Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Op een wit paard naar Geel (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Op een wit paard naar Geel
Afbeelding van Op een wit paard naar GeelToon afbeelding van titelpagina van Op een wit paard naar Geel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.92 MB)

Scans (7.88 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Op een wit paard naar Geel

(1989)–Robin Hannelore–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

10.

Het ergste was wat ik thuis moest horen. Mijn moeder raasde alsof ik een gedegenereerde was. Zij was altijd erg gesteld geweest op familietrots. Cafélopers en -vechters kwamen in onze familie niet voor. Wat zouden de mensen nu wel zeggen? Als ze mij zó zagen - met een blauw oog, en trekkebenend - zouden ze nogal wauwelen! Dat kwam ervan als ik met een Ameri-

[pagina 41]
[p. 41]

kaan rondliep... Ik wist niet half wat voor volk er vroeger op Kroatië geleefd had... En stel je voor dat de direktie van het kollege daar iets van vernam! Lopende vuurtjes verspreidden zich vaak verder dan je dacht...

De mensen zeiden natuurlijk niets, daar waren ze te bang en te laf voor. Burgemeester Roosen trok zijn stoutste schoenen aan en ging er bij Lix van Bourgonie mee dreigen dat hij ‘De Weerwolf 2000’ zou laten sluiten, indien er niet stante pede wat veranderde: die irriterende laserstralen moesten verdwijnen, de decibels mochten de wettelijke grenzen niet overschrijden, er mochten geen alkoholische dranken meer geschonken worden aan dronken jongeren, én jongeren beneden achttien jaar moest de toegang tot het etablissement ontzegd worden. De caféhouder echter lachte de burgemeester vierkant uit. Mocht zijn taverne gesloten worden, dan zou hij de burgemeester persoonlijk aansprakelijk stellen; dan zouden hij én de bierhandelaars én de bierbrouwerijen een schadevergoeding eisen die van de burgemeester een bedelaar zou maken; dan kon hij bovendien ook niet instaan voor de gevolgen... de represailles van zijn klanten, om het duidelijker te zeggen... Vooral die laatste woorden zorgden ervoor dat de burgemeestersvrouw in paniek raakte: ze was doodsbenauwd voor haar kinderen, vier aankomende meisjes... Het betekende dat de burgemeester er de brui aan gaf. Hij had het al moeten beleven dat een transportbedrijf én een betonfabriek én een asfaltfabriek in woonwijken werden uitgebouwd, ondanks zijn gloeiende protesten. Achteraf was telkens aan het licht gekomen dat Wimjan Bonnarens hem geboycot had met zijn machinaties. Het was voor hem niet moeilijk te raden dat de senator ook nu weer een oppermachtige hand in het spel had. Tot Ingel Guldentops zei hij dan ook kortaf: ‘Schrijf een brief aan de prokureur des Konings. Dien een petitie in... Maar laat mij met rust. Ik kàn niet méér doen dan ik deed. Ik ben ook maar een mens.’

Een petitie dus... Ingel begon er entoesiast aan. In geuren en kleuren hing hij een beeld op van het kwaadaardige gezwel dat ‘De Weerwolf 2000’ was. Hij maakte een waslijst op van alle wetten die werden overtreden. En toen moest hij de hort opgaan om handtekeningen in te zamelen. Wat een misrekening! Wat een mislukking. Mensen die amper tot tien konden tellen, hadden tóch geleerd hoe voorzichtig ze moesten zijn met hun handtekening. ‘Als ik dat doe, komen ze hier alles kort en klein slaan,’ zei Leander Driesen, wiens groenten een paar dagen voordien nog gediend hadden als projektielen bij een gevecht tussen twee

[pagina 42]
[p. 42]

joyriders die een meningsverschil hadden over de auto die ze gingen klauwen. Hij verwoordde eigenlijk de schrik van het hele dorp, én het verlangen om met rust gelaten te worden. Simpele mensen, aan wie nooit wat gevraagd wordt, die altijd alles opgedrongen wordt, hebben het verleerd zich te engageren. Kiezen, het innemen van een standpunt dus, betekent dat je iets moet afwijzen... en dat kan nare gevolgen hebben... Uiteindelijk kon Ingel een petitie met zesentwintig handtekeningen - en daar waren er nog drie van Gino Hanselaar bij - aan de prokureur zenden. Een week later kreeg hij een beleefd antwoord. Van groot belang bij dat onderzoek waren de individuele getuigenissen van de slachtoffers en de verongelijkten... Ditmaal ving Ingel voorgoed bot. Wie niet graag toegaf dat hij geen letter op papier kon zetten, had geen tijd voor zulke prullaria of leed plotseling aan geheugenstoornissen. De anderen begonnen hun belevenissen te relativeren, te minimalizeren... Het zou allemaal wel koelen zonder blazen... Schrijven moesten de journalisten doen. Waarom had Laurens Darras nog niets over die wantoestanden geschreven in ‘De Brabander’? Met die vraag kwam de ontgoochelde Ingel ten slotte bij mij aan. Het was juni... Hij zat volop in de bloktijd. Ik daarentegen had tijd in overvloed. Ik werd beschouwd als de stem van Kranendonk. Ik was de spreekbuis van alle dorpelingen, én ik verdiende daar mijn brood mee. Dus...

Daarmee werd het mij nog maar eens duidelijk gemaakt. En ik was de onmacht zelf. Aan een lezersbrief hechtten ze op de redaktie van ‘De Brabander’ meer belang dan aan mijn kopij. Ik had er trouwens geen zin in om nogmaals een telefonische les van Arnout Koleman uit te lokken.

Op de receptie ter gelegenheid van een nieuw bankfiliaal aan het dorpsplein raakte ik aan de praat met Guido Bergeman, de vader van de verbluffend mooie filiaalhoudster. De man bleek een advokatenpraktijk te hebben in Schille. Toen ik dat vernomen had, bracht ik het gesprek op ‘De Weerwolf 2000’. Tot mijn verbazing was de advokaat vertrouwd met het fenomeen... ‘Dan zijn ze nu Kranendonk aan het inpalmen,’ zei hij. ‘Het gebeurde ook in Schille... tot ze moesten ervaren dat in de residentie-wijken van die gemeente nogal wat invloedrijke lieden woonden.’ ‘Ze?’ echode ik verbouwereerd. ‘Wie zijn... ze?’

Hij kneep de lippen op elkaar en bewoog weifelend het hoofd heen en weer. Dat is moeilijk te definiëren... Eigenlijk een enorme bende canailleuze jongeren... uit de agglomeratie van Antwerpen. Omdat dat rapaille in de stad noch in de randgemeenten aan zijn trekken kan komen - de politie is daar

[pagina 43]
[p. 43]

dag en nacht op de been, én er wordt niet gelachen met ordeverstoorders - zoekt het zijn toevlucht op het platteland. Daar kunnen ze ongestoord hun gangen gaan. Het liefst terrorizeren deze verwaande stadsjongens en -juffers de plaatselijke bevolking. In hun ogen zijn de plattelandsbewoners ‘boertjes van buiten’, die zij naar goeddunken hun wil kunnen opdringen. Het merendeel van hen behoort weliswaar tot de randgroepjongeren, doch ook kinderen van middenstanders én studenten die verhangen zijn naar drank, drugs en groepsseks, sluiten zich daarbij aan.’ ‘De uitbater van “De Weerwolf 2000” heet Lix van Bourgonie,’ zei ik. ‘Zegt die naam jou iets?’

De advokaat schudde het hoofd. ‘Wie de uitbater is, heeft geen belang... Zolang die hun tenminste niets in de weg legt. Ze moeten alleen maar een goede discjockey hebben, een soort van duivelsdirigent voor hun orgieën...’

‘Paganini?’

Hij keek me verrast aan. ‘Ja! Zo heette het heerschap dat in Schille de waanzin ten top dreef... Op wat die kerel uitkraamt, komt iedereen af. Voor hem zijn ooit meisjes van zestien van huis weggelopen. Paganini is maar een artiestennaam. Löwenstein heet hij, Sjako Löwenstein. Hij is een Hollander van joodse afkomst, meen ik. Nog niet zolang geleden werd hem een proces aangedaan wegens verleiding van minderjarigen.’

Toen hij dat gezegd had, kwam zijn dochter bij ons staan. Ira Bergeman zag er nu eens poppig en dan weer katachtig uit. In vroegere tijden werd voor zo iemand geduelleeerd op de degen of op het pistool. Zij bracht mij helemaal van streek, en ik voelde dat zij dat wist. Alleen de whisky kon mij weer zelfzeker en manmoedig maken. Het gevolg was dat ik als allerlaatste genodigde het bankgebouw verliet... Enfin, ik moest buitengeholpen worden, en van linde tot meidoorn strompelend geraakte ik uiteindelijk thuis.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken