Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Monnikje Lederzak en andere driestheden (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Monnikje Lederzak en andere driestheden
Afbeelding van Monnikje Lederzak en andere driesthedenToon afbeelding van titelpagina van Monnikje Lederzak en andere driestheden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

Scans (7.86 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Monnikje Lederzak en andere driestheden

(1968)–Jacques den Haan–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 151]
[p. 151]

Léautaud mon voisin

Het vijfentwintigjarig bestaan van Penguin Books werd mede gevierd door het lanceren van vijfentwintig nieuwe titels, waaronder romans van Camus, E.M. Forster, William Golding, Compton Mackenzie, Thomas Mann, Iris Murdoch, novellen van Doris Lessing, ‘A portrait’ van Joyce, het eerste forse deel The Gathering Storm van de memoires van Churchill, een magnifiek geillustreerd reisboek The Crossing of Antarctica van Fuchs en Hillary, drie toneelstukken van O'Neill en een boek, dat voor mij aantrekkelijker is dan een plankvol romans: The Penguin Dictionary of Quotations van J.M. en M.J. Cohen. Voorwaar een indrukwekkend geheel. Mr. (nu Sir) Allen Lane besloot het artikel in de Bookseller waarmee hij indertijd zijn nieuwe onderneming aan de boekhandel voorstelde met ‘I would be the first to admit that there is no fortune in this series for anyone concerned...’ daarmee opnieuw bewijzend, dat je wonderlijk genoeg een goed uitgever kunt zijn en toch een slecht profeet. Ik vond het citaat in het reeds genoemde boek An Occupation for Gentlemen van Fredric Warburg, een wel amusant en opgewekt boek met herinneringen van de directeur van het uitgevershuis Secker & Warburg. Dat uitgeven een ‘real business’ is, bewijst het boek van Warburg, die althans in dit eerste deel, dat voornamelijk over de crisisjaren handelt, onder veel tegenslag te lijden had. En dat ondanks een lijst waarop Thomas Mann, Arnold Zweig en Orwell voorkwamen, wier werk toen moeizaam te verkopen was. Op zoek naar een boek, dat zeker zou gaan, kwam Warburg bij H.G. Wells terecht, die inderdaad wel wat voor hem had, maar als eis een excessieve reclame stelde: ‘I expect my publishers to bankrupt themselves on my behalf. Will you do that?’ Toen het gesprek kort daarop over vrouwen ging - een geliefd onderwerp van Wells, zei deze, dat hij ‘oversexed’ was en hij noemde dat een levenslange last. Warburg, half zo oud als Wells, sprak hem vrijpostig tegen en noemde hem juist ‘undersexed’ - hij moest zichzelf voortdurend bewijzen dat enz. Dit amuseerde Wells dermate, dat Warburg verder geen moeite met hem had.

Dat Wells een bijzonder lastig heer voor zijn uitgevers (hij heeft

[pagina 152]
[p. 152]

er heel wat versleten!) geweest is, blijkt ook wel uit het boek van Sir Stanley Unwin The Truth About a Publisher, verschenen bij zijn eigen firma George Allen and Unwin Ltd. (Londen, 1960). Toen Wells in geldnood zat verkocht hij zijn roman Ann Veronica voor een in die tijd hoog bedrag ineens, maar hij trok al gauw aan de bel om ‘royalties’ toen bleek, dat het boek opgang maakte, hetgeen Sir Stanley Unwin omschrijft als ‘heads the author wins, tails the publisher loses’. Unwin was een der eersten, die het belang van export inzag, hij bereisde verschillende malen de hele wereld om de markt te bestuderen en kan na een carrière van meer dan vijftig jaar als uitgever vaststellen, dat vijfenvijftig procent van de omzet van zijn firma naar het buitenland gaat (bij Penguin is het de helft). Hij weet onderhoudend te vertellen van het wel en wee van soms onwaarschijnlijke boeken, ook hij had zijn wee bij een bombardement waar hij in één nacht anderhalf miljoen boeken verloor en zijn wel met de ‘publishing history’ van bijvoorbeeld Kon- Tiki. Tijdens de oorlog adviseerde hij de Nederlandse regering in Londen inzake uitgeverskwesties. Zo sloeg hij voor, dat men een of twee exemplaren van de boeken, die tijdens de oorlog in Engeland verschenen, zou inslaan voor onze ‘National Library’ (die we trouwens niet hebben) een goede raad, die om allerlei duistere redenen blijkbaar niet is opgevolgd, zomin als Sir Stanley Unwin zelfs maar een ‘dankjewel’ gekregen heeft. Dit laatste is eerst goedgemaakt in 1950 toen hij benoemd werd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Dat zal hem goed gedaan hebben, want het is duidelijk, dat hij het met zichzelf getroffen heeft. We zien hem dan ook op foto's afgebeeld op allerlei leeftijden, we kunnen zien hoe hij wandelt, tennist, schaatsenrijdt, we zien hem als eredoctor en met de groten der aarde, we zien hem met opa en oma in al hun glorie van Victoriaanse keurslijven en waardige baarden, we zien hem in Tokio en Barcelona en net als bij Warburg krijgen we ook mevrouw te zien. Wat we niet krijgen is een aparte visie op hun auteurs. Die komen bij Warburg noch bij zijn collega duidelijk uit de verf en daaraan kunnen we zien, dat ze inderdaad eigenlijk geen schrij-

[pagina 153]
[p. 153]

vers zijn: ‘I make no claims as a writer’ heet het dan ook in The Truth About a Publisher.

Nog duidelijker is dat in het op zichzelf beminnelijke boek van Adrienne Monnier Rue de l'Odéon (Parijs, 1960). Van 1915 tot 1951 heeft ze haar boekwinkel gehad in die straat, in juni 1955 is ze overleden. Haar boek bevat korte bijdragen van Saint-John Perse, Jacques Prévert, Michel Cournot en La Petite Ida, het hulpje dat jarenlang bij haar gewerkt heeft, artikelen over ‘het vak’ van Adrienne Monnier zelve en verder haar herinneringen aan de groten, die zij in haar zaak heeft mogen ontvangen. De lijst is indrukwekkend: Alfred Vallette van de Mercure de France, Paul Fort, ‘le poète en personne’, Louis Aragon, Léon-Paul Fargue, Jules Romains, André Gide, André Breton, Soupault, Cocteau, Valéry en nog vele anderen. Dat zij een merkwaardig grote invloed gehad moet hebben blijkt uit het feit, dat Edouard Dujardin (die van de gecoupeerde Lauriers) in een lange bespreking van de Franse literatuurgeschiedenis van René Lalou haar verantwoordelijk stelt voor de keuze en de wijze van behandeling van de schrijvers in dat werk, waartegen ze in een waardige brief protesteert. Ze is zesentwintig jaar lang vrijwel een buurvrouw geweest van Léautaud, zoals ze schrijft in het hoofdstuk ‘Léautaud mon voisin’, maar het is opvallend magertjes, wat ze over deze merkwaardige figuur weet mee te delen. Het aardigste vond ik de onthullende anekdote over Blaise Cendrars, een anekdote, die de krentenwegerij van de Mercure de France nog eens illustreert, waarover ook Léautaud zich in zijn Journal Littéraire soms zo verbitterd beklaagt. Cendrars dan kwam zonder een cent uit de oorlog terug, bood het tijdschrift Mercure de France een gedicht aan, dat geaccepteerd werd. Hij vroeg een klein voorschot en kreeg ten antwoord, dat de Mercure in het geheel niets betaalde voor verzen. ‘Eh bien’, repondit-il, ‘foutez-le en prose en donnez-moi cent sous.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken