Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Davids Harpzangen, of de CL Psalmen van den koninklyken Profeet David, en andere heilige Mannen (1707)

Informatie terzijde

Titelpagina van Davids Harpzangen, of de CL Psalmen van den koninklyken Profeet David, en andere heilige Mannen
Afbeelding van Davids Harpzangen, of de CL Psalmen van den koninklyken Profeet David, en andere heilige MannenToon afbeelding van titelpagina van Davids Harpzangen, of de CL Psalmen van den koninklyken Profeet David, en andere heilige Mannen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (90.34 MB)

XML (1.15 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Davids Harpzangen, of de CL Psalmen van den koninklyken Profeet David, en andere heilige Mannen

(1707)–François Halma–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Formulier van den H. Doop. te bedienen aen de kleyne Kinderen der Geloovige.

DE Hooftsomme der Leere des Heyligen Doops is in dese drie stucken begrepen:

Eerstelick, dat wy met onse kinderen in sonden ontfangen ende gebooren, ende daerom kinderen des toorns zijn, soo dat wy in 't rijcke Gods niet en mogen komen, 't en zy dat wy van nieuws gebooren werden. Dit leert ons de ondergangh ende besprenginge met het water, daer door ons de onreynigheyt onser zielen word aengewesen, op dat wy vermaent worden een mishagen aen ons selven te hebben, ons voor Godt te verootmoedigen, ende onse reyn-maeckinge ende saligheyt buyten ons selven te soecken.

Ten tweeden, betuyght ende verzegelt ons de Heylige Doop de afwasschinge der sonden door Jesum Christum. Daerom werden wy gedoopt in den naem des Vaders, ende des Soons, ende des Heyligen Geests. Want als wy gedoopt werden in den naem des Vaders, soo betuyght ende verzegelt ons Godt de Vader, dat hy met ons een eeuwigh verbond der genade oprecht, ons tot sijne kinderen ende erfgenamen aen-neemt, ende daerom van alle goet versorgen, ende alle quaet van ons weeren, ofte t'onsen besten keeren wil. Ende als wy in den naem des Soons gedoopt werden, so verzegelt ons de Soon dat hy ons wascht in sijnen bloede van alle onse sonden, ons in de gemeenschap sijns doodts ende weder-opstandinge inlijvende, alsoo dat wy van alle onse sonden bevrijdt ende rechtveerdigh voor Godt gerekent werden. Desgelijcks als wy gedoopt werden in den naem des Heyligen Geests, soo verseeckert ons de Heylige Geest, door dit Heyligh Sacrament, dat hy by ons woonen, ende ons tot lidtmaten Christi heyligen wil, ons toe-eygenende het geen wy in Christo hebben, namelick d'afwasschinge onser sonden, ende de dagelicksche vernieuwinge onses levens, tot dat wy eyndelick onder de gemeynte der uytverkorenen in 't eeuwige leven onbevleckt sullen gestelt worden.

 

Ten derden; Overmits dat in alle verbonden twee deelen begreepen zijn, soo worden wy oock wederom van Godt door den Doop vermaent ende verplicht tot eene nieuwe gehoorsaemheydt, namelick, dat wy desen eenigen Godt, Vader, Soon, ende Heylige Geest aenhangen, betrouwen, ende lief hebben van gantscher herten, van gantscher ziele, van ganschen gemoede, ende alle krachten, de wereld verlaten, onse oude nature dooden, ende in een nieuw Godtsaligh leven wandelen. Ende als wy somtijdts uyt swackheydt in sonden vallen, soo moeten wy aen Godts genade niet vertwijffelen, noch in de sonde blijven liggen, overmits de Doop een zegel ende ongetwijffelt getuygenis is, dat wy een eeuwigh verbondt der genade met Godt hebben.

Ende hoewel onse jonge kin-

[pagina (32)]
[p. (32)]

deren dese dingen niet en verstaen, soo en magh mense nochtans daerom van den Doop niet uytsluyten, aengesien sy oock sonder haer weten der verdoemenisse in Adam deelachtig zijn, ende alsoo oock wederom in Christo tot genaden aengenomen worden, gelijck Godt spreeckt tot Abraham den Vader aller geloovigen, ende oversulcks mede tot ons ende onse kinderen, Gen. 17. 7. seggende: Ende ick sal myn verbondt oprichten tusschen my ende tusschen u, ende tusschen uwen zade na u in hare geslachten tot een eeuwigh verbond; om u te zyn tot eenen God ende uwen zade na u.

Dit betuyght oock Petrus: Act. 6. 33. met dese woorden, Want u komt de belofte toe, ende uwen kinderen, ende allen die daer verre zyn, so veele als 'er de Heere onse Godt toeroepen sal.

Daerom heeftse Godt voormaels bevolen te besnijden, het welck een zegel des Verbonds ende der gerechtigheydt des geloofs was, gelijckse oock Christus omhelst, de handen opgeleydt ende gezegent heeft, Marc. 10.

Dewijle dan nu de Doop in de plaetse der Besnijdenisse gekomen is, soo sal men de jonge kinderen, als erfgenamen des Rijcks Godts, ende sijns Verbonds doopen. Ende de Ouders sullen gehouden zijn hare kinderen in het opwassen hier van breder te onderwijsen. Op dat wy dan oock dese heylige ordeninge Godts tot sijner eeren, tot onsen troost, ende tot stichtinge der gemeynte uytrichten mogen, so laet ons sijnen Heyligen Naem aldus aenroepen:

O Almachtige, eeuwige God, gy die na uwen strengen oordeel de ongeloovige ende onboetveerdige wereldt met de sondtvloedt gestraft hebt, ende den geloovigen Noë sijn achtster uyt uwe groote barmhertigheydt behouden ende bewaert, gy die den verstockten Pharao met alle sijne volke in het roode Meyr verdroncken hebt, ende uw volck Israel droogsvoets daer door geleyd, door het welk den Doop beduyt werd, wy bidden u door uwe grondeloose barmhertigheyd, dat gy dese kinderen genadelick wilt aensien, ende door uwen Heyligen Geest uwen Soone Jesu Christo inlijven, op dat sy met hem in sijnen doodt begraven werden, ende met hem mogen opstaen in een nieuw leven, op dat sy haer kruys, hem daeglicks navolgende, vrolick dragen mogen, hem aenhangen met waerachtigen gelooven, vaste hoope, ende vyerige liefde, dat sy dit leven ('t welck doch niet anders is dan een gestadige dood) om uwent wille getroost verlaten, ende ten laetsten dage voor den Rechterstoel Christi uwes Soons sonder verschricken mogen verscheynen, door den selven onsen Heere Jesum Christum uwen Soon, die met u ende den Heyligen Geest een eenig Godt leeft, ende regeert in eeuwigheyd. Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken