De tale Kanaäns. Een leergang liederen (onder de naam Willem Barnard)

[p. 60]

De vijfde zondag na Pasen
Rogate of vocem jucunditatis

Rogate

Evangeliegezang naar Johannes 16 vs 23-30. Bij dit lied zie men: Wij moeten Gode zingen, p. 20.

Brood om te eten
en wijn van vreugd,
woord om te weten
wat niemand heugt,

Zaad om te sterven
tot ons behoud,
dertig- en zestig-
en honderdvoud,

Wees onze voorspraak
en voer het pleit,
gij alle oorzaak
der zaligheid,

Leer Gij ons bidden
en neem ons aan
die in ons midden
zijt opgestaan.

Achter iedere strofe te zingen:

Al wat er nodig is

om te bestaan,

vraag dat in Jezus' naam!

Van het nieuwe verbond

Schriftuurlijk lofgezang over Genesis 9.

De zonen van den vader,
de kinderen der troost,
zij komen uit het water,
het water van de doop.

Het zijn de eerstelingen,
een nieuwe creatuur,
zij zullen Gode zingen
van water en van vuur.

Zij komen uit de regen,
zij komen uit de vloed,
zij zijn voorgoed gezegend,
zij doen de schepping goed.

Zie boven in de wolken
het teken van de boog,²
dat toont aan alle volken
Gods vrede hemelhoog.¹

2 Genesis 9 vs 13, waar de ‘boog’, een oorlogswapen, tot verzoeningsteken wordt. Zo is ook het kruis van betekenis veranderd.

1 Genesis 5 vs 29.

[p. 61]

 

O Lieve Here Jezus,

 

dank voor de lentetijd!

 

Dan loopt de boom des levens

 

met nieuwe loten uit.

Van horen en doen

Rijmbrief naar Jacobus 1 vs 22-27.

Al wie het woord zal horen
en doet het daarna niet
is als een mens die ziet
het eigen aangeboren
gelaat
zo 't in de spiegel staat.

Maar heeft hij 't al geweten,
dit beeld van zijn bestaan,
daarna zijns weegs gegaan
is hij terstond vergeten
en ziet
doch kent zichzelve niet!

Ons beeld, ons ware wezen,

Woord Gods in eigen vlees,

volmaakt en zonder vrees,

staat in de Wet te lezen...

zo doet

wat zalig is en goed.