Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Monnikje Lederzak en andere driestheden (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Monnikje Lederzak en andere driestheden
Afbeelding van Monnikje Lederzak en andere driesthedenToon afbeelding van titelpagina van Monnikje Lederzak en andere driestheden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

Scans (7.86 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Monnikje Lederzak en andere driestheden

(1968)–Jacques den Haan–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 61]
[p. 61]

De zogstuwing van de heilige Agatha

Was het niet Du Perron, die geschreven heeft over de omkeerbaarheid van de meeste aforismen? Het schoot me te binnen toen ik in het boekje las van Marie Claire Loupard Notities van een norse dame (Boucher, Den Haag) en daar de wat negatieve overpeinzing aantrof: ‘Niets is zo oninteressant als het immorele’ hetgeen natuurlijk helemaal niet waar is: de hoogst immorele Talleyrand-Perigord en de ook immorele Prince de Ligne bijvoorbeeld zijn oneindig interessanter dan welke morele hoogstaander ook en ik zou de stelling liever omkeren tot ‘Alles is interessanter dan het morele’. Maar verder ben ik het lang niet overal met deze norse dame oneens. Aardig vond ik haar uitspraak over het verschil tussen Freud en Jung, waarbij ‘in de sterrenkunde van de ziel Freud de astronoom en Jung de astroloog is.’ Uitermate nors is deze dame ten aanzien van artsen. Ze is hun gematigd dankbaar omdat ze haar onder andere van diverse verkoudheden, jeuk aan de voetzolen en het geloof in de volmaaktheid genezen hebben. Ze vervolgt: ‘En de bakker heeft mij uitstekend brood geleverd, maar die was er beleefd bij.’ Uit haar ‘Raad aan patiënten’ neem ik slechts het slot over: ‘Sterf liever dan fonds-patiënt te zijn.’ Oneens ben ik het weer met haar uitspraak: ‘De publikaties van medici zijn al even onleesbaar als hun handschrift.’ Aan enkele van de enorm vele geschriften van Docteur Cabanès, Autour de la vie de Bohème of de twaalf delen van zijn Moeurs intimes du passé of de delen van zijn Grands névropathes of zijn Fous couronnés heb ik bepaald veel genoegen beleefd, al meende ik steeds de mededelingen van deze ‘docteur’ met enig zout te moeten nemen. Dat blijkt evenwel niet nodig; ik vond hem namelijk met veel lof en zelfs respect vermeld in een merkwaardig boek, dat mij werd toegezonden onder verwijzing naar mijn ‘heilstaat in het jaar 3000’. Met enige aarzeling geef ik toe, dat ik het boek in kwestie met plezier gelezen heb: de erkenning, genoegen te beleven aan het lezen van bibliografieën en catalogi stempelt iemand wel tot bibliomaan, dunkt mij, een afwijking, die ik nu reeds zovele jaren voor mijn lezers verborgen heb trachten te houden. Goed, het gaat over: Disease and Destiny. A Biblio-

[pagina 62]
[p. 62]

graphy of Medical References to the Famous by the late Judson Bennett Gilbert (Londen, 1962) en voor het geval u belangstelling mocht hebben voor het hersengewicht van Turgenjew, dan wijst het u de weg naar de Revue Anthropologique van 1884, in Parijs verschenen. Over Docteur Cabanès, die zijn voornaam op de titelpagina's van zijn werken zo zorgvuldig verzwegen heeft, vond ik in de inleiding tot dit werk: ‘Probably the most remarkable writing on the abnormalities, diseases, pathological conditions, deaths, autopsies and exhumations of the great men and women of history was done by Augustin Cabanès (1862-1928).’ Hij richtte in 1893 het medisch-historische tijdschrift La Chronique Médicale op en was er tot zijn dood redacteur van. Een index op de ontzaglijke hoeveelheid materiaal, die hij nagelaten heeft, is in New York gemaakt voor de New York Academy of Medicine op een kaartsysteem, dat de ‘Keyes cards’ heet en bewaard wordt in de Malloch Rare Book Room en bij de samenstelling van deze bibliografie wel herhaaldelijk geraadpleegd zal zijn. In die inleiding al worden vele boeken vermeld, waarvan de titels bijzonder fascinerend zijn. Hier zijn er enkele. Om te beginnen: ‘the most important medical book ever written by a layman’, Robert Burton's Anatomy of Melancholy natuurlijk uit 1621. Recenter: met veel prachtig fotomateriaal over het dodenmasker: Das ewige Antlitz van Ernst Benkard (1927) en titels als The Great Abnormals; Les épileptiques de génie dans l'histoire et la littératuren Genius and Epilepsy: Brief Sketches of Great Men Who Had Both; Idols and Invalids; Die genialen Syphilitiker; Homosexualismo creador (Madrid, 1933); Krankheit und Tod im Schicksal bedeutender Menschen; Disease and Destiny of een werk als dat van Gustav Bychowski, Dictators and Disciples. A Psycho-analytic Interpretation of History (1948). Vooral de tuberculose heeft in de belangstelling gestaan: J. Arthur Myers, Fighters of Fate, Erich Ebstein, Tuberkulose als Schicksal, Jean Hubert, Le rôle de la tuberculose dans l'oeuvre artistique en Tuberculosis and Genius van Lewis J. Moorman. Het belangrijkste werk over de psychopathologie van het genie moet het boek van Wilhelm Lange-Eichbaum zijn: Genie, Irrsinn und Ruhm. Eine Pathographie

[pagina 63]
[p. 63]

des Genie, voor het laatst in 1956 herdrukt.

Wat de bibliografie zelf betreft, het zal niemand verbazen te bevinden, dat over figuren als Goethe, Leonardo da Vinei, Rousseau, Napoleon - de kwellende vraag bijvoorbeeld of hij ziek was bij Waterloo? - verreweg het meest gepubliceerd is, met twaalf pagina's over Shakespeare waarschijnlijk wel als maximum: geschriften over de demonologie bij Shakespeare, ‘A pharmacological appreciation of Shakespeare's Hamlet: on instillations of poisons into the ear’, over de hysterie van Lady Macbeth, Hamlet's melancholie, ‘Shakespeare in der Dunkelheit der Zahnheilkunde seines Zeitalters’, het Othello-syndroom tot ‘Shakespeare and Teeth’ toe. Ook Molière is natuurlijk voortdurend in de belangstelling met stukken als ‘Molière n'aimait pas les médecins?’ of ‘A propos du Malade Imaginaire’. Wat had u verder gehad willen hebben? Of El Greco astigmatisch was? - zie 23 geschriften over hem, waaronder van O. Huber, ‘Zu Grecos Astigmatismus’ uit de Klinische Monatsblåtter für Augenheilkunde. Of hebt u toch meer belangstelling voor de schoonheid van Mata Hari - zie een artikel dat anoniem verschenen is in Aesculape, Parijs, 1925: ‘La beauté de Mata Hari’. Bent u nieuwsgierig naar de stembanden van A. Hitler, de paranoia van Swedenborg, de ogen van Aldous Huxley, de geestesziekte van Nietzsche, het Lolita-complex van Lewis Carroll (dan moet u nieuwsgierig blijven, want daarover geen woord!) de epileptische aanvallen van Dostojewsky, het fetisjisme van Restif de la Bretonne, naar de zogstuwing van de heilige Agatha, blijkbaar de patrones der zoogsters, de ogen van James Joyce, het masochisme van Marianne Alcoforado, de Portugese non, de migraine van Joséphine de Beauharnais, de dorst van James Boswell, de homoseksualiteit van Hans Christiaan Andersen, de te hoge bloeddruk van De Balzac, naar het lange leven van Brillat-Savarin, die zo van goed eten hield - of naar Bilderdijk, toch liever Bilderdijk? Hij staat er in: A. van Dominck, ‘Bilderdijk en de geneeskunde. De ziekte der geleerden’ (Bijdragen tot de geschiedenis der geneeskunde, ii, 1936). Of bent u erg Oranjegezind en hebt u belangstelling voor de dood van koning

[pagina 64]
[p. 64]

Willem I: H.J. Vinkhuijzen: Lijkschouwing van Zijne Koninklijke Hoogheid Willem Alexander Karel Hendrick Frederik der Nederlanden, Prins van Oranje. Geneeskundige courant, verschenen in 1884 in Tiel.

Het komt mij wat vreemd voor, dat er maar twee publikaties over Freud zouden zijn, geen enkele over Jung, noch over de psycho-analist Theodor Reik, die autobiografisch materiaal gepubliceerd heeft, noch over Havelock Ellis, wiens eigen seksuele afwijking zeker van belang geweest is voor de mildheid van zijn opvattingen over seksuele afwijkingen bij anderen en waarover stellig gepubliceerd is. Dat er maar twee geschriften over Leopold von Sacher-Masoch zouden zijn is moeilijk aan te nemen; deze bibliografie bevat er een kleine twintig over De Sade - bepaald foutief is het hierbij, dat het werk van dr. Eugen Dühren, Der Marquis de Sade und seine Zeit, waarvan de eerste druk in 1899 verschenen is, hier eerst in 1948 vermeld wordt als I. Bloch (zijn pseudoniem) Marquis de Sade: His Life and Works.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken