Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een regen van rozeblaadjes (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een regen van rozeblaadjes
Afbeelding van Een regen van rozeblaadjesToon afbeelding van titelpagina van Een regen van rozeblaadjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.61 MB)

Scans (54.31 MB)

ebook (2.82 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een regen van rozeblaadjes

(1984)–Robin Hannelore–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 88]
[p. 88]

21.

De ‘Finse Sauna’ bleek een villa te zijn, aan een beukendreef te midden van de dennenbossen. ‘Het gehucht hier heet de Steenberg,’ verklaarde Sigrid. ‘De Romeinen hadden hier hun termen.’ De wind joeg wolken geelachtig stuifzand voor hen uit. Op het parkeerterreintje naast de inrit stonden vier luxeauto's. Toen ze uitgestapt waren, klopte Sigrid spottend op het voorwiel van haar fiets, dat onder het deksel van de bagageruimte uitstak. ‘Een zeer suggestief beeld,’ zei ze. Dikke lauwe regendruppels dreven hen naar de voordeur. Nog voordat Hannes op de bel geduwd had, werd de deur geopend. Een zwaar gemaquilleerd meisje in een zwarte jurk verwelkomde hen. Ze bleek Sigrid te kennen, want ze zei beminnelijk: ‘Jij vindt de weg wel.’ Die weg leidde hen langs een soort van schoonheidssalon, een kleedkamer, een sauna en een luxueus zwembad naar een grote bar. Daar waren ze de enige klanten. Boven hun hoofd striemde de regen over de glazen koepel. Ze gingen op een kruk zitten. De barmeid, een poppetje met grote bruine ogen en een massa kroeshaar, vroeg wat ze wensten. ‘Een pils,’ zei Hannes, terwijl hij vragend naar Sigrid keek.

‘Hier worden uitsluitend sterke dranken geserveerd,’ repliceerde het kroeskopje.

‘Een cognac dan,’ bestelde Hannes. Hij zag Sigrid knikken.

‘Twee cognacs.’

Toen ze bediend waren, zei het kroeskopje: ‘Dat is vijfhonderd frank.’

Hannes betaalde zonder te verpinken. ‘Heb jij misschien zin in een saunabad?’ vroeg hij aan Sigrid.

‘Ik ben ongesteld,’ zei ze.

Het volgende ogenblik kon Hannes zijn ogen niet geloven: twee spiernaakte lui, een oudere man met een opgezwollen buik en walgelijke vetkwabben en een jong mollig roodkopje, kwamen naast hen zitten. De vent met de vetkussens

[pagina 89]
[p. 89]

keek Sigrid onbeschaamd aan, terwijl het roodkopje haar hoofd tegen zijn schouder legde.

‘Het water van het zwembad is te warm,’ zei hij tot Hannes. Hannes verslikte zich in zijn cognac. ‘Een Fin zou vanuit zijn saunabad recht in het onweer stappen,’ zei hij.

De vent lachte hinnikend. ‘Champagne!’ beval hij. ‘Is de juffrouw jouw sekretaresse?’ vervolgde hij, met een geile blik in de richting van Sigrid.

‘Euh... ja,’ zei Hannes.

‘Dan kunnen we misschien eens ruilen!’ De vent begon weer te hinniken.

Hannes keerde zich verontwaardigd naar Sigrid. ‘Ken jij die man?’ fluisterde hij.

Ze knikte. ‘Het is Felix Roebeke,’ fezelde ze.

Hannes kon zijn ogen niet geloven. ‘Ben jij Felix Roebeke?’ vroeg hij boudweg aan de man.

‘Ja, dat ben ik!’ antwoordde de vent, blijkbaar trots omdat hij herkend werd.

‘Ik dacht dat jij met vakantie aan zee was, ’zei Hannes driest. Felix Roebeke begon weer te hinniken. ‘Dat ben ik ook! Maar ik moest mijn sekretaresse toch eens komen goedendag zeggen!’ Hij klopte het roodkopje onbeschoft op haar achterste. ‘En wie ben jij?’

‘Hannes Orban.’

Felix Roebeke streek met beide handen zijn dunne grijze haren naar achteren. ‘Notaris?’

‘Neen. Journalist.’

De belangstelling op het gelaat van de makelaar maakte plaats voor totale gedesinteresseerdheid. ‘Lekker?’ wendde hij zich tot het roodkopje, terwijl hij haar glas nam en ervan proefde.

‘Ik ben de vader van de jongen die een tijdje geleden verongelukte op de Kapelletjesweg,’ vervolgde Hannes onverstoorbaar.

Felix Roebeke gedroeg zich alsof hij die toelichting niet ge-

[pagina 90]
[p. 90]

hoord had. Hij stak de hand op naar nog een paar naaktlopers, dat juist binnenkwam.

‘Ik hoopte hier vanavond jouw zoon te treffen,’ voegde Hannes eraan toe.

Ditmaal had hij wèl beet. ‘Waarom?’ vroeg de makelaar, duidelijk verstoord.

‘In Rostal wordt verteld dat hij iets meer van het ongeval weet...’

‘In Rostal vertellen ze wel meer klinkklare onzin!’ stoof Felix Roebeke boos op.

‘Hoe weet jij zo zeker dat jouw zoon niets van het ongeval weet?’

‘Omdat hij die avond thuis was!’ baste de makelaar.

‘Johan Sterkens beweerde dat hij en jouw zoon de avond doorbrachten in “De Volmolen’ te Lier...’

‘Thuis of in Lier: mij om het even!’ foeterde Felix Roebeke. ‘Ik ken mijn zoon: als hij zegt dat hij van niets weet, dan is dat ook zo... Hij kan trouwens te allen tijde zoveel alibi's krijgen als hij wil, snap je?’

‘Neen!’ beet Hannes hem toe. ‘Als hij werkelijk die avond thuis was, wil ik dat absoluut ook door jouw vrouw bevestigd horen.’

‘Als je mijn vrouw lastig valt, laat ik arresteren!’ vloog de makelaar op.

‘Wat voor kinderachtige potentatenpraat is me dat!’ spotte Hannes.

‘Mijn vrouw werd reeds verhoord!’ brieste Felix Roebeke. ‘Door de bevoegde instanties terzake! Wat loop jij hier dan nog op te rakelen? Jij hebt beslist te veel politiefeuilletons op de televisie gezien... Stuk onbenul!’

‘Kom nu,’ suste Hannes. ‘Gedraag je asjeblieft een beetje gecivilizeerd.’ Het volgende ogenblik keek hij in het gelaat van een in het zwart geklede man met een baardje en een snorretje en met een donkere bril. ‘Mag ik meneer verzoeken de zaak stante pede te verlaten,’ zei die vlak.

Hannes schudde verbouwereerd het hoofd. ‘Waarom?’

[pagina 91]
[p. 91]

‘Je ergert mijn klanten,’ zei de man. ‘Kom!’ Hij greep Hannes bij de arm en trok hem met zich mee.

‘Ik ga ook zo wel!’ repliceerde Hannes, terwijl hij zich losrukte. ‘Ik hoop dat je beseft hoe meelijwekkend je bent!’ sneerde hij nog in de richting van Felix Roebeke. Sigrid duwde hem echter in de rug. Buiten regende het nog dat het goot. Toen ze in de wagen zaten, zei Sigrid: ‘Van alle mensen die ik ken, is Felix Roebeke de verachtelijkste. En precies met hem heb je het nu definitief aan de stok.’

‘Definitief?’

‘Ja... Het is nu wel duidelijk geworden dat zijn zoon de man is die je aan het praten moet krijgen. Ik kan me niet voorstellen dat je daar ooit in zult slagen...’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken