Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een brief aan de koning (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een brief aan de koning
Afbeelding van Een brief aan de koningToon afbeelding van titelpagina van Een brief aan de koning

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (6.74 MB)

ebook (2.82 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een brief aan de koning

(1979)–Robin Hannelore–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 15]
[p. 15]

De rode kaart

De weg naar de hoogste nationale afdeling is voor een scheidsrechter niet eenvoudig, zeker niet als hij lichamelijk gehandicapt is. In normale omstandigheden moet een kandidaat al over een flinke ruggesteun, enkele reuzenhanden boven het hoofd, én een fameuze kruiwagen beschikken om in aanmerking te komen voor het hogepriesterschap in de hedendaagse sporttempels; wat moet het dan wel zijn voor een brave dorpsonderwijzer met één arm... Dat tenminste zou je zo denken. Guy Junon echter wist wel beter. In de wintermaanden nog had hij gearbitreerd voor kadetten, scholieren en juniors, die 's zondags in de voormiddag speelden. Toen had een verhitte radioreporter gesuggereerd dat een gehandicapte toch niet mocht uitgesloten worden, dat het integendeel weleens erg sympatiek kon overkomen bij het publiek dat een éénarmige scheidsrechter een belangrijke wedstrijd dirigeerde, en dat de honorabele heren van de Voetbalbond bijgevolg absoluut toch eens een kans moesten gunnen aan een kapabele jonge kracht als Guy Junon. De weinig snuggere voetbalbonzen waren vierklauwens en halsoverkop op deze patetische suggestie ingegaan, onder één bedinging echter: op het voetbalveld moest Guy een protese dragen, ‘om zijn prestige op te houden’ schreven ze. Zo kwam het dat hij die lentezondag in het spoor van de twee aantredende elftallen en geflankeerd door twee langs de krijtlijnen vergrijsde grensrechters het terrein van F.C. Steendam opliep met de eerder hinderende kunstarm tegen de borst gedrukt en onwennig kijkend naar de glimmend zwarte handschoen die hij droeg. De wedstrijd zou beslist geen kattepis worden: F.C. Steendam immers verkeerde in acuut degradatiegevaar en de tegenstrever van vandaag, R.C. Tweebeek, joeg een deelname aan het roemruchte U.E.F.A.-cup-toernooi na. Ondanks het vredige en kleurrijke lenteweer (de zon joeg een heerlijke gloed in het gras en de reklameborden, enkele meeuwen trokken door de lucht) hing er elektriciteit in het stadion. Handdrukken uitwisselen, tossen... Een beetje verwezen zag Guy de grensrechters met hun vlaggetje naar de zijlijnen spurten. Het fluitsignaal... Automatisch drukte hij zijn kronometer in. De midvoor van R.C. Tweebeek speelde de rechtsbinnen aan, vandaar vertrok de bal lateraal naar de linksbuiten. Met enkele behendige dribbelpasjes omspeelde de linksbuiten twee tegenstrevers, waarna hij de bal met een keurige boogpas in het doelgebied dropte. De midvoor, die intussen mee opgerukt was, sprong hoog boven de verdedigers uit... en zou voorzeker met het hoofd gescoord hebben indien de toestormende doelman hem niet met een ware catchgreep

[pagina 16]
[p. 16]

onschadelijk gemaakt had. Guy Junon aarzelde geen ogenblik: strafschop! De massa ziedde, kookte over. De spelers van F.C. Steendam kwamen van alle kanten toegelopen; uitzinnig gestikulerend omsingelden ze Guy, die op de penaltystip had plaatsgevat. Vooral de doelwachter stelde zich brutaal aan: hysterisch brullend en molenwiekend duwde hij Guy met zijn lichaam achteruit. Guy zette zich met beide armen van hem af. ‘Blijf met je kartonnen poot van mijn lijf!’ brieste de doelwachter dreigend. Zonder aarzelen diepte Guy een rode kaart op uit zijn borstzak en stak die boven het hoofd van de uitzinnige doelwachter in de lucht. Het stadion werd een onvoorstelbare heksenketel. De spelers van F.C. Steendam gedroegen zich als bezetenen; die van R.C. Tweebeek poogden Guy te ontzetten, hem naar de middencirkel te loodsen, weg van het geweld. Een grensrechter kwam toegelopen met de bal en legde die op de penaltystip. Ogenblikkelijk echter werd het leder door een verdediger van F.C. Steendam weggetrapt. Weer reikte Guy naar zijn borstzak, maar nog voordat zijn hand de rode kaart kon te voorschijn halen, werd hij door een loodzware vuistslag op de slaap getroffen. Als een ledenpop viel hij in de armen van een kluwen spelers van R.C. Tweebeek. De kunstarm gleed uit de mouw van zijn jasje en lag daar een beetje griezelig in het gras te glimmen...

 

België was het land van melk en honig voor beroepsvoetballers, dat wisten alle Hongaren die tegen een bal konden trappen of die - zoals Anchise Apollon - over de nodige reflexen beschikten om dergelijke schoten te stoppen. Toen hij vier jaar geleden met een Hongaars elftal deelnam aan een voetbaltoernooi in Frankrijk, had Anchise de gelegenheid aangegrepen om een bezoek te brengen aan een ver familielid dat daar sedert 1956 verbleef. Zijn klubgenoten zagen hem nooit weer... Een paar maanden later reeds verdedigde hij het doel van een Franse ploeg, een jaar later dat van een Nederlandse, nog een jaar later dat van een New-Yorkse zelfs... Toen kreeg hij de kans van zijn leven: een grote Spaanse ploeg had meer dan gewoon maar belangstelling voor hem. Op het ogenblik dat de transfer praktisch een voldongen feit was, besloot de Spaanse voetbalbond de toevloed van vreemde spelers voor een tijdje te verbieden. En zo belandde Anchise Apollon, door middel van enkele Hongaarse relaties, bij F.C. Steendam, een tamelijk welgestelde provincieploeg. Het kontrakt was vrij lonend, maar het bevatte een clausule die de laatste maanden dag en nacht door Anchises hoofd spookte: ‘...op voorwaarde dat de klub niet degradeert’. Anchise had zijn naturalizatie tot Belg aangevraagd, was van plan - hoe dan ook - zijn ouders te laten overkomen, had een optie

[pagina 17]
[p. 17]

genomen op de aankoop van een weelderig appartement... Doordat F.C. Steendam 20 wanhopig en vaak hopeloos in de onderste regionen van de rangschikking krasselde, waren er ook geen aanbiedingen gekomen. Het aantal doelpunten op zijn passief was trouwens weinig aanlokkelijk. De ontmoeting met R.C. Tweebeek was zowat de wedstrijd van de laatste kans... Reeds vanaf vrijdagmiddag hadden de spelers van F.C. Steendam zich afgezonderd: in een afgelegen hotel op het platteland hadden ze zich fysisch en mentaal op dit keiharde treffen moeten voorbereiden. Zo'n retraite was er vooral op gericht de ploeg tot een elfkoppige vuurspuwende draak te metamorfozeren: makheid, tamheid, sportiviteit, hoffelijkheid en sentiment werden als onvergeeflijke beroepsvoetballersondeugden afgeschilderd... De tegenstander was overigens een Scylla die voor niemand respijt had. Alhoewel Anchise een vrij solide knaap was die het klappen van de zweep door en door kende, was hij vandaag uitermate nerveus. Vier maanden geleden, in de uitwedstrijd tegen R.C. Tweebeek, waren er enkele wrijvingen geweest tussen hem en de plaatselijke midvoor, een hoogopgeschoten roodharige stormram die aan de leiding prijkte van het klassement voor de beste landelijke doelschutter. Anchise kende dat slag van midvoors maar al te goed: rennen, springen, schoppen, beuken zonder met iets of iemand rekening te houden. Tot een journalist had de roodharige rekel met het verregaande doelinstinkt gezegd: ‘Ik verheug er mij op, Anchise Apollon nog eens lekker voor schut te zetten!’ Je mocht al de onverstoorbaarheid zelf zijn, om je zulke uitdagingen te laten welgevallen... In de kleedkamer hadden enkele maats grapjes verkocht over de kartonnen arm van de scheidsrechter: de ene zou hem de hand drukken en de arm gewoon vergeten los te laten, de andere zou pogen die arm met een welgericht schot aan diggelen te trappen... In feite had Anchise die sinistere kwinkslagen maar met een half oor beluisterd, voor hem waren alle scheidsrechters één pot nat: trek iemand een uniform aan en geef hem een fluitje, en je mag je aan de ongelooflijkste enormiteiten verwachten. Anchise zag na de aftrap maar één man: de roodharige midvoor... Als een echte rinoceros stormde de kerel op hem af... Indien Anchise de bal had gevizeerd, zou hij die ongetwijfeld gepast kunnen wegboksen hebben. Nu was er maar één oplossing: de stormram onschadelijk maken door zich op hem te gooien. Strafschop... De sanktie van de scheidsrechter trof Anchise als een mokerslag. Alle ontgoochelingen van de laatste maanden, alle bitterheid, alle latente haat tegen de onverbiddelijkheid van de gezagvoerders en de machthebbers kolkten in zijn borst samen; de kreten van de massa jutten hem op; het protest van zijn ploegmaats overtuigde hem er eensklaps van dat hier een loopje met

[pagina 18]
[p. 18]

de waarheid genomen werd, dat hij het slachtoffer was van een duivels opgezet spel... Hij sprong op de hansworst met het fluitje af. Die duwde hem verontwaardigd terug. ‘Blijf met je kartonnen poot van mijn lijf!’ brulde Anchise buiten zichzelf. De hansworst trok de rode kaart, zwaaide ermee boven Anchises hoofd... Het was onvoorstelbaar! Anchise wilde zich op die poppenkastdiktator gooien, maar het volgende ogenblik werd hij overmeesterd door de trainer, de verzorger en de kapitein van het elftal. Gedrieën sleepten ze hem naar de kleedkamers onder de hoofdtribune...

 

Yvan Tieleman was een doodgewone stukadoor, een vent van vijfendertig jaar die door noeste arbeid (overuren, avondwerk, sluikwerk) tot een zekere welstand gekomen was. Dat hij vrij opvliegend was, had nooit een mens hem écht ten kwade kunnen duiden: in een handomdraai inderdaad kon Yvan zijn ongelijk inzien en zo mak als een lam worden. In feite vormde de wekelijkse voetbalwedstrijd van F.C. Steendam zijn enige ontspanning. Een uur voor de wedstrijd was hij ter plaatse, om toch maar post te kunnen vatten achter het betonnen muurtje dat het voetbalveld van de niet overdekte staanplaatsen scheidde. Zoals alle andere fervente supporters van F.C. Steendam was Yvan ervan doordrongen dat de wedstrijd tegen R.C. Tweebeek van levensbelang was voor de klub: degradatie kwam eigenlijk neer op een soort van doodvonnis. De klubs uit de grootsteden konden zich de aankoop van peperdure buitenlandse vedetten permitteren en smoorden elke promotiekans van de provincieklubjes in de kiem. De voorbeelden van klubs die naar de tweede afdeling verwezen werden en daarna bijna onmerkbaar in de anonimiteit van de deficitaire lagere afdelingen verdwenen, waren legio. Supporter in hart en nieren als hij was, zocht Yvan het falen van zijn favoriete ploeg nooit bij zijn oogappels zelf, maar wel in tal van wantoestanden... Het scheidsrechterskorps vond hij ronduit korrupt, de leiders van de Belgische Voetbalbond achtte hij intriganten. Dat bepaalde klubleiders en trainers op de hoofdzetel te Brussel, waar de scheidsrechters dan toch werden aangeduid, een voet in huis hadden, kwam in zijn ogen neer op het toppunt van verdwazing. En dat de manager van R.C. Tweebeek, een steenrijke fabrikant, daar iedereen naar zijn pijpen deed dansen - zoals gefluisterd werd in de wandelgangen van de voetbalstadions - leek hem het veegst denkbare voorteken. Het was dan ook met argwaan dat hij het optreden van die nieuwe scheidsrechter gadesloeg. Toen die vent na enkele sekonden reeds voor een ietwat onbehouwen maar akrobatische tussenkomst van Anchise Apollon een penalty floot, dacht Yvan dat zijn hoofd te klein werd voor zijn hersenen: een

[pagina 19]
[p. 19]

dergelijke onbeschaamde vooringenomenheid, een zulkdanige publieke blijk van konkelarij had hij nog nooit beleefd! ‘Lafaard!’ brulde iemand achter hem. ‘Verkocht!’ tierde een vrouw. ‘Onderkruiper!’ huilde zijn buurman. Yvan kon niets uitbrengen; krijtwit en met opengesperde oogleden volgde hij het tumult op het veld. Toen de scheidsrechter een ogenblik later een rode kaart opstak, werd het hem echter te machtig... Voordat hij eigenlijk besefte wat hij deed, sprong hij over de betonnen omheining en spurtte hij naar de misdadige spelleider. In volle vaart nog haalde hij uit met de rechterarm... Zijn vuist beukte als een moker op het hoofd van de publieke vijand... Een ogenblik was de konsternatie kompleet, maar toen keerde iedereen zich tegen deze nieuwe rustverstoorder. De scheidsrechter was eensklaps de underdog, de gesneuvelde held, en Yvan was de gehate antagonist, het mikpunt van de passies. Voetballers, lijnrechters, bestuursleden, verzorgers, en rijkswachters met herdershonden gooiden zich op hem, overrompelden hem, sloegen en schopten in het wilde weg. Het werd een onvoorstelbaar lynchgeval. Toen Yvan geen teken van leven meer gaf, kwamen de gemoederen langzaam tot rust. Een minuut later werd hij door twee verzorgers van het terrein gesleept. Zes rijkswachters en twee herdershonden belemmerden het gezicht, zodat slechts weinige toeschouwers zagen hoe vreselijk hij was toegetakeld...

 

In SPORTWEEKEND die avond bracht de televisie enkele flitsen uit de wedstrijd F.C. Steendam - R.C. Tweebeek. De roodharige midvoor van R.C. Tweebeek joeg een strafschop over het doel waarin een kaalhoofdige vent een gekke karpersprong maakte. Daarna werden her en der nog enkele klungelige aanvalspogingen getoond, met als apoteose een soort van indianendans door de spelers van R.C. Tweebeek. De journalist van dienst, een doublure van Frankenstein, met een paar ergerlijke spraakgebreken, gooide er de volgende kommentaar tegenaan: ‘F.C. Steendam - R.C. Tweebeek werd een matte partij voetbal. De brilstand leek ons dan ook volkomen gerechtvaardigd.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken