Print Davids Harpzangen, of de CL Psalmen van den koninklyken Profeet David, en andere heilige Mannen(1707)–François Halma Vorige Volgende De Lofzang van Simeon. Luc. Cap. 2. 29-32. NU laat gy, Heer, uw' knecht, + Naar 't woordt hem toegezegt, Gaan in een' vollen vrede: Omdat hy heeft gezien + Uw zaligheit, en dien [p. 538] Die komt, naar onze bede. +2 Het heil van u bereidt, Door uw barmhartigheit, Voor 't aanschyn aller volken; +Den Heidenen een licht, Tot Isrels eer gericht, Straalt hoog tot aan de wolken. + 29 Nu laet' gy, Heere, uwen dienstknecht gaen in vrede, na u woordt. + 30 Want mijne oogen hebben uwe saligheyt gesien, + 31 Die gy bereyt hebt voor het aengesichte van alle de volckeren: + 32 Een licht tot verlichtinge der Heydenen, ende tot heerlickheyt uwes volcks Israels. Vorige Volgende