Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Davids Harpzangen, of de CL Psalmen van den koninklyken Profeet David, en andere heilige Mannen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (90,34 MB)

XML (1,15 MB)

tekstbestand






Genre
poëzie

Subgenre
liederen/liedjes
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Davids Harpzangen, of de CL Psalmen van den koninklyken Profeet David, en andere heilige Mannen

(1707)–François Halma

Vorige Volgende

Formulier om den Heyligen Doop te bedienen aen Bejaerde Personen.

HOewel de kinderen der Christenen (onaengesien sy dit niet en verstaen) uyt kracht des Verbonds moeten gedoopt werden, is 't nochtans niet geoorloft de Bejaerde te doopen, 't en zy die te voren hare sonden gevoelende, belijdenis doen van hare boete ende geloove in Christum. Want om dese oorsake heeft niet alleen Joannes de Dooper, predikende na 't gebodt Godts den Doop der boete, tot vergevinge der sonden, die hare sonden beleden, gedoopt, Marc. 1. ende Luce 3. Maer onse Heere Jesus Christus heeft oock sijne discipelen bevolen, alle volckeren te leeren, ende die selvige te doopen in den name des Vaders, ende des Soons, ende des Heyligen Geests, Mat. 28. ende Marc. 16. Dese belofte daer by voegende, dat die gelooven sal ende gedoopt sal zijn, saligh sal zijn. Gelijck oock de Apostelen, als blijckt uyt de Handelingen der selver, Act. 2. 10. en 16. volgens desen regel, geene andere bejaerde gedoopt hebben, als die belijdenis van haer geloof ende boete gedaen hebben. Dien volgens is hedendaeghs niet geoorloft eenige andere bejaerde te doopen, als

[p. (34)]

die de verborgentheden des heyligen Doops uyt de predicatie des Heyligen Euangeliums geleert hebben, ende te gelijck hares geloofs door mondelicke belijdenisse rekenschap konnen geven.

Aengesien gy N. dan oock begeert met het heylige Doopsel gedoopt te worden, ten eynde het u zy een zegel der inlijvinge in de Kercke Godts, ende dat blijckt dat gy niet alleen de Christelicke Religie aenneemt, in dewelcke gy privatelick van ons zijt onderwesen, daer van gy mede voor ons belijdenisse gedaen hebt, maer oock uw' leven na deselve, door Godts genade, wilt aenstellen: sult gy voor Godt ende sijne gemeynte ongeveynsdelick antwoorden.

Ten eersten; Of gy gelooft in den eenen waerachtigen God, onderscheyden in drie persoonen Vader, Soon, ende Heylige Geest, die hemel ende aerde, ende alles wat daer in is, uyt niet geschapen heeft, ende noch onderhoudt ende regeert, soo dat niet geschiet in den hemel ende op der aerden sonder sijnen Goddelicken wille ?

Antw. Ja.

 

Ten tweeden; Of gy gelooft dat gy in sonden ontfangen ende gebooren zijt, ende volgens dien een kint des toorns van natueren ten goede gantsch onbequaem, geneygt tot allen quaede, ende dat gy met gedagten, woorden, ende wercken, de geboden des Heeren menighmael hebt overgetreden, ende of dese sonden u van herten leet zijn ?

Antw. Ja.

 

Ten derden; Of gy gelooft dat Christus, die waerachtigh ende eeuwigh Godt is, ende waerachtig mensche, die sijn menschelicke nature uyt den vleesche ende bloede der maget Maria heeft aengenomen, u tot een Salighmaker van Godt geschoncken zy, ende dat gy door dit geloof ontfangt vergevinge der sonden in sijnen bloede, ende dat gy een lidt Christi, ende sijner Kercke, door kracht des Heyligen Geestes zijt geworden ?

Antw. Ja.

 

Ten vierden; Of gy alle die Artijckelen der Christelicke Religie, gelijck die hier, in de Christelicke Kercke, uyt den woorde Godts geleert worden, toestemt, ende van voornemen zijt in de selve leere ten eynde uw's levens stantvastelick te volherden: ende beneffens dien versaeckt alle ketterijen ende dwalingen met dese leere strijdende, ende belooft dat gy in de gemeynschap van onse Christelicke Kercke niet alleen in 't gehoor des woords, maer oock in 't gebruyck des Avondmaels, sult voldueren ?

Antw. Ja.

 

Ten vijfden; Of gy u van herten voorgeset hebt, altijt Christelick te wandelen, de wereld ende sijne quade begeerlickheden te versaken, als dat den lidtmaten Christi ende sijner gemeynte betaemt, ende u alle Christelicke vermaningen wilt onderwerpen ?

Antw. Ja.

De goede ende groote Godt verleene goedertierentlick tot dit u voornemen sijn genade ende zegen, door Jesum Christum: Amen.


Vorige Volgende