Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Monnikje Lederzak en andere driestheden (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Monnikje Lederzak en andere driestheden
Afbeelding van Monnikje Lederzak en andere driesthedenToon afbeelding van titelpagina van Monnikje Lederzak en andere driestheden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

Scans (7.86 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Monnikje Lederzak en andere driestheden

(1968)–Jacques den Haan–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 57]
[p. 57]

Jacques I, de grote verbieder

De constatering, die ik onlangs ergens las, dat het grootste onderontwikkelde gebied ter wereld zich onder onze hoed bevindt, bracht mij er vanzelf toe, nog eens naar mijn sciencefictionale wereld van het jaar drieduizend te gaan kijken. U weet dat waarschijnlijk nog niet, maar daar gebied ik oppermachtig en ik zal eens in de aanstaande historie bekend worden als Jacques i, de Grote Verbieder, als eens Caracalla ‘een vreselijk monster’. Enkele ingrijpende veranderingen zullen tegemoet gezien mogen worden. Zo worden de zaken van het hart, van de zorg om de naaste, de broederliefde en al die dingen meer, voor een tijdje afgeschaft. Het zijn allemaal móóie dingen, maar ze zijn niet nuttig gebleken. Dat hart bijvoorbeeld, die aloude pompinstallatie, heeft nooit één oorlog kunnen voorkomen, geen bloedbad kunnen verhinderen. Een berichtje als het volgende, dat de Reader's Digest uit Ekstrabladet overnam, vind ik om in te lijsten: ‘A tv program on bullfighting was taken off the air in Copenhagen because there were so many complaints against showing cruelty to animals. The program was replaced by films of naval battles.’ Hetzelfde met de moraal en de ethiek, de paradepaarden, die op gezette tijden op stal gebracht worden als dat beter uitkomt en na een oorlog dan weer fris en vrolijk worden voorgereden. Op zolder ermee! Ze hebben de mensheid in het meest weerzinwekkende moeras geleid, waarin onder meer de politiek als een monsterparasiet staat te stinken. Vanuit dat moeras zie ik de ontwikkeling der wetenschap als een vuurpijl in een stikdonkere nacht. ‘Scientists do seem to be getting somewhere, whereas the rest seem (to the man in the street) to be getting nowhere’ constateert V.H. Mottram in zijn bijzonder leesbare en levendige boekje The Physical Basis of Personality (1944). Het heeft mij, als ‘man in the street’ bijzonder getroffen dat, toen enkele jaren geleden de mensen der wetenschap uit oost en west om de tafel gingen zitten, er binnen enkele dagen volkomen overeenstemming was bereikt en het verbaast mij voortdurend, dat deze mensen der wetenschap zich nog altijd maar voor iedere politieke bokkewagen laten spannen. Een ‘opstand der geleerden’ zou wel eens de enige redding kunnen

[pagina 58]
[p. 58]

blijken...

In mijn jaar drieduizend worden dan ook alle politici onmiddellijk opgepakt en bijeengebracht op een mooi, groot eiland met een net klimaat. Ze kunnen dat dan naar hartelust verdelen en herverdelen, het bevrijden en veroveren en elkaar naar wens in naam des vredes uitroeien, voor de rest van de wereld zou een van de diepste oorzaken van de menselijke ellende met één slag opgeruimd zijn. Alle politiek zal ik zonder meer afschaffen en de ongetelde miljarden, die dan van de overbodig geworden bewapening vrij zouden komen, voor een zeer belangrijk deel besteden aan de wetenschap, vooral aan het exploreren van de menselijke mogelijkheden, hetgeen misschien eerder ‘gods bedoelingen’ zou kunnen zijn dan het nu eens zus en dan weer zo uitleggen van de overleveringen van een bijna pre-historisch woestijnvolk. Inderdaad, een ‘heerschappij van de rede’, zoals men dit verachtelijk en verwijzend naar het failliet van de achttiende eeuw zou kunnen noemen. Die heerschappij toen was inderdaad een mislukking, veroorzaakt door onvoldoende kennis en altijd weer de remkracht en onwil van de kerk.

De medische wetenschap zou een flinke bom duiten krijgen, maar zou ook omgaand met een praktisch en simpel middel moeten komen om de geboorten te regelen, zeker, snel en billijk. Dat middel beschikbaar, zou onmiddellijk de oekase volgen, dat ik over een jaar een baarverbod (neen, een baar- en niet een paar-) zou instellen voor tenminste een jaar en een fors progressieve belasting te beginnen bij het derde kind. Grote bedragen ook voor de biochemie, voor onderzoek naar die lichamelijke basis van de persoonlijkheid en naar de werking van het brein. Ik wil weten hoe het zit met dat mespuntje substantie, dat de melancholie zou verlichten van hen, die enige borrels onder pari geboren zijn, zoals Linklater dat eens genoemd heeft. ‘Our thyroids condition the development of our personalities. We tread a narrow knifeedge between over- and under-activity-how narrow we do not accurately know. One Harley Street physician equates it to less than a grain of desiccated thyroid per day.’ (Mottram). En hoe

[pagina 59]
[p. 59]

het zit met die ingreep in klierwerking, die tot gevolg zou hebben, dat het aloude ‘als de jeugd maar wist en de ouderdom maar kon’ uit het boek des levens geschrapt zou worden. Ik ben ook erg nieuwsgierig naar de middelen, die in staat schijnen te zijn de menselijke perceptie te vergroten, wie weet zouden kunnen leiden tot het vinden van nieuwe dimensies, nieuwe zintuiglijke gewaarwordingen en die nu onder de onheilspellende kreten der permanent bezorgden ‘verdovende middelen!’ en ‘denk aan de jeugd!’ op één hoop gegooid worden. Een volwassen Logan Pearsall Smith schreef in een brief: ‘It's odd that one's view of the world should be a chemical one, but since this seems to be so, one must bless the chemistry which can brighten it a little’ en de sombere Palinurus overpeinst in The Unquiet Grave: ‘A thorough knowledge of opium, benzedrine, phosphorus, and other drugs should make it possible for us to feed the brain the right mixture according to the effect desired; whether we contemplate a work of the imagination (putting ideas into our heads) or of the intellect (analysis, memory, reasoning).’ Het zal dan ook tijd worden voor een vroegtijdig te beginnen, algemene seksuele opvoeding, waarbij bepaald niet vergeten zal mogen worden, dat de geslachtsdaad eerst de ware smaak krijgt door de liefde. En ik zal het antwoord willen weten op het probleem, dat de hoogleraar in de anatomie van Oxford, W.E. Le Gros Clark stelt in een stuk over de structuur van het brein en het proces van het denken uit het bundeltje The Physical Basis of Mind (Oxford, 1950). Hij zegt daar dat fossiele vondsten er op wijzen, dat het menselijk brein gedurende tweehonderdduizend jaar niet merkbaar in grootte veranderd is. Er schijnt geen bewijs te zijn voor enige verdere evolutionaire uitbreiding. Wèl vertonen onze hersenen een verbijsterende reeks van individuele verschillen, maar het is tot heden niet mogelijk gebleken deze verschillen te verbinden met verschillen in intellectueel vermogen. Hij vervolgt: ‘Een genie kan een brein hebben van gemiddelde grootte - of zelfs nogal wat kleiner dan de gemiddelde grootte - en geen anatoom (zelfs met behulp van de microscoop) is nog in staat ge-

[pagina 60]
[p. 60]

weest enig verschil aan te tonen tussen de intrinsieke structuur van het brein van een genie en de hersens van een mens van gemiddelde intelligentie. Op anatomische gronden lijkt het er daarom op, dat het voornaamste voordeel van de geniale mens niet is, dat hij is toegerust (kant en klaar om zo te zeggen) met een groter en ingewikkelder brein, maar dat hij op de een of andere manier de kunst verstaat het gewone soort menselijk brein efficiënter te gebruiken dan de meesten onzer vermogen. Het is een intrigerend probleem te overwegen hoe hij die kunst verwerft!’

Ja, er is nog heel wat te doen in mijn heilstaat. Maar het zal nog wel even duren voor ik er aan toekom.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken