Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het bloed van de Pelikaan (Nibelungenliedje) (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het bloed van de Pelikaan (Nibelungenliedje)
Afbeelding van Het bloed van de Pelikaan (Nibelungenliedje)Toon afbeelding van titelpagina van Het bloed van de Pelikaan (Nibelungenliedje)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.59 MB)

Scans (5.28 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het bloed van de Pelikaan (Nibelungenliedje)

(1991)–Robin Hannelore–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 93]
[p. 93]

11

Wat later, aan de tapkast, vraag ik ook een jenever. Ik ben helemaal van streek. In dit gekke dorp, op deze verloren avond, viste ik iets op uit de keelzak van de pelikaan dat er normaal gesproken niet kon inzitten. Voortaan behoor ook ik voorgoed tot de generatie van de grote paranoia, de generatie van de arme rijken, de gelovige vrijzinnigen, de plichtbewuste profiteurs, de zelfzekere twijfelaars, de beschermde koekoeken, de verdwaalde padvinders...

Elsje Olmen en Warre Breugelmans komen afscheid nemen. Ze dragen grote boodschappentassen vol potten en pannen. Elsje bloost als een pioen. Haar echtgenoot ziet eruit alsof hij driemaal bijna verdronken is in een zwembad met veel te veel chloor erin. ‘Oeioei!’ zegt Elsje. ‘Het is bijna één uur. En morgenochtend hangen de kleinkinderen aan de bel. Het is maar goed dat wij al naar de mis geweest zijn.’

‘En moet Warre nu nog zijn echtelijke plichten vervullen, Elsje?’ vraagt de Witte Hertoghs.

‘Dat kan hij allang niet meer,’ zegt Elsje verlegen. ‘Hij is altijd zo moe dat hij al inslaapt voordat hij de dekens over zijn schouders getrokken heeft. En dan maar snurken...’

‘Honderdmaal bedankt, Elsje en Warre!’ zegt Ferre Bruggeman. ‘Ik hoop dat jullie je geamuseerd hebben...’

[pagina 94]
[p. 94]

‘Het was jaren geleden dat ik nog zo moest lachen,’ zegt Elsje entoesiast. ‘Er zijn nog twee kommen hoofdkaas over. Die brengt Warre morgen naar de Arme Klaren in Lier. Dat brengt geluk.’

‘Mooi zo, Elsje!’ prijst Ferre.

Wanneer Elsje en Warre, beladen als pakezels, de zaal verlaten, speelt Valentino ‘Auf Wiedersehen’...

Als de weemoed weggeëbd is, roept Margriet Hildersom: ‘Mannen, die jenever is de beste die ik ooit dronk! Proef er toch eens van... Gezondheid, Wies!’

‘De hoeveelste fles is dat al?’ hoor ik Wies Boels achterdochtig vragen.

‘De vierde,’ zegt de patroon.

‘Godverdomme!’ kaffert Wies. ‘Maar ik drink cognac, hoor!’

‘De kinderen zijn gaan slapen,’ zegt Gaston Teunen. ‘Nu zouden de attrakties moeten komen. Als ik eraan gedacht had, dan had ik die Ghanese wijven uit Goorhoven naar hier gehaald voor een striptease. Victor, geef mij voor de verandering eens een glaasje jenever...’

‘Zeg, Margriet!’ roept Wies Boels. ‘Iemand vertelde mij onlangs dat jij zo'n fameuze striptiseuse bent... Als je wilt, halen we de biljarttafel uit het café naar hier.’

‘Dat is niet waar!’ zegt Margriets echtgenoot woest. Er zitten drollige afdrukken van met rouge bewerkte lippen op zijn kaalkop.

‘Ik heb dat voor waarheid horen vertellen,’ houdt Wies Boels vol.

‘Ik ook,’ treedt Neel Mans hem bij. ‘Wacht eens even... Hela, Juul! Juul Cesar! Kom eens even naar hier!’

Juul Verhulst, die smachtend aan het dansen is met zijn eigen vrouw, kijkt verdwaasd op... en komt naar de tapkast.

Neel Mans grijpt hem bij zijn das en trekt hem naar zich toe. ‘Heb jij mij een tijdje geleden niet verteld dat Margriet Hildersom soms stripte op de biljarttafel in “Het Tramstation”?’

[pagina 95]
[p. 95]

‘Zeker!’ zegt Jules. ‘Zeker, Wies!’

‘Leugens, zeg ik!’ houdt Margriets echtgenoot vol.

‘Dat mag je niet zeggen, Stan,’ zegt Juul schaapachtig. ‘Ik heb dat zeker vijfmaal horen vertellen aan mijn frietkraam. Zelfs door mannen die het pas gezien hadden... en die daar honger van gekregen hadden.’

Dominique komt met een glas wijn in de hand bij mij staan. ‘Nu wordt het toch té vulgair,’ fluistert ze. ‘Het wordt tijd dat ik ga slapen, denk ik.’

‘Wacht nu nog wat!’ pleit ik. ‘Je kunt uitgerekend nu toch niet weggaan... Er zijn nog zoveel dingen die ik zou willen weten.’

‘Ach, kom...’ zegt ze. ‘Meer heb ik je niet te vertellen.’

‘We kunnen een rustiger oord opzoeken.’

‘Om één uur?’

‘Waarom niet?’

Op dat ogenblik springt Wies Boels op het podium. Hij beveelt Valentino de muziek af te zetten en gaat achter de mikrofoon staan. ‘Dames en heren!’ kraait hij. ‘Dames en heren, wie hier is een ouwe vlam van ons allen? Wie wond iedere jongen om haar vinger? Wie leerde half Tendelo vogelen? Wie is nog altijd een lust voor het oog, de wellust zelf? Ons aller Margriet van “Het Tramstation”! Of niet soms? Wel... wat voor de snullen onder ons verhuld is gebleven, zal vannacht onthuld worden. Wie dacht dat Margriet van “Het Tramstation” ons feest niet wilde sponsoren, komt bedrogen uit. Maar... zij doet dat op de wijze van een echte cafébazin: met een stripteasenummer. Dames en heren: Hete Margriet!’

Ferre Bruggeman is nu ook op het podium geklauterd. Hij duwt Wies Boels weg van de mikrofoon en roept: ‘Asjeblieft! Vrienden, asjeblieft! Laat ons gouden jubileum nu niet ontaarden in vulgariteit. Onze ekskuses, Margriet. Wies wilde alleen maar... grappig zijn. Zand erover! Komaan. De dames nodi-

[pagina 96]
[p. 96]

gen uit. We zijn nog met tweeëntwintig. We maken er nog een paar aangename uurtjes van. Valentino blijft op post tot drie uur!’

‘Spelbederver!’ smaalt Neel Mans.

‘Als iedereen op mijn gezondheid een glaasje jenever drinkt, dan doe ik het!’ lalt Margriet.

‘Allee, Victor!’ port Gaston Teunen de waard aan. ‘Jenever voor iedereen! Jenever van Wies Boels. Santé, Wies!’

Ik laat mij een ander glaasje jenever aanreiken. Ook Dominique krijgt een glaasje in de vrije hand geduwd. Ze kijkt er met afschuw naar. Naast mij gniffelt Paul Moortgat. ‘Hij proeft het verschil niet meer,’ fluistert hij in mijn oor. Waarschijnlijk omdat ik zo onnozel kijk, voegt hij eraan toe: ‘De jenever van Neel Mans is... water.’

Margriet is naar het midden van de dansvloer gelopen. Iedereen houdt de adem in. ‘Adios, amor!’ roept ze naar Valentino. ‘Dat liedje van Andy Borg. Dat heb je toch wel?’

‘Asjeblieft, Margriet!’ smeekt Ferre Bruggeman.

‘Zemelaar!’ bijt Margriet hem toe.

‘Dit gaat te ver,’ zegt Dominique. ‘Ik ben weg!’

Ze wil zich omdraaien, maar ik grijp haar bij de arm en houd haar stevig vast.

‘Je doet me pijn!’ fluistert ze.

‘Laat die preutsheid nu eens vijf minuten varen,’ gebied ik.

‘Verdomme! Ik begin weer dorst te krijgen,’ femelt Neel Mans. ‘Hier, Stan, drink mijn jenever maar uit. Ik ga nog een pintje bier drinken.’

Als de muziek begint, wordt de bende aan de tapkast een haag. Niemand wil iets van het spektakel missen. Margriet kan dansen, dat is duidelijk. Voor een vrouw van vijftig ziet ze er nog goed uit. Alhoewel ze niet slank kan genoemd worden, is ze harmonisch gebouwd. Misschien zijn haar benen wat té gespierd en haar borsten wat té geprononceerd, maar ze heeft présence en iets... onbepaalds, iets dat sterk aanleunt bij sexap-

[pagina 97]
[p. 97]

peal. Ze schopt haar naaldhakken uit en danst op de tenen, bijna in slow motion.

‘Degoutant,’ fluistert Dominique.

‘Ach, kom!’ zeg ik, alhoewel ik mijn hart vasthoud voor wat onvermijdelijk moet komen. Iets in Margriets gezicht maakt me ongerust, beangstigt me zelfs. Ze is dronken, maar daar is weinig van te merken. Alle onzekerheid is van haar afgevallen. Ze is de luciditeit zelf. Als ze haar bloeze begint los te knopen, wendt Dominique het hoofd af. Margriet draagt een zware brassière, die met kant omzoomd is. Haar lichaam is mooi gebruind.

‘Wansmakelijk,’ mompelt Dominique.

Met een koket gebaar gooit Margriet haar bloeze over haar hoofd in de lucht. Dadelijk begint iedereen in de handen te klappen.

Dominique kan blijkbaar haar ogen en oren niet geloven. ‘Ze zijn zot!’ sist ze.

Van ganser harte hoop ik dat Margriet nu zal ophouden. Ik heb dit soort van variété altijd nogal lullig gevonden, ook op de plaatsen waar een dergelijk nummer kunst genoemd wordt. Wat nu volgt, kan alleen maar grotesk zijn. Margriet heeft nu haar rok losgemaakt. Heel traag laat ze het kledingstuk langs haar dijen zakken. En plotseling ligt de rok op de grond. Ze stapt eruit, vist hem op met een voet, en gooit hem vervolgens in de lucht. Ze heeft dikke billen. Er zitten kwabben op haar heupen. De gratie van daarjuist is bij toverslag verdwenen. Het handgeklap hitst haar duidelijk op.

‘God in de hemel, hoe kun je dat aanzien?’ stoot Dominique uit.

Ook Margriets slipje is zwart, wazig zwart. Er zitten bloemmotieven in de kant.

‘Nu is het genoeg, Margriet!’ roept Ferre Bruggeman gebiedend.

Margriet danst op hem toe, draait zich om, schudt haar achterste, en gebaart dat hij haar beha moet losgespen.

[pagina 98]
[p. 98]

‘Margriet!’ roept Ferre bezwerend.

‘Rosse, je moet zwijgen!’ tiert Neel Mans. ‘Eerbied voor de kunst, asjeblieft! Laat de artiesten hun gang gaan!’

Zijn kompanen applaudisseren als gekken.

‘Het is gedaan!’ roept de echtgenoot van Margriet nu luid. Hij klapt in de handen boven zijn hoofd. ‘Zet de muziek maar af, Valentino!’

Margriet kijkt grijnzend in de richting van haar man. Met beide handen streelt ze over haar grote borsten. Een paar maal poogt ze haar zwarte haren over haar gelaat te doen vallen. Dat lukt slechts gedeeltelijk.

‘Hier, Stan, hier heb je nog een jenever,’ zegt Gaston Teunen. ‘Drink maar op de gezondheid van Wies Boels. Hij betaalt...’

‘Het maakt me misselijk,’ fezelt Dominique.

Ik schud lichtjes het hoofd. Gefascineerd kijk ik naar Margriet. Er is iets... Ik ben er zeker van dat ze huilt. Het lied is bijna uit. Ze friemelt met beide handen op haar rug. Ze rolt de bandjes langzaam op, tot onder haar armen... En dan... Dan rukt ze de bustehouder weg en steekt hem met beide handen boven haar hoofd... In plaats van twee grote borsten heeft ze twee afschuwelijke roodwitte vlekken ontbloot. Margriet Hildersom heeft geen borsten meer. Eén van de dames smoort een gil. Naast mij slikt Paul Moortgat een zware vloek in. ‘Mensen!’ fluistert Dominique ontzet. Ferre Bruggeman stapt naar voren, hij wil Margriet blijkbaar troosten. Ze duwt hem echter ruw weg. Haar gelaat is als het ware versteend. Ze doet de beha weer aan, trekt haar rok aan, knoopt haar bloeze dicht, vist haar schoenen op... Allemaal automatismen. De konsternatie is groot, tastbaar. Niemand zegt iets. Als in trance komt Margriet naar de tapkast. Ze grijpt haar echtgenoot bij de arm en trekt hem met zich mee. Als ze mij voorbijloopt, draait ze zich eensklaps om en... slaat me met de vlakke hand in het gelaat. Ik buk mij en deins onthutst achteruit. Als ik mij weer

[pagina 99]
[p. 99]

opricht, heeft Margriet haar handtas van een stoel gegraaid en loopt ze met haar man naar buiten. Pas wanneer de deur achter het tweetal dichtgevallen is, waag ik het mij luidop af te vragen: ‘Wat heb ik haar misdaan?’

‘Heb jij ruzie met haar gemaakt?’ wil Dominique weten.

‘Wat zou het!’

‘Iemand moest van de bonen gegeten hebben,’ zegt Ferre Bruggeman verontschuldigend. ‘Maar dat jij het nu precies moest ontgelden...’

‘Dat leek op een wraakaktie,’ oppert Paul Moortgat.

‘Jongens!’ laat Dries Lornoy zich ontvallen.

‘Ik geloof dat ze zich op ons allemaal wilde wreken,’ zeg ik eigenlijk meer tot mezelf dan tot de anderen. ‘Bij herhaling zei ze vanavond dat er achter haar rug ooit veel kwaad over haar gesproken was.’

‘Ja, ja! Dat kun jij wel zeggen,’ hoont Wies Boels. ‘Valentino, speel eens iets opgewekts! We laten het niet aan ons hart komen, mensen... Komaan, Finne!’ Hij grijpt een duidelijk aangeslagen Finne Poortmans vast en begint dol met haar te dansen.

Nu is het welletjes geweest. Geen mens kan er mij toe bewegen hier nog langer te blijven. Ik ben geenszins van plan me nog verder te laten vernederen. Tendelo lijkt wel in Beotië te liggen. Als ik daarstraks doorgebeten had, was deze ellende me bespaard gebleven. ‘Ik heb er genoeg van,’ zeg ik tot Dominique. ‘Blijf jij nog langer?’

‘Ik denk er niet aan,’ antwoordt ze.

Als ik mijn leeg jeneverglaasje op de tapkast zet, word ik bij de arm gegrepen door Jana Engelen... Jana van de koster. ‘Wij hebben nog niet gedanst,’ zegt ze.

Met een wanhopige blik naar Dominique laat ik me meetronen naar de dansvloer. Een man met een versleten cowboystem zingt ‘Honey’.

‘Ik liet me wijsmaken dat jij ooit kloosterzuster was,’ laat ik mij ontvallen.

[pagina 100]
[p. 100]

‘Dat is waar,’ geeft ze toe. ‘Zuster Bernadette.’

Ik voel een ongekend cynisme in me opwellen. ‘Zeg nu niet dat je in het klooster bleef dromen van een mooie jongeling... van Juul Verhulst... Je weet wel: zoals dat middeleeuwse kosteresje, zuster Beatrijs.’

‘Toch wel!’

‘Meen je dat?’

Ze snuift enkele keren minachtend, zwaar, alsof ze erg grote poliepen in haar neusholte heeft. ‘Zeker.’

Ik ruik de alkohol. ‘Het zou een mooi stationsromannetje zijn: “Van de Kapel naar de Frituur”, of zoiets...’

Weer snuift ze. ‘Nu begrijp ik waarom Margriet Hildersom je daarjuist een mossel gaf... Luister. Jouw vader en mijn vader waren hier in illo tempore onder de gewone mensen zowat de enigen die letters gegeten hadden. Maar terwijl jouw vader allerhande heidegronden opkocht voor een appel en een ei en er wegen liet aanleggen... om zo een massa percelen bouwgrond tegen schandalige prijzen te kunnen verkopen, was en bleef mijn vader een idealist met onwrikbare principes. Hij leerde de mensen wat een vakbond voor hen kon doen, hij richtte een bond voor gepensioneerden op, én hij deed aan kulturele vorming met zijn zangkoor en zijn toneelvereniging... allemaal dingen waar je arm van blijft. Ik was zijn oogappel, de exponent van zijn goodwill en vroomheid. Bijna alsof het moest, trad ik in de sporen van twee zusters van hem. Al spoedig echter ontdekte ik dat ik mij vergist had... uit liefde voor hem. Toen hij in 1970 op een ochtend op zijn weg naar de kerk met de fiets onder een vrachtwagen terechtkwam en stierf, beschouwde ik mijn plicht als volbracht...’

‘Kun je misschien nog wat hatelijks over mijn vader vertellen?’ vraag ik zeemzoet. ‘Ik ben een masochist, weet je...’

‘Hij was een hoerenbok!’ flapt ze eruit.

‘Mensen!’ mompel ik. ‘Wat is dat hier nu feitelijk? Een reünie of een strafexpeditie? Heb jij kinderen?’

[pagina 101]
[p. 101]

‘Wij hebben een zoon die zijn eerste jaar medicijnen aan het voltooien is en een dochter die het laatste jaar van de humaniora volgt,’ ratelt ze. ‘En wij zijn er fier op dat wij onze kinderen kunnen laten studeren... Als je je kost in een frituur moet verdienen, leef je bij de beesten af, dat kan ik je verzekeren. Ik heb de laatste twintig jaar meer aardappelen geschild dan er sterren zijn. Sinjeurs als jij hebben daar geen idee van...’

Ik ben blij als de man met de versleten cowboystem de engelen laat komen om zijn honingzoete geliefde naar het paradijs te begeleiden. Er schiet me niets sarkastisch te binnen als de dans ten einde is en dus zeg ik domweg: ‘Merci!’ Met een grimas begeef ik mij naar de tapkast, maar voor mijn neus nodigt Ferre Bruggeman Dominique ten dans... Ik vraag aan Victor een stevige borrel jenever.

Hij knipoogt. ‘Ik zal de jenever in een gewoon glas doen,’ zegt hij. ‘Dan denken ze dat je water drinkt.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken