Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dood van de witte raaf (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dood van de witte raaf
Afbeelding van De dood van de witte raafToon afbeelding van titelpagina van De dood van de witte raaf

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

Scans (10.48 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dood van de witte raaf

(1980)–Robin Hannelore–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

11.

Het hart van Coq-à-l'âne was als razend gaan kloppen toen de dichter de hazelnoot kraakte, hij had gesidderd van vreugdevolle verwachting toen hij de gelaatsuitdrukking van zijn meester had zien verstarren... Maar daarna! De kauw kon zijn ogen niet geloven. Was hij sneeuwblind geworden? Robin Hood was eensklaps een albino, hij glansde als een diamanten god! Vergeleken bij hem waren de winterkleren van de meeuwen en de hermelijnen niet meer dan grijze lompen. Oude kauwen had hij ooit horen filozoferen in de aard van ‘Eén bonte raaf maakt nog geen winter!’, maar dat zeiden ze dan wanneer in de late herfst soms een bonte kraai passeerde; en een oude roek had hem ooit toevertrouwd dat een eerlijke rotzak of meerkol zeldzamer was dan een witte raaf, waarmee hij feitelijk bedoelde dat een eerlijke rotzak niet bestond... Inwendig vervloekte hij de elf. Dit was geen eerlijke zet! Mopperend en sakkerend vloog hij achter de bliksemende witte god aan. De kraaiachtigen in de Haasdonk

[pagina 38]
[p. 38]

schrokken zich vanzelfsprekend een beroerte toen Robin Hood in hun midden neerstreek: als dorre bladeren in een wervelwind waaiden ze op, en Coq-à-l'âne had zeker vijf minuten nodig om hen gerust te stellen en hen wijs te maken dat hun koning in bovenaards ornaat uit Nephelokokkugia was neergedaald om Eystel uit de klauwen van de dood te redden. Dat bracht weer wat kalmte in de gelederen, maar de kringen in de Haasdonk waren toch veel groter dan anders, en de eksters en de Vlaamse gaaien durfden zich zelfs niet te vertonen. Een paar scholeksters en een notekraker op doortocht vertrouwden het spektakel voor geen zier en trokken met stille trom verder zuidwaarts. ‘Wat is er gaande?’ vroeg Robin Hood onnozel, toen hij de onrust gewaarwerd.

‘Ze kunnen hun ogen niet geloven,’ zei Coq-à-l'âne, nog steeds op zijn poten trillend. ‘Een witte raaf is heel wat zeldzamer dan de witte konijntjes die de goochelaars uit hun hoeden toveren, weet je?’

‘Bah!’ smaalde Robin Hood. ‘De Westindische raaf heeft zelfs rode en blauwe veren.’

‘West-Indië ligt ver van hier,’ zei Coq-à-l'âne bezorgd. ‘Ik vraag me af wat de mensen zullen denken en zeggen als ze je zien...’

‘De mensen kunnen me gestolen worden!’ wedervoer de witte raaf hautain.

‘Jaja,’ hoonde de kauw. ‘Maar ze zouden er weleens van kunnen dromen, je in de dierentuin te stoppen, of je op te zetten... Hoeveel zeldzame vogels zijn niet getransformeerd tot garnituren in de Eystelse huiskamers?’ Eensklaps besloop hem een schrikbarend achterdenken: de specht zou zeker toch niet gefungeerd hebben als loopjongen van de alven? Hij moest die spichtige klimvogel toch eens aan een ernstig verhoor onderwerpen... Wie weet met welke klopgeesten hij wel in verbinding kon treden...

‘Altissima peto!’ kraste Robin Hood.

‘Wablief?’

‘Ik streef naar het hoogste. Wat kan ik voor jullie doen?’

[pagina 39]
[p. 39]

‘Het achterdijkse land zit vol vreemde stootvogels,’ verklaarde Coq-à-l'âne. ‘De gevaarlijkste zijn de kiekendieven: ze hebben lange poten, een lange staart en smalle vleugels. Maar ook de wouwen - ze zijn vaak iets groter en hebben een zwaluwstaart - mag je niet onderschatten...’

Wat de kraaiachtigen de volgende uren te aanschouwen kregen, tartte iedere beschrijving. Er was een waterachtig zonnetje aan de zuidelijke einder verschenen en dat gaf aan hun koning een platina kleur. Aanvankelijk vergenoegden ze er zich mee toe te kijken terwijl hij de meeuwen de stuipen op het lijf joeg, de kiekendieven afroste, de wouwen pluimde... Na een tijdje echter - en voornamelijk op instigatie van Coq-à-l'âne - organizeerden ze een ware klopjacht: ze schuimden de akkers en weiden af, kamden de bossen en grasranden uit... en dreven de sperwers en torenvalken tot binnen het bereik van Robin Hood. Alleen de ransuilen, de steenuilen en de velduilen konden ze geen kastijding opleggen: die zaten te diep verdoken of hadden zich te goed gecamoufleerd. Toen gans Eystel gezuiverd was en de zangvogels doodstil herademden, verdween Robin Hood weer in de hoogte. De zwakke zonnestralen en de lichte nevel maakten hem van puur goud. Coq-à-l'âne snotterde van ontroering en ook de kraaien, die anders zo hardvochtig en meedogenloos konden zijn, pinkten een traan weg. Nog dagenlang zou in Eystel over niets anders gepraat worden dan over de heldendaden van de witte raaf. Van overal kwamen de zangvogels om het wonderbare verhaal te horen vertellen, en menig eksemplaar wilde zich dadelijk eveneens in Eystel vestigen... Dit laatste liep natuurlijk uit op bitsige vechtpartijen, omdat de beschikbare en toch al erg kleine territoria allemaal reeds ingenomen waren. Coq-à-lane, die voor erge ongeregeldheden vreesde in de lente wanneer de trekvogels zouden weerkeren, wist gelukkig de kibbelende en bekvechtende aspirant-immigranten te sussen: hij zou Robin Hood voorstellen ook in de omliggende dorpen een grote schoonmaak te houden. Dit salomonsoordeel werd

[pagina 40]
[p. 40]

op gejuich onthaald en het zorgde ervoor, dat ook de faam van de slimmerd bijna legendarisch werd...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken