Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Op een wit paard naar Geel (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Op een wit paard naar Geel
Afbeelding van Op een wit paard naar GeelToon afbeelding van titelpagina van Op een wit paard naar Geel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.92 MB)

Scans (7.88 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Op een wit paard naar Geel

(1989)–Robin Hannelore–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

9.

Die zaterdagavond ging ik een snack eten in ‘De Leeuw’. Het was nog vroeg, en in de feestzaal werd alles in gereedheid gebracht voor het jaarlijkse bal van de oudervereniging van de basisschool. Alhoewel ik nu stilaan begon te aanvaarden dat Wijnvlekje voor mij onbereikbaar was, bleef er blijkbaar diep in mijn onderbewustzijn toch nog een lichtje flakkeren. Zoals steeds had ik mijn met filet américain en augurkeschijven belegd broodje terribel laten kruiden, zodat ik zwaar bier nodig had om het vuur in mijn mond en keel te blussen. Toen ik mijn tweede duvel gedronken had, kwam Davy de Ram tegenover mij zitten. ‘Zit Wijnvlekje aan de entree?’ vroeg ik.

‘Nog niet,’ zei hij. ‘Ze is op komst.’ Hij zag er ongelooflijk elegant uit in zijn gloednieuw maatkostuum. ‘Weet je dat ik van zins ben te blijven?’

Ik keek raar op. ‘Wat bedoel je?’

Hij wees met de hand naar mijn bier en stak twee vingers op in de richting van Richard. ‘Wel... Ik ga mij hier vestigen. Freija wil toch niet mee naar Californië, laat staan naar Canada...’ ‘Staan jullie al zóver?’ vroeg ik, pijnlijk verrast.

Hij knikte, en betaalde voor de duvels. ‘Ik heb het lelijk te pakken.’

Ik dronk stevig van mijn duvel. De wrangheid in mijn mond was dezelfde als die in mijn borst. ‘En waarmee ga jij je kost verdienen?’

Hij haalde de schouders op. ‘Ik houd van dieren. Ik word fokker van... runderen, varkens, schapen, konijnen en kippen. Ik weet het nog niet.’

‘Dat wordt een serieuze investering,’ opperde ik lullig.

[pagina 38]
[p. 38]

Hij keek op zijn horloge. ‘Heb jij een beter idee?’ ‘Neen. Tabak zul je langs de Nete wel niet kunnen telen, veronderstel ik...’

Op dat ogenblik vloog de deur van de gelagzaal open en kwam Wijnvlekje binnengestormd. Ze zag er vreselijk uit: haar jurk was gescheurd, en er zat bloed op haar kin en haar arm... Ze gooide zich als het ware op Davy en begon wild te snikken. Mario, Ingel en Deirdre volgden haar, lijkbleek en schoorvoetend.

‘Toch geen ongeval gehad?’ vroeg Richard.

Bij stukken en brokken kregen wij het verhaal te horen. Ingel en Deirdre hadden Mario en Wijnvlekje opgehaald. Toen ze weer op het kruispunt kwamen, werd hun de weg versperd door acht jongelui die met een glas bier in de hand voetje voor voetje over een denkbeeldige streep liepen. Toen Ingel ongeduldig klaksonneerde, gooiden de heerschappen hun glazen stuk op de motorkap van de wagen. Toen Ingel ermee dreigde door te rijden, stortten de rekels zich op de wagen... Een soort van skinhead kon het portier aan Wijnvlekjes zijde openrukken... Hij greep naar haar borsten, doch ze beet hem in de arm... Toen hij zijn greep moest lossen, gaf Ingel gas... Het laatste wat ze geboord hadden, was een vehement trappen tegen de carrosserie.

‘Bel toch dadelijk naar de rijkswacht!’ zei Richard.

‘Dat heb ik al gedaan,’ zei Ingel. ‘Vanuit de cel aan de kerk. In Goorbergen verwezen ze me naar Geel. En in Geel verbonden ze me met Meerhout. En daar heette het dan dat alle posten overbelast waren. Bovendien had het geen zin een combi met twee rijkswachters te zenden... Die rijkswachters waren brave huisvaders, en ze bedankten er feestelijk voor zich te laten ineenstampen door een bende halfapen.’

‘En onze politie?’ vroeg meester Cravillon, die juist was binnengekomen en Ingels woorden gehoord had.

‘Ik ben tot aan de woning van de kommissaris geweest,’ zei Mario. ‘Door het raam zag ik hem bij de t.v. zitten. Zijn vrouw kwam de deur openen... Ze beweerde dat haar man niet thuis was en gooide de deur voor mijn neus weer dicht.’

Langzaam stond Davy op. Hij klopte Wijnvlekje op de schouders. ‘Zou je die... skinhead herkennen?’ vroeg hij aan Mario. Zijn gelaat was enigszins verwrongen en zijn lippen waren bleek. ‘Ze heeft hem in zijn arm gebeten,’ zei Mario. ‘Kijk maar...’ Hij wees naar het bloed op haar kin.

‘Wie gaat er met mij mee?’ vroeg Davy. Zijn ogen rustten even op mij.

[pagina 39]
[p. 39]

‘Die labbekak zeker niet!’ zei Deirdre eensklaps furieus.

Ik dronk mijn duvel uit en stond ook op. ‘Ik ben geen vechtersbaas,’ verontschuldigde ik me. ‘Maar ik wil wèl meegaan...’

‘Jullie blijven hier,’ zei Davy tot Wijnvlekje en Deirdre.

‘Ik ga mee!’ zei Deirdre, waarna ze zich omdraaide en naar de deur liep.

Davy, Mario en Ingel volgden haar op de voet. Ik keek even wanhopig naar mijn leeg glas, besefte dat ik niet meer kon terugkrabbelen, en liep hen achterna. Davy nam zijn eigen wagen. Ingel ging naast hem zitten. Ik schoof naast Deirdre op de achterbank. ‘Je stinkt naar het bier,’ zei ze, terwijl ze haar jurk stevig over haar knieën trok. ‘Je bent toch alweer niet dronken?’ Omdat ik zweeg, vervolgde ze: ‘Je moet wel dronken zijn, anders had je je wel bedacht...’

Nog voordat ik haar van antwoord kon dienen, waren we op de plaats van bestemming. Davy vond een plaatsje op de parkeerruimte voor de kettingwinkel. Voor het eerst merkte ik dat de uitstalramen afgeschermd waren met gloednieuwe metalen luiken. Bij het frietkraam van de Franne stonden vier meisjes te giechelen. Precies in het midden van het kruispunt zaten zes jongelui rond een krat bier. ‘Herken je ze?’ vroeg Davy, terwijl hij traag uitstapte.

‘Neen,’ antwoordde Ingel. ‘Zij waren het niet... Je mag me echter niet kwalijk nemen dat ik niet mee naar binnen ga. Ik studeer rechten, zie je... Een blanco strafregister is voor mij van het grootste belang.’

Davy knikte. ‘Dat begrijp ik. Blijf jij maar in de wagen zitten bij je zuster.’

‘Dat zie je van hier!’ siste Deirdre, waarna ze me naar buiten duwde en ook uit de wagen sprong. ‘Bangschijter!’ riep ze tot haar broer.

‘Laat mij eerst gaan,’ stelde ik met een benepen stem voor. In een belachelijk grote boog liep ik langs de provocateurs op het kruispunt. ‘De Weerwolf 2000’ zat stampvol, doch we hadden het geluk dat Paganini op dat ogenblik de rattenvanger van Hameln aan het nabootsen was: de meute luisterde met ingehouden adem en leefde als het ware in slow motion. Lix van Bourgonie onthaalde mij op een natte handdruk en een glas bier met een dikke schuimkraag. ‘Nóg drie biertjes,’ zei ik, terwijl ik mijn glas aan de mond bracht. Davy en Mario stonden op hun tenen in de richting van de dansvloer te kijken.

‘Zuipschuit!’ femelde Deirdre in mijn rug. ‘Zemelaarster!’ beet ik haar toe.

[pagina 40]
[p. 40]

En toen gebeurde alles razend snel. In een glimp zag ik de grote gestalte van Davy door de massa waden. Hij greep iemand met een kaalgeschoren kikker en een zilverwit snorretje bij de kraag en diende hem een verschrikkelijke oplawaai toe. Het tumult was onvoorstelbaar. Driemaal, viermaal haalde Davy nog uit, en telkens volgde er een opduvel die iemand neerhaalde. Toen de chaos kompleet was, ramde iemand een spuitwaterfles stuk op Davy's hoofd. Het volgende ogenblik stortten vijf kerels zich op hem. Molenwiekend en schoppend poogde hij ze van zich af te slaan. Toen hij dreigde te bezwijken, schoot Mario hem te hulp. Ook hij kreeg een slag met een fles. Er werd gescholden, gevloekt, gebriest, geschreeuwd, gekrijst... De muziek was uitgevallen, een gedeelte van het licht ook... Mijn ogen zochten Lix van Bourgonie. Verstard, met lichtjes ontblote tanden, sloeg hij het schouwspel gade. ‘Laat ze ermee ophouden!’ smeekte ik. ‘Doe dan toch iets, verdomme!’ Hij reageerde echter niet, het was alsof hij in trance verkeerde. Toen Davy en Mario neergehaald waren sprong plotseling Deirdre op de rug van een van hun belagers. Ze krauwde en beet... De kleren werden van haar lijf gescheurd. En toen... kon ik niet langer meer afzijdig blijven. Ik stortte me op een pummel die aan haar haren trok... Toen knapte er iets in mijn hoofd en alles werd donker... Ik kwam weer bij mijn positieven in een garage. Reina Guldentops veegde met een natte handdoek over mijn gezicht. Er schrijnde iets op mijn voorhoofd, en in mijn onderbuik brandde een helse pijn. ‘Ik heb voor het laatst in mijn leven naar de rijkswacht gebeld,’ hoorde ik Ingel zeggen. ‘De dokter komt dadelijk,’ poogde Deirdre mij te troosten. Ze had een deken omgeslagen en ze bibberde. Wat verder hoorde ik iemand braken. Ik richtte mijn hoofd op. Mario stond met beide armen tegen de muur geleund. Naast hem zat Davy... Hij drukte een handdoek op zijn neus en hijgde zwaar. ‘Dat duurt zolang tot er doden vallen,’ zei Reina.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken