Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dood van de witte raaf (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dood van de witte raaf
Afbeelding van De dood van de witte raafToon afbeelding van titelpagina van De dood van de witte raaf

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

Scans (10.48 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dood van de witte raaf

(1980)–Robin Hannelore–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

38.

Gelukkig zaten er weinig mensen in de kerk, want de dichter poogde met zijn muziek het alvenrijk te beschrijven, op te roepen. Hij krijste als een slechtvalk, mekkerde als een bok, kwaakte, schaterlachte en schreide... Het was duivels én lasterlijk, hemeltergend én ten hemel klagend; het was de tomeloze eruptie van een vreselijke gespletenheid, een schrikbarende verscheurdheid... Nooit werden moedeloosheid en wanhoop zó verklankt, nooit vibreerden onmacht en verslagenheid zó in de lucht. De mensen keken elkaar veelbetekenend aan en schudden het hoofd.

In de sakristie, na de dienst, zei de pastoor: ‘Ik zie maar drie mogelijkheden: ofwel begin je hals over kop aan sport te doen, ofwel neem je een lange vakantie, ofwel trouw je en vestig je je in een stad waar ze die... virtuositeit van je naar waarde weten te schatten. Voortaan zal zuster Honoria het orgel wel bespelen. Neem het me niet kwalijk... Ik moet

[pagina 137]
[p. 137]

zwichten voor al die reklamaties.’ De brave man keek ongelukkig naar de roestvlekken op een oud wierookvat. ‘Ik blijf erbij, dat je een genie bent; maar als een dorp als Eystel nu iemand kan missen, dan is het precies een genie.’

De dichter knikte. ‘Je bent me voor,’ zei hij weemoedig. ‘Ik was van zins je te vertellen dat ik voortaan nog enkel in het elfenrijk op het orgel wil spelen. Aan krensen, vrensen en slensen heb ik schijt...’ Hij liet de perplexe pastoor met de mond vol tanden staan en liep naar buiten. Vanzelfsprekend stonden de belastingkontroleur en de geneesheer hem op het kerkplein op te wachten. ‘Wat is daar vrijdag allemaal gebeurd op de Dubbelhoeve?’ wilden ze gelijktijdig weten.

‘Ik ben van gedachte veranderd,’ antwoordde de dichter schouderophalend. ‘Ik laat het vaderlijk erfgoed niet in de steek.’

‘Maar... Maar alles is verkocht!’ riep de belastingkontroleur patetisch uit. ‘Je geld ligt bij de notaris op je te wachten. Wij hebben het onze al opgestreken!’

‘Ben je vergeten dat je met ons bij de notaris bent geweest en dat je alle formulieren die je werden voorgelegd getekend hebt?’ vroeg de dokter bevreemd.

‘Ik was mezelf niet,’ repliceerde de dichter lakoniek.

‘Enfin, dat zal ons een zorg wezen!’ hoonde de belastingkontroleur. ‘Ik maak me alleen maar zorgen over de goede naam van onze familie. Wat denk je dat de mensen achter jouw rug de laatste tijd zoal vertellen?’

‘Er zijn niet zoveel mensen, weet je?’ zei de dichter bedroefd. ‘Jullie, bijvoorbeeld, zijn typische krensen: ontwortelde, ziekelijk geldzuchtige, op materieel aanzien beluste sukkels... De toekomst kan jullie gestolen worden. Aan wezens als jullie is de Kempen te gronde gegaan...’

‘En jij? Voel jij je een mens?’ vroeg de dokter, die klaarblijkelijk tot een geleerde diagnose wilde komen.

‘Ik heb de indruk dat ik altijd een slens ben geweest,’ mompelde de dichter.

‘En wat is een slens?’

[pagina 138]
[p. 138]

‘Een tragische goedzak, een dommelige sufferd, een goedgelovige utopist.’

‘Luister, jongen,’ zei de belastingkontroleur, terwijl hij met de sleutels van zijn wagen begon te rinkelen, ‘jij mag voor mijn part zoveel in Utopia leven als je wilt, maar maak in godsnaam de familie niet te schande. Ga je geld halen bij de notaris en doe er zoveel goeds mee als je kunt, maar laat ons voortaan met rust!’

‘Als je wilt, mag je een poosje je intrek nemen bij ons,’ stelde de dokter meewarig voor.

De dichter draaide hen de rug toe, riep Coq-à-l'âne, wachtte tot de kauw neerstreek op zijn rechterschouder, zei liefkozend: ‘Jij begrijpt me wel, nietwaar?’, en vatte de terugweg naar de Dubbelhoeve aan. Daar zocht hij zijn heil in de smetteloze oneindigheid, in de onontgonnen verte van het papier...

 
‘Als de kieviten met zovele
 
uit de weide opvliegen en schreeuwen,
 
voel ik me een ogenblik een god.
 
Het lijkt wel of overal schuurdeuren opendraaien
 
en luiken van oeroude stallen.
 
 
 
Er zitten nu ook duizenden bijen
 
op het boerenwormkruid,
 
en wespen, hommels en kniptorren
 
op de slijmerige engelwortel.
 
Er is iets gaande.
 
Ik weet dat ik op een stap van het geheim ben,
 
van dat waarom het gaat.
 
Ik hoef slechts te stappen,
 
als een paard blindweg de weg te volgen.
 
 
 
Een grote beer komt sterven aan mijn voeten,
 
met op gevouwen kleuren
 
en een geduld dat horen en zien erbij vergaat;
 
of wacht hij op de nacht
[pagina 139]
[p. 139]
 
om zijn rode vleugels te ontplooien
 
en mooi te zijn tot de dood?
 
 
 
Zie, in de els zit een grauwe klauwier
 
te loeren op jonge padden;
 
straks gloeien weer de sterren,
 
de vuursalamanders
 
die hij aan de sleedoorn prikte.
 
Een dichter wordt dagelijks gekruisigd,
 
en verdriet is een wonder van schoonheid,
 
als het opwelt uit eerlijke handen.’

Hij verlangde eensklaps weer vurig naar de vriendelijkheid, de gezelligheid, de ongedwongen en totaal natuurlijke oprechtheid van het elfenrijk... Met iemand als Hannelore aan zijn zijde zou hij beslist ook hier in de stervende Kempen de tormenten wel aankunnen. Maar wie was Hannelore? Had hij haar echt ontmoet? De droom waarin hij haar had leren kennen was niet reëler geweest dan de nachtmerrie die hem naar het alvenrijk gevoerd had. Was hij echt gek aan het worden? Elfenrijk... alvenrijk: was het geen duidelijk voorbeeld van dementia praecox, schizofrenie, gespletenheid in het geestesleven? Nog vreselijker eigenlijk was de bedenking dat geestelijke gezondheid, evenwichtigheid en normaliteit alleen maar betekenden dat een mens vleugellam de kale, alledaagse, dodelijk nefaste aftakeling van de zintuiglijk waarneembare realiteit om zich heen gewoon maar moest ondergaan, als hij er dan al niet aan moest participeren. Maar hoe waren die hazelnoten telkens weer opgedoken? Had een eekhoorn ze daar weggeborgen? Had een woelmuis ze blootgelegd? Waarom geloofde hij aan hun magische kracht? En als hij die fantastische avonturen nu toch eens werkelijk beleefd had? Was dat misschien Gods vloek of doem geweest in de Hof van Eden, dat de mensen voortaan niet meer zouden durven geloven wat ze droomden? Waarom verschilden de mensen toch zo van elkaar? Waarom maakte dezelfde anek-

[pagina 140]
[p. 140]

dote de een vrolijk en de ander droevig? Bijna automatisch schreef hij:

 
‘Ze lachen erom
 
maar mij beweegt het tot schreiens toe,
 
dat het meisje van de buren
 
's avonds een sprookje voorleest
 
voor de zebravinkjes in de kooi.
 
 
 
Ik lach erom
 
maar zij luisteren doodernstig
 
naar de baarlijke onzin
 
die de eerste minister voorleest
 
op het televisiescherm.
 
 
 
Ik wilde vaker wel
 
een zebravinkje zijn
 
dat naar sprookjes luistert,
 
ik denk dat de wereld dan
 
veel groter is
 
en ook niet zo aartsdom.
 
 
 
Wij zijn allemaal het evenbeeld van God.
 
Hij moet een vreselijke klown zijn.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken