Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Monnikje Lederzak en andere driestheden (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Monnikje Lederzak en andere driestheden
Afbeelding van Monnikje Lederzak en andere driesthedenToon afbeelding van titelpagina van Monnikje Lederzak en andere driestheden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

Scans (7.86 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Monnikje Lederzak en andere driestheden

(1968)–Jacques den Haan–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 147]
[p. 147]

Rickett's Folly

John Steinbeck, gewoonlijk stevig verankerd in de bodem van de Salinas vallei in Californië, waar de meeste van zijn romans spelen, heeft in The Log from the Sea of Cortez uit 1958 verslag uitgebracht over een trouwens niet zo grootscheepse expeditie naar ‘de Zee van Cortez’, zoals die vroeger heette, tegenwoordig wat minder romantisch: de golf van Californië, een golf, ingeklemd tussen de ‘arm’ van het langgerekte schiereiland van Zuid-Californië en het solide ‘lichaam’ van Mexico. Bibliografisch vereist dit boek wat deze Engelse editie betreft enige verklaring. Sea of Cortez verscheen in Amerika in 1941; de expeditie was in het voorjaar van 1940, een tocht, die blijkbaar onder leiding stond van Steinbeck en de bioloog Edward F. Ricketts. ‘Dov’ Ricketts was een uiterst merkwaardige man; hij is een belangrijke figuur in Steinbeck's roman Cannery Row en naar ik aanneem ook in zijn Sweet Thursday, een man, die een bescheiden handel dreef in allerlei zeedieren en die ook laboratorium-werkzaamheden verrichtte in zijn Pacific Biological Laboratory Inc. In het voorjaar van 1948 kwam hij door een ongeluk om het leven, diep betreurd door vrijwel alle inwoners van het kustplaatsje Montery, zowat halverwege San Francisco en Los Angeles. In deze Engelse uitgave nu van The Log from the Sea of Cortez is zo'n biografische schets van Ricketts opgenomen, die tegenwoordig een ‘profile’ heet. Men zou dit het literaire gedeelte van het boek kunnen noemen, het reisverslag dat er op volgt is gevuld met dikwijls hoogst belangwekkende biologische observaties en met filosofische overwegingen van Steinbeck.

Uit de ‘profile’ blijkt wel, dat Ricketts een heel aparte figuur was. De bohémien komt in de Amerikaanse letteren weinig voor, maar hier is er dan een. Als ik goed gerekend heb leerde Steinbeck hem omstreeks 1930 kennen, toen van hem alleen nog maar zijn leven van de boekanier Henry Morgan, Cup of Gold verschenen was.

Het is duidelijk, dat ze beiden vrij berooid waren, vanaf die eerste ontmoeting hebben ze het uitnemend kunnen vinden. Ricketts was bioloog uit hartstocht, ging op in zijn laboratorium en zijn vangsten, maar was daarnaast een man, die op gezelschap ge-

[pagina 148]
[p. 148]

steld was, graag en veelvuldig een stevig glas dronk, liefhebber was van Bach en de geestelijke raadgever van de madame, die tegenover zijn laboratorium een huis van plezier deed floreren en van de dames, die hem over haar zielsconflicten kwamen consulteren. Ricketts was geen klant, niet uit morele overwegingen, maar omdat hij moeizamer veroveringen zocht; eerst grote weerstanden vermochten zijn liefdesvuur tot imponerende temperaturen op te jagen. Hij was een man, die volslagen onverschillig was wat zijn uiterlijk betrof, die er ook geen been in zag in naam der wetenschap een nat pak te halen als hij iets bijzonder interessants in het water ontdekte, maar die een blijkbaar ingeschapen aversie had tegen een nat hoofd, een aversie die hij zover dreef, dat hij onder de douche een zuidwester op had. Hij was dermate aan de dierenwereld en in het bijzonder aan ongelede dieren verknocht, dat hij een van zijn vele geliefden op een moment van uitnemende vertedering ‘wormpje’ noemde. Zijn amoureus bestaan werd gecompliceerd doordat hij zelf dikwijls de barrières bouwde. Steinbeck vertelt een wel amusant geval van een bepaald niet zo kuise jongedame, van wie Ricketts zich evenwel een virginale voorstelling had gemaakt, ten dele gebaseerd op een zwijgzaamheid, die slechts voortsproot uit het feit dat ze, volgens Steinbeck, ‘barely had acquired the power of speech and did not trust it as a means of communication.’ Ricketts wist haar tenslotte dermate van haar deugdzaamheid te overtuigen, dat deze voor hem onoverwinnelijk bleek. Een en ander had haar evenwel zoveel tijd gekost, dat zij zich met vernieuwde vlijt op haar zo oude beroep moest gaan toeleggen om de geleden geldelijke schade weer in te halen.

Ricketts was een groot en toegewijd drinker, een man die in de eerste wereldoorlog langs de kust bekendheid genoot vanwege een brouwsel, dat ‘Rickett's Folly’ heette. Er werd van verteld, dat de bevelvoerende officier van de streek, een majoor, na twee glazen ervan, correct in de pas en zonder het minste geslinger recht tegen een muur was opgelopen en dat hij een korte, maar zeer krijgshaftige speech had afgestoken terwijl hij langzaam ter

[pagina 149]
[p. 149]

aarde zonk. ‘Het was echt niets bijzonders’, vertelde Ricketts later, ‘het smaakte heerlijk. Ik heb nooit kunnen begrijpen waarom het zo'n vreemd en dikwijls humoristisch effect had, dat drankje van me. Het was niets dan alcohol, codeïne en grenadine...’

Ja, Ricketts was een wat Rabelais-achtige figuur. Zoals dikwijls bij Steinbeck kan men hem niet immoreel noemen, of amoreel - hij had terdege een code, maar een die van de gebruikelijke afweek. Het was met hem zo ongeveer gesteld als met de zwervers, die Steinbeck hier terloops beschrijft en die in zijn romans meestal een belangrijke rol spelen. Ze schooiden hun kostje bij elkaar, vraten ‘Doc’ Ricketts uit als hij hun de kans gaf, verkeerden op goede voet met de meiskes uit Madame's etablissement, maar wilden niets te doen hebben met de man, die in dat huis der lichte zeden optrad als uitsmijter en beschermheer. Ze dronken de whisky, die hij in zijn wanhopige pogingen amicaal met hen te worden, soms kwistig distribueerde, ze accepteerden zijn leningen, maar weigerden verder iets met hem te maken te hebben - een kwestie van ‘stand’, die Ricketts met grote belangstelling bestudeerde. Hij had trouwens belangstelling voor alles, hij was een man, die als weinigen, met al zijn zintuigen druk in functie, leefde, enorm vitaal - ‘it took a train to kill him’ - hij kwam bij een ongeluk op een onbewaakte spoorwegovergang om het leven. Een bijna meer dan levensgrote figuur.

Bijna meer dan levensgroot. In Steinbeck's uitvoerige ‘profile’ valt de Amerikaanse behoefte tot mythe-vorming weer op, maar het blijkt ook en helaas opnieuw, dat Ricketts niet helemaal uit de bladzij komt. Hoezeer we hem in al zijn soms beminnelijke eigenaardigheden leren kennen, hij wordt niet ‘rond’, er ontbreekt een dimensie aan hem - hij wordt niet een werkelijk mens, hij blijft een figuur over wie Steinbeck omstandig vertelt.

In het tweede gedeelte van dit boek, het verslag dus van de eigenlijke expeditie, is Steinbeck kennelijk in zijn element. Hij vertelt onderhoudend van allerlei vangsten, hij weidt uit over het vreemde leven van de zeekomkommer, de tuna, de zwaardvis,

[pagina 150]
[p. 150]

over het feit dat de bodemgesteldheid, de omgeving dus bij de ene vorm van dierlijk leven leidt tot agressiviteit en snelheid, bij de andere daarentegen tot schuildrift en camouflage, hij spreekt over Horatius en escargots, over aphrodisiaca en hoe droef het is dat die niet bestaan, over ‘teleological thinking’ en het rondborstige spraakgebruik van biologen; hij mediteert over het verband tussen de produktiviteit van hormonen en moraal, over de duivelse eigenschappen van buitenboordmotoren en hij heeft zelfs een goed woord voor kannibalen over.

De periode van het ‘engagement’, de tijd van crisis in de jaren voor de tweede wereldoorlog is Steinbeck's glorietijd geweest. De heldere novellen uit The Long Valley, passages uit The Grapes of Wrath waren literaire hoogtepunten. Het laatstgenoemde boek werd een wereldsucces en heeft waarschijnlijk in Amerika bijgedragen tot een groeiend besef van sociale verantwoordelijkheid. Daarna volgden wat dubieuze oorlogsromans als The Moon is Down en Bombs Away. In 1947 verscheen de roman met die technicolor-symboliek, The Wayward Bus, veel later Sweet Thursday, een voortzetting van Cannery Row - Amerikaanse Pallieter, vrij kort geleden werden we onthaald op de naar mijn smaak nogal geforceerde leut van The Short Reign of Pippin iv. ‘Het verhaaltje’ blijkt niet langer Steinbeck's beste kant en het was voor mij dan ook een verademing deze Log from the Sea of Cortez, dit boek over de zee, over dieren en Indianen van hem te lezen. De ‘profile’ over een zo levenslustig en origineel man als Ed Ricketts was een genoeglijke toegift.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken