Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het joodsche lied (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het joodsche lied
Afbeelding van Het joodsche liedToon afbeelding van titelpagina van Het joodsche lied

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

ebook (2.82 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het joodsche lied

(1915)–Jacob Israël de Haan–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 59]
[p. 59]

Zeventien Tammoez Ga naar voetnoot1

 
Dezen dag werd het laatst beleg geslagen
 
Door Titus om 't Heilig Jeruzalem,
 
Die met zijn legioenen, ijzren klem
 
De stad wreed worgde in een-en-twintig dagen.
 
 
 
Dit zijn de Drie Weken, dat wij geen stap
 
Door 't leven gaan, zonder dat ons het leed
 
Van Jeruzalem aan de harten vreet,
 
Tot aan den vastendag van Negen Ab.
 
 
[pagina 60]
[p. 60]
 
Dit zijn de Drie Weken, dat wij maar schamel
 
Maaltijd houden; bij het aldaaglijksch brood
 
Bidden wij, dat God ons uit onze nood
 
Van de vier hoeken der aarde verzamel.
 
 
 
Dit is de tijd, dat Bar-Cogiba later
 
Tegen Romeinen met zijn leger stond.
 
Het leger viel. Over heiligen grond
 
Spoelden Romeinen bloed als waardloos water.
 
 
 
Ons laatste leger. Van strijdende Joden
 
Verschenen nooit meer benden in het veld,
 
Het Volk verging. Zij zwerven veel-gekweld
 
Die eeuwen lang voor wreede volken vloden.
 
 
 
Vijanden van 't Heilig Jéroecholojiem Ga naar voetnoot1
 
Die één Volk voortdrijft met dreunende horden,
 
Mijn Lied weent wraak. Mogen uw steden worden
 
Gelijk Sedom, Amore, Adma, Zebojiem.
 
 
[pagina 61]
[p. 61]
 
Dit zijn Weken, dat tusschen tien en drie,
 
Verdervende dwaalt, die naar lusten loert,
 
En meer dan duizend duivels kwaad volvoert,
 
Duistere Demon, Kétèf Merierie.
 
 
 
Behoedt uw Heil, dat Kétèf niet verderve
 
Uw hart met lust erger dan tergend leed,
 
Dat gij niet wetten en rechten vergeet,
 
Dat niet uw ziel een eeuwigen dood sterve.
 
 
 
Rondom mijn hart bouw ik een heilge muur,
 
Die Kétèf niet breekt, van Liefde en gebed.
 
Gods naamletter draag ik als amulet
 
Op mijn hart, dat ik niet valle in het Vuur,
 
 
 
Het eeuwig wentlende. Geen oogwenk sust
 
Het druischend woeden van zijn purper branden.
 
Mijn hart klopt snel. Heer, in uw Heilge Handen
 
Leg ik mijn ziel, mijn Liedren. Geef mij rust.
voetnoot1
Den zeventienden Tammoez sloeg Titus het beleg voor den binnenmuur van Jeruzalem. Drie weken daarna, op den negenden Ab, had hij de Stad veroverd. Daarom zijn die twee dagen vastendagen. De Drie Weken zijn een rouwtijd. Gedurende de Drie Weken dwaalt van des morgens tien uur tot des middags drie uur een duistere demon rond, die Kétèf Merierie heet, welke naam beduidt: ‘Het bittere Verderf’.
voetnoot1
De Joodsche naam van Jeruzalem.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken