaan
 
en door de zwarte lente gaan,
[pagina 48]
[p. 48]
 
hij heeft zijn zwarte luchtebloemen,
 
dat zijn zijn geurige lentehanden,
 
daarmee is hij gekomen
 
daarmee loopt hij de wanden
 
der ronde luchten af -
 
hij legt ze aan onze wangen,
 
wij drinken luchten-lange
 
teugen zwartvallend hemellicht,
 
dat valt stil af
 
op ons gezicht.
 
 
 
Wat ben je nu zwart,
 
ik kan je oogen niet eens meer zien,
 
is dit je hart -
 
wat gaat er geschien?
 
 
 
Ik ben zoo bang,
 
toch is het zoo veilig,
 
de lente is zwart, de lucht weelig,
 
en jij in mijn armen zoo zacht
 
in de huidevacht -
 
het komt van het lang verlang.
 
 
 
Je bent zwart, ik wou wel vergaan
 
hongerig, nooit van daan
 
meer komen, in zwarte bloemen
 
o mijne zwarte bloeme.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken