Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Op een wit paard naar Geel (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Op een wit paard naar Geel
Afbeelding van Op een wit paard naar GeelToon afbeelding van titelpagina van Op een wit paard naar Geel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.92 MB)

Scans (7.88 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Op een wit paard naar Geel

(1989)–Robin Hannelore–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

16.

In de dagen dat Kranendonk er absoluut richtingloos bij lag, omdat het gespuis van ‘De Weerwolf 2000’ alle wegwijzers verduisterd of in de bossen geplant had, hingen de Roden het dorp vol verkiezingsaffiches met het triomfalistische triumviraat Kiebooms-Torremans-Vanrutten erop. De borden waarop Wimjan Bonnarens de mensen van Kranendonk een prettige vakantie toewenste, waren toen al aan hun derde vernieuwing toe. De cafés begonnen gouden zaken te doen. De kandidaat-politici beseften dat ze niet langer op hun kont konden blijven zitten en nogal wat okkasionele dronkaards wisten dat hun stem heel wat bier waard was. De vrouwen van Kranendonk herademden trouwens ook: donderdagochtend meldde ‘De Brabander’ op de frontpagina dat de vermoedelijke moordenaar van Jocelyn Siborgs aangehouden was... Ene Hugo Wesselaar uit Goorbergen, een recidivist, had zekere bekentenissen afgelegd. Al verscheidene dagen hadden de rechercheurs de man verdacht, omdat er enkele gelijkenissen waren met het delikt waaraan hij zich acht jaar geleden schuldig gemaakt had... én met de misdaad die hij zestien jaar geleden begaan had. Ik had er dan ook helemaal niet op gerekend dat Ira Bergeman naar ‘De Leeuw’ zou afzakken. Eigenlijk zat ik in een hoekje mijn verdriet om haar te verdrinken, toen ze eensklaps tegenover mij kwam zitten. ‘Heeft die Hollander je weer een blauwtje laten lopen?’ vroeg ik venijnig.

‘Neen,’ zei ze, waarna ze mijn duvel nam en ervan dronk.

‘Je bent toch geen nymfomane?’

‘Een cognac,’ zei ze tot Richard, die overdreven beminnelijk kwam vragen wat haar beliefde.

‘Ik begrijp je niet,’ dramde ik door. ‘Een halve nacht doe je alsof ik de enige man ter wereld ben, en enkele dagen later solfer je dat een Hollander mét vrouw én kinderen op.’

Ze dronk gulzig van haar cognac. ‘Waarom kan seks hebben met iemand niet vrijblijvend gebeuren? Denk je dat ik niet weet dat Wijnand van mij profiteert?’

Ik poogde te lachen. ‘En dus dacht jij verleden week eens van mij te moeten profiteren?’

[pagina 64]
[p. 64]

‘Zit jij niet verstrikt in een voorbijgestreefde moraal?’ vroeg ze zacht.

‘Dat zal wel!’ hoonde ik. ‘Eerlijkheid, oprechtheid, standvastigheid, trouw... Het is allemaal voorbijgestreefd... middeleeuws, plattelands, dorps... ja, ja!’

‘Waarom zoek jij geen boerenmeisje, een maagdje?’ sarde ze. ‘Op elk gehucht vind je er beslist eentje dat halsreikend naar je uitkijkt.’ Ze dronk haar roemertje leeg en tikte ermee op tafel. ‘Ik heb... de middelen niet om dat goedje te betalen,’ zei ik haastig.

‘Op mijn appartement is het gratis,’ zei ze, naast haar neus weg. Een ogenblik wilde ik onverschilligheid veinzen, doch de verleiding was te groot. Ik stond op en ging afrekenen. In het café rustten alle blikken op ons. Ik knikte vriendelijk en volgde Ira naar buiten.

‘We mogen blij zijn dat hier geen schandpaal meer staat,’ zei ze. Tien minuten later was ik weer in de hemel. Zonder achterdenken. Belofte maakte alleen maar schuld. En hoevelen stierven in het land van belofte niet van honger? Ik was gelukkig als een dier, indien het tenminste waar is dat dieren niet aan gisteren en ook niet aan morgen denken. Ditmaal sloop ik om vijf uur naar huis... Ik liep pardoes op zowat twintig gepensioneerden... Ze stonden op een autobus te wachten, die hen naar de Rijn zou brengen. ‘Als de Das dat had moeten beleven...’ hoorde ik iemand zeggen.

's Anderendaags was ik uitgenodigd op de cruciale partijbijeenkomst van de Katolieken. Om iets meer te weten te komen over de background van de Oranjen in Groot-Kranendonk raadpleegde ik eens te meer de aantekeningen van mijn vader... Verbaasd las ik: ‘Kranendonk was allesbehalve katoliek. Er stond een immense moderne kerk, ja, maar de grootte ervan reveleerde des te pijnlijker het kleine aantal kerkgangers. Alleen bij begrafenissen liep de kerk weleens vol, maar dat had dan niets met godsdienst te maken. De oorzaken van die ongodsdienstigheid wortelden waarschijnlijk nog in de tijd dat de mensen op hun zondags gekleed, én de vrouwen daarenboven nog getooid met een hoed, ter kerke gingen... En zondagse kleren én een hoed werden door de “heikanters”, “boskanters” en “waterkanters” beslist als overbodige luxeartikelen beschouwd.

Anders was het gesteld met Muisdonk: daar had zelfs het Marialegioen de jaren zestig overleefd; daar werd wie niet naar de kerk ging, nog met de vinger gewezen. Daar hadden de Liberalen ervoor gezorgd dat godsdienst en politiek streng gescheiden ble-

[pagina 65]
[p. 65]

ven. Over de mogelijke onverenigbaarheid van vrijzinnigheid en godsdienstigheid had niemand daar ooit een sekonde nagedacht. “Hebben is hebben, en krijgen is de kunst!” heette het daar.’

 

Mijn vader was altijd een diep gelovig kristenmens geweest. Ik was ervan overtuigd dat hij altijd voor de Katolieken gestemd had. In zijn spoor, en aangemaand door mijn verschrikkelijk devote moeder, had ik dat vooralsnog ook gedaan. De Katolieken of Oranjen waren bij mijn weten steeds met de beste bedoelingen bezield geweest. Toen ze zes jaar geleden voor het eerst in de geschiedenis van Kranendonk - in Muisdonk hadden de zaken wel anders gelegen - aan het bewind gekomen waren, droomden ze ervan Groot-Kranendonk uit te bouwen naar het stramien van Utopia. Zij hadden echter een koalitie moeten aangaan met de Roden en dat was hun zuur opgebroken. De twee jeune premiers van de toenmalige lijst, burgemeester Herwig Roosen en schepen van sport en kultuur Filip van Goor, waren in zes jaar oud en grijs geworden. Zij hadden moeten kampen met vaandelvlucht, kazakdraaierij, absenteïsme, boycotting, chantage en hoon. En hun herhaalde desilluzies waren die van vele idealisten geworden... Naarmate de gemeentelijke legislatuur gevorderd was, was dan ook het aantal afvalligen gegroeid. Wellicht daarom was de opkomst die vrijdagavond in de feestzaal van ‘De Leeuw’ maar magertjes. Grote wonderen nochtans werden verwacht van de nieuwe voorzitter van de partij, raadsheer Thierry Toussaint, die zijn benoeming bij het Hof van Beroep in Antwerpen aan de Katolieken te danken had. Vanuit het hoekje waar ik mij met mijn duvel geïnstalleerd had, merkte ik echter dat de raadsheer er eerder als een oververzadigde poedel bijzat. De impulsen moesten eens te meer uitgaan van burgemeester Roosen. Negentien kandidaten voor negentien mandaten moest de lijst tellen, negen kandidaten van de vorige lijst waren overgebleven... Wie had wie gepolst om zich kandidaat te stellen? Ik spitste de oren...

Barend Stoffels, die een Slavisch uiterlijk had, was alleszins niet bij de pakken blijven zitten. Hij had een studie gemaakt van de grootste families van Groot-Kranendonk, en uit elke familie had hij enkele potentiële kandidaten geselekteerd. Slecht was hem dat bekomen... Op drie plaatsen had hij slaande ruzie gekregen. In drie andere huiskamers hadden de mensen zo verontwaardigd gereageerd, dat hij maar dadelijk van de os op de ezel gesprongen was en over koetjes en kalfjes begon te brabbelen. In één huisgezin had het wel geleken of hij met een oneerbaar voorstel

[pagina 66]
[p. 66]

voor de dag gekomen was. In twee huisgezinnen hadden de gezinshoofden hem onverbloemd te kennen gegeven dat ze een partijkaart van de Blauwen hadden, want die tenminste hadden dit én dat én nog veel meer kunnen fiksen. Slechts in één gezin hadden de mensen getwijfeld: daar hadden ze gepolst naar de kansen van een zoon, een student aan de pedagogische akademie, in de lokale basisschool...

Isolde Theunis, een frêle dametje, had haar licht opgestoken in het verenigingsleven. Dat licht was bijna overal zonder omwegen uitgeblazen. De verenigingen deden niet aan politiek, waren pluralistisch ingesteld... en waren absoluut ontevreden over de gemeentelijke betoelaging. Waarom hadden dezen en genen... dit en dat gekregen, terwijl zij, die dan toch dit en dat verwezenlijkt hadden, maar zus en zo gedoteerd werden?

Neville van Grieken, die er eens te meer als een camerlengo bijzat, was kandidaten gaan ronselen met de vinger op de lijst der beneficianten van de voorbije legislatuur. Hij toonde de lijst: allemaal doorgehaalde namen, behalve één... die van een postbode die stotterde.

Ivo Bluys, die industrieel ingenieur was, had gepoogd een toch wel invloedrijke dame te lijmen. Het vrouwmens wilde toehappen... Doch toen ontdekte Ivo dat deze politica in spe wijsgemaakt was dat elke kandidaat... over vijftigduizend frank mocht beschikken voor de propaganda.

En hoe zat het met de jongeren? Er moesten in Groot-Kranendonk toch nog heel wat idealistische jongeren rondlopen, die ervan droomden hun weg te maken in of via de politiek?

Floris Rectem, die voorzitter was van de plaatselijke afdeling van het Algemeen Katoliek Vakverbond, zat er als een geslagen hond bij... Hij had de jongeren benaderd en gesensibilizeerd op de plaatsen waar ze samentroepten, namelijk in de kroegen. Véél geld had hem dat gekost. Meermaals hadden ze hem gewoon onder tafel gedronken. Tweemaal had hij een blauw oog opgelopen. Eénmaal hadden ze zelfs zijn das afgeknipt.

En de arbeiders dan? Hoe zat het met de arbeiders? Thomas van Reusel was bestuurslid van de Kristelijke Werkliedenbond... Wie had hij kunnen overhalen? Thomas van Reusel haalde hulpeloos de schouders op... Niemand. In de radiatorenfabriek waar hij werkte, hadden ze hem op de montageband gebonden en in de spuitkabine zwaar in de verf gezet, blauwe verf nota bene.

En toen rustten eensklaps alle blikken op mij. ‘Meester Darras was een Katoliek in hart en nieren,’ zei Filip van Goor. Op zijn steun konden wij altijd rekenen. Bij de vorige verkiezingen heeft

[pagina 67]
[p. 67]

hij onze pamfletten geschreven... Niemand wist het, maar hij deed het... Net zoals hij achttien jaar lang de speeches van oud-burgemeester Matsijs opgesteld had.’

Ik geloofde mijn eigen oren niet. ‘Ik zal een partijkaart kopen,’ stamelde ik, ‘doch méér kan ik niet doen... als journalist.’ ‘Ook niet als we aan de gestelde prioriteiten de sluiting van “De Weerwolf 2000” toevoegen?’ vroeg de burgemeester. ‘Meester Cravillon vertelde me dat je daar zo zwaar aan tilt...’ ‘Meester Cravillon legt blijkbaar wel vaker zijn eigen woorden in de mond van een ander,’ zei ik kregelig. ‘Maar het is waar dat jij die dancing allang had moeten sluiten.’

De burgemeester kreeg het op de heupen. ‘Ik steek mijn nek niet meer uit... zo kort voor de verkiezingen, Ik kan me wel op een prettigere manier ruïneren of zelfmoorden of belachelijk maken...’

‘Hoe dapper!’ smaalde ik.

‘Zich wegsteken achter een perskaart is ook niet bepaald dapper!’ snauwde de burgemeester.

Grote problemen hadden de Katolieken dus. En grote verslagenheid heerste in hun rangen. Om al die ellende te verdrinken stapten ze na de vergadering de gelagzaal van ‘De Leeuw’ binnen. Daar dronken ze zich een stuk in de kraag. En toen geschiedde een mirakel... Het toeval wilde namelijk dat aan dezelfde tapkast vijf gezellen, wier vrouwen op bedevaart naar Lourdes waren, van hun vrijheid stonden te genieten. En was het nu omdat het buiten volle maan was? Of had Onze-Lieve-Vrouw een hand in het spel? Er volgden alleszins hartroerende konfidenties. Drie van de gezellen waren na een tijdje zo geëmotioneerd, dat ze met tranen in de ogen beloofden mee op te komen; en de twee andere zwierbollen zegden plechtig toe dat ze hun eega's onder druk zouden zetten. Daarenboven beweerde Richard dat hij nóg iemand zou overhalen, een man die grote verplichtingen aan hem had... Toen hij dat gezegd had, keek hij enkele malen veelbetekenend naar de spiegel.

Dat betekende dan dé opening voor de Oranjen. 's Anderendaags werden hun rangen nog versterkt door een student aan de universiteit, een gepensioneerde doeanier, een werkloze jazztrompettist en een minder-valide kunstschilder. Vooral met Glenn Mans, de student in de handelswetenschappen, had burgemeester Roosen veel op.

Vanzelfsprekend hadden al deze besprekingen plaatsgevonden onder beding van strikte geheimhouding. Het was allesbehalve aanbevelenswaardig de politieke tegenstrevers nu al in zijn kaarten

[pagina 68]
[p. 68]

te laten kijken. Ook ik moest mij voorlopig in ‘De Brabander’ beperken tot een beeld van Herwig Roosen, mijn ‘Figuur van de Week’. Geheimhouding... Het woord is magisch geladen. En wie heeft elke dag de kans om interessante geheimen in de oren van een ander te fluisteren? De namen der kandidaten stonden nog niet eens op papier, toen heel Kranendonk al gonsde van het nieuws dat de Oranjen met een prullijst naar de verkiezingen trokken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken