| |
| |
| |
De veertiende zondag van de zomer
Van Lea en Rachel
Schriftuurlijk lofgezang over Genesis 29.
dat het vlees moet dromen,
| |
Van vlees en geest
Epistelgezang naar Galaten 5 vs 22-26.
Wat zijn de goede vruchten,
die groeien aan de Geest?
geloof om veel te vragen,
| |
| |
En wie zijn ziel niet prijsgeeft
maar vasthoudt tot het eind,
wie zijn bestaan niet kruisigt,
hoezeer hij levend schijnt.
hij gaat voorgoed verloren,
Maar wie zich door de hemel
laat helpen uit de droom,
die vindt de boom des levens,
en als hij zich laten enten
dan rijpt hij in de lente
tot hij vruchtdragen zal.
| |
Van de vogels en de bloemen uit de bergrede
Evangeliegezang naar Mattheüs 6 vs 24-33.
de wereld heeft geschapen
alleen maar door te spreken
en weten van geen treuren,
De vogels die daar vliegen,
De bloemen en de heesters
als sluiers van een bruid
breiden het vuur des geestes
Zij bloeien zo uitbundig,
als was hun bloei oneindig,
Zij vliegen zo voortvarend,
Wat zullen wij dan slaven
Ons manna komt van boven,
| |
| |
God immers houdt de ganse
God immers houdt op aarde
wat leeft in staat en stand,
|
|