Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De weerliicke liefden tot Roose-mond (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van De weerliicke liefden tot Roose-mond
Afbeelding van De weerliicke liefden tot Roose-mondToon afbeelding van titelpagina van De weerliicke liefden tot Roose-mond

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

Scans (6.59 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Editeur

Oscar Dambre



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De weerliicke liefden tot Roose-mond

(1956)–Justus de Harduwijn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 127]
[p. 127]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Liedeken.

1[regelnummer]
Ghelijck den wijngaert teer
 
Sonder schand' of oneer
 
Hem vriendelijck oprecht,
 
En constelijck hem hecht,
 
Verwerrent, ende vlecht
 
Sijn ranck seer swack
 
Lanx en dweersch Ga naar voetnoot1 eenen boom of eenen tack:
 
 
2[regelnummer]
Of ghelijck den aerdt-veyl
 
Beclest de muren steyl,
 
En krinckelt over hoop
 
Met menighen om-loop,
 
Strick, werringh' ende cnoop,
 
Aen het ghesteent
 
Die soo met dat onscheydelijck vereent Ga naar voetnoot2.
[pagina 128]
[p. 128]
3[regelnummer]
Mijn lief, als ick u cuss
 
Verwerd' ick dan aldus
 
In uwe lipkens root,
 
En in u halsken bloot
 
Al bleve ick daer dan doot
 
T'waer cleyn voor my
 
Bleve ick voor al Ga naar voetnoot3 u, mijne liefste, by.
 
 
4[regelnummer]
Maer waer toe noch ghetoeft:
 
Gheeft my dat my behoeft,
 
Dat is u lip-corael,
 
En neemt my teenemael
 
In uw' aeremen rael Ga naar voetnoot4.
 
Cust en hercust
 
Tot dat den brandt van mijn hert is ghebluscht.
[pagina 129]
[p. 129]
5[regelnummer]
Soo niet. Ick comm' terstont
 
Drucken op uwen mondt
 
Niet achtend' u ghekijf,
 
Een cusken wel soo stijf,
 
Dat my siel ende lijf
 
Sal doen ontgaen
 
Eer ick mijn hert wel sal connen versaen Ga naar voetnoot5.
 
 
6[regelnummer]
Och hadd' ick dit gheluck!
 
Ick waer uyt allen druck.
 
Den soeten hemel-dranck
 
Die Ganimedes schanck
 
En Amphions gheclanck
 
Sou my verleen
 
Mocht mijne siel soo van mijn lichaem scheen Ga naar voetnoot6!
[pagina 130]
[p. 130]
7[regelnummer]
Maer oft nu soo gheviel
 
Dat oock ontsonck u siel,
 
Soo souden wy ghepaert
 
Trecken te velde waert
 
Daer dat de aerde baert
 
Veel schoon gheblomt,
 
Om u, lief, op te gaen als ghy daer comt Ga naar voetnoot7.
 
 
8[regelnummer]
Zephyr voert daer den crijgh
 
Met een soet-coel ghehijgh,
 
En daevert sonder vaer Ga naar voetnoot8
 
In t'bevende groen hair
 
Der boomkens allegaer,
 
Die met sijn hand
 
Cupido self daer eertijdt heeft gheplant.
[pagina 131]
[p. 131]
9[regelnummer]
Mijn lief, men siet alhier
 
Heel boschen van laurier,
 
Hier alderhande spruyt,
 
Hier menighe van cruyt
 
Wintelt ter aerden uyt,
 
Hier is een pleyn
 
Vol van camill' vol myrt' en magheleyn Ga naar voetnoot9.
 
 
10[regelnummer]
Veel rooskens root en wit
 
Staen hier alomm' ghevitt'
 
Hier blinckt de lely broos,
 
En daer de tijdeloos
 
Die ieughdelijck altoos
 
Tot elcx gherey
 
Schijnen te bien Ga naar voetnoot10 den blom-draeghenden Mey.
[pagina 132]
[p. 132]
11[regelnummer]
Om al dees vreughden groot
 
Wie en bleef dan niet doot?
 
Neen, Lief, laet ons niet vlien
 
Van cusken te her-bien,
 
Soo moghen wy misschien
 
Den lof en prijs
 
Gaen winnen in dat vroylick Ga naar voetnoot11 paradijs.
[tekstkritische noot]Br
O

voetnoot1
wijngaert: wijnstok; Hem oprecht: zich opricht; constelijck: op kunstige wijze; Verwerrent: zich verstrikt, zich invlecht (bij van der Noot: ‘vlechtende in veelderley maniren om den boom zijn gruen ermen’); dweersch: dwars over.
voetnoot2
aerdt-veyl: klimop; beclest: zich klimmend vasthaakt en bekleedt; krinckelt over hoop: zich kronkelend opstapelend vasthecht; om-loop: in kringetjes; werringh': verstrikking (wanordelijk); vereent: zich verenigt.
[tekstkritische noot]L 3 vokatief-komma's.
voetnoot3
Verwerd' ick dan: (v. verwerren) indien ik dan in de war, in verlegenheid raakte; T' waer cleyn voor my: 't zou maar een kleinigheid zijn voor mij; voor al: bovenal.
voetnoot4
ghetoeft: getalmd; dat my behoeft: wat mij van node is; teenemael: helemaal; rael: slank.
[tekstkritische noot]L 5 Na ‘Soo niet’ past wellicht een komma i.p.v. een punt, en dan moet de hoofdletter in ‘Ick’ door een kleine letter worden vervangen (Michels).
voetnoot5
Soo niet: indien gij het niet doet, dan kom ik zelf dadelijk; ghekijf: twistend tegenspartelen; stijf: vurig, hartstochtelijk; Dat: dat het; doen ontgaen: doen bezwijken; wel: in hoge mate; connen versaen: kunnen verzadigen.
voetnoot6
druck: verdriet, moeilijkheid; Ganimedes: (gr. myt.) door de arend van Zeus naar de hemel ontvoerd, om er als wijnschenker te fungeren; schanck: schonk; Amphion: (gr. myt.) virtuoos-lierspeler, had van Apollo of van de Muzen een gouden lier gekregen die hij zó mooi tokkelde, dat bij het bouwen van de muren van Thebe de stenen zich vanzelf tot een muur opstapelden (Van Dale); gheclanck: muziek; verleen: vervelen; scheen: scheiden.
[tekstkritische noot]T 7 trecken, herstel van drukfout treeken.
L 7 lief, tussen vokatief-komma's.
voetnoot7
oft: indien het; gheviel: gebeurde; ontsonck: bezweek; ghepaert: paarsgewijze, samen; Daer dat: alwaar; Om u op te gaen...: (gheblomt) om over te wandelen, mijn lief, als gij daar komt.
voetnoot8
Zephyr: de zoele westenwind; ghehijgh: windje, adem; daevert: golft ruisend en trillend; vaer: vrees.
[tekstkritische noot]L 9 vokatief-komma na ‘Mijn Lief ’.
voetnoot9
spruyt: kiemt en groeit; Wintelt: wentelt, komt kronkelend te voorschijn; camill': kamillebloemen; magheleyn: marjoleinebloemen.
voetnoot10
ghevitt': in orde gerangschikt, uitgeplant; tijdeloos: tijloos; gherey: vreugde; bien: aan te bieden.
[tekstkritische noot]L 11 Lief, tussen vokatief-komma's.
voetnoot11
vlien: vlieden, ophouden; her-bien: steeds opnieuw aan te bieden; vroylick: vrolijk.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken