Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dood van de witte raaf (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dood van de witte raaf
Afbeelding van De dood van de witte raafToon afbeelding van titelpagina van De dood van de witte raaf

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

Scans (10.48 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dood van de witte raaf

(1980)–Robin Hannelore–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

40.

De hele nacht had de dichter gewerkt om deuren en ramen stevig te barrikaderen. Hij was vast van plan om zijn egelstelling tot het uiterste te verdedigen. Naar zijn begripsvermogen had deze heilige strijd weinig met zelfmoord te maken, en dus kon hem op basis daarvan althans moeilijk de toegang tot het elfenrijk ontzegd worden... Zonder het Eystel van zijn jeugd, zonder zijn biotoop dus, had het leven voor hem geen enkele zin meer. In de voormiddag zette hij sterke koffie, bakte hij spek met eieren, en schreef hij een gedicht dat hij ‘Kempens Gebed’ noemde:

 
‘De blazenstruik vangt zienderogen
 
de zomer in tere blazen.
 
De huiszwaluwen komen bij tientallen
 
vertederend kwetterend op familiebezoek.
 
De tortels koeren onverdroten hun walsen.
 
 
[pagina 144]
[p. 144]
 
Door de dagpauwogen komen dode vrienden
 
naar mijn tijgerleliën kijken.
 
Heel hoog schroeft een oude buizerd
 
naar de hemel.
 
De merels luisteren beteuterd
 
naar het kinderliedje van de roomijswagen.
 
 
 
Dag in dag uit pluk ik de zomer
 
en sla hem op in dikke weckbokalen.
 
De buurman schenkt me een zwarte radijs,
 
de fallus van een duivel.
 
 
 
O, als ik een schilder was,
 
dan borstelde ik de overladen hooiwagen van de wolken
 
met een naakte Bruegeliaanse meid erop,
 
of als ik kon zingen,
 
dan kroop ik met toonladders tot bij haar
 
om mijn scheppingsdrift zintuiglijk bot te vieren.
 
 
 
Zo snel word ik oud,
 
met een verdrietige impotente pen in mijn hand.
 
Het leven was te mooi om waar te zijn.
 
Dank je, mijn God.’

Buiten galmde een lelijke stem uit een spreektrompet. Welke dag was het nu? Welke maand? Hij had elke notie van tijd verloren. De laatste maanden was hij bliksemsnel verouderd, onnoemelijk oud geworden. De spreekhoornstem bleef maar doorratelen. Was er onder die mensen buiten dan niemand die hem begreep? Alleen op, in en door het papier kon hij aan hun onbegrip, hun dreiging en hun kwelzucht ontkomen. Hoeveel jaarringen zaten er gekondenseerd in deze witte materie? Het blad deed hem eensklaps aan een hostie denken... Hoeveel graankorrels waren er nodig voor die substantie? Was het schrijven van een gedicht niet te vergelijken met de konsekratie?

[pagina 145]
[p. 145]
 
‘Het is ongehoord ontroerend
 
met hoeveel zwarte liefde de zonnebloemen
 
van 's morgens tot 's avonds
 
naar de zon kijken.
 
 
 
Een monstrans waarin ik
 
als een bedwelmde hemelsbij zit;
 
of allemaal vlammende wielen,
 
verlicht door lampionplanten,
 
onder een karos van de reuzenbalsemien,
 
waarin ik als een populierenhaantje
 
naar de oneindigheid rijd.
 
 
 
Ze zijn triest, de hologige zonnebloemen,
 
als de zon overkolkt wordt door wolken;
 
dan is er geen uitzicht, geen uitweg
 
voor mijn harkerige woorden,
 
zelfs niet voor mijn blinde verbeelding.’

Toen hij de doordringende muffe geur van solfer rook, was het reeds te laat... De eerste traangasbom was opengekraakt in de schoorsteen en vulde het vertrek langzaam met roeterige smook. Snel vluchtte de dichter met pen en geweer naar de keuken. Hij gooide de deur van de huiskamer dicht, graaide het wasdoeken tafellaken en de vaatdoek van de hoek van het aanrecht en poogde die lodders in de kier onder de deur te proppen. In de huiskamer leek wel een kanonnade aan de gang: de ene explosie volgde op de andere. Toen de dichter de bijlslagen hoorde op de voordeur en op de vensterluiken van zijn werkkamer, besefte hij dat zijn toestand onhoudbaar was. Met de dood in het hart ontgrendelde hij de keukendeur en strompelde hij het erf op. Een ogenblik bleef het doodstil, maar toen steeg er van alle kanten een gejuich op... alsof hij ten minste een fantastisch doelpunt had gescoord. In de volgende sekonden werd hij overmeesterd door rijkswachters die waarschijnlijk alle denkbare banden behaald

[pagina 146]
[p. 146]

hadden in de oosterse gevechtssporten. Totaal versuft werd hij overgeleverd aan de stevige, in het wit geklede ambulanciers. Voordat hij weer bij zijn positieven kwam, hadden de ziekendragers hem in een wambuis gepropt en op hun draagberrie gekneveld. De dokter prikte de injektienaald met overdreven beroepsijver in een ontbloot gedeelte van zijn bil. Een man met een soort van visserspet op zei: ‘Ik zal maar over de Boudewijnsnelweg naar Geel rijden, zeker?’

‘Ja,’ antwoordde de dokter. ‘En vraag naar dokter De Coninck. Deze jongen is dringend toe aan een slaapkuur. Zeg dat ik over een week weleens langskom.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken