Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mooie dagen (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mooie dagen
Afbeelding van Mooie dagenToon afbeelding van titelpagina van Mooie dagen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

Scans (4.54 MB)

ebook (2.83 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mooie dagen

(1990)–Veronica Hazelhoff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 70]
[p. 70]

9

Ze hoefde zich voorlopig niet druk te maken over Jochem, want hij was nergens te zien.

Het meisje uit de ontbijtzaal vertelde haar dat hij op bed lag. ‘Ik hoop wel dat hij snel opknapt, anders kan ik ook vandaag zijn werk doen.’

 

Gloria stond alleen op het dek, zo kon ze rustig nadenken. Kreeg die vriendin van Peter maar een miskraam... zo iets engs had ze nog nooit gedacht.

Geschrokken keek ze naar het landschap. Weelderig. Ze was toch liever ergens anders geweest. Op Mars of zo. In het jaar tweeduizend negentig. Ver van Isabel, Peter, zijn vriendin en de nog niet eens geboren baby.

Waarom leek haar moeder ook niet wat meer op Ruth? Die had het druk omdat ze werkte, en dan was Boris er ook nog. Isabel was te laat geboren, ze had ergens aan een hof als courtisane moeten leven. Courtisane, wat een woord. Maar Isabel hoorde echt niet in deze eeuw. Ze zou de hele dag alleen maar aan haar uiterlijk moeten denken, en wachten tot haar minnaar thuiskwam van de jacht.

Even later dacht ze daar anders over. De taal die Isabel gebruikte was helemaal niet van iemand aan een oud hof. ‘Stond je een beetje te flikflooien?’ vroeg ze poeslief. ‘Wanneer duik je met hem het nest in?’

[pagina 71]
[p. 71]

Gloria wist niet wat ze hierop moest zeggen. Dat hoefde ook niet, want Isabel ging nog even door. ‘De eerste de beste kloothommel met een te strakke broek hoeft maar een vinger naar je uit te steken, of je tuint erin. Jezus! Dat doet hij natuurlijk ieder reisje, met elk stom kind dat hij te pakken kan krijgen. Dat neukt zich vast half Europa door! De zatladder.’

Gloria deed haar mond open.

‘Zeg maar niks!’ zei Isabel. ‘Ik heb je wel zien kijken. Die knoopgulpen geven een boel werk hoor, daar moet je in getraind zijn. Achterlijk dat ze die broeken weer op de markt hebben gebracht.’

Waar had ze het over? Gloria was niet in de buurt van een knoopgulp geweest. ‘Wat bedoel je?’

‘Hou op!’ riep Isabel. ‘Dat weet je best!’ Door haar korte haar zag ze er kwader uit dan ooit. Niets om haar gezicht te verzachten.

De man van een ouder echtpaar dat toe stond te kijken zei: ‘U bent ook niet voor de poes.’

‘Meer een tijger,’ vond zijn vrouw.

‘Heeft u kinderen?’ vroeg Isabel.

Het echtpaar schudde van nee.

‘Dan begrijpt u er ook geen ene moer van!’

Ze liepen beledigd door.

‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Ruth. ‘Ik hoorde je schreeuwen, ik dacht dat er iets ergs gebeurd was, de halve boot luistert mee.’

Isabel draaide zich om. ‘Ach, hou jij je bek!’ Daarna liep ze weg, de andere gasten, die echt geen woord gemist hadden, straal negerend.

Ruth pakte Gloria's arm. ‘Wij gaan een wandelingetje maken.’ Na een tijdje zei ze: ‘Boris heeft je moe-

[pagina 72]
[p. 72]

der verteld dat hij jullie gezien had. En ook dat Jochem misselijk was. Hij wist echt niet wat er aan de hand was, hoor, hij deelt nou eenmaal graag alles met iedereen.’

‘Maar er is niks aan de hand!’ zei Gloria. ‘Jochem was alleen een beetje dronken. Mijn moeder doet of ik de beest heb uitgehangen.’

‘Ze heeft er nu al spijt van,’ zei Ruth. ‘Wacht maar, ze maakt het straks weer goed. Ze is gewoon bezorgd om je.’

‘Je hebt gelijk,’ zei Gloria. ‘Ze wil iedere jongen ontmoeten met wie ik uitga, en niemand is ooit goed genoeg.’

‘Nou dan,’ zei Ruth.

Inmiddels waren ze op een plek gekomen waar een spelletje met grote schijven werd gespeeld. Boris en Tasja keken toe.

‘Ik heb het ook gedaan,’ zei Boris. ‘Maar toen mocht het niet meer.’

‘Ze willen een competitie spelen,’ zei Tasja. ‘En jij mag zo even op de brug staan, zij lekker niet.’

‘Dat is niet een brug over water hoor,’ zei Boris. ‘Daar is het stuur.’

‘Weet ik, lieverd,’ zei Ruth. ‘En vanavond gaan we uit. Daar heb ik zin in.’

‘Met ons,’ zei Gloria. ‘Dat weten jullie nog niet, maar mijn moeder en ik hadden het erover. Als het nog doorgaat, hoor.’

‘Ik wil wel met Libel,’ zei Boris.

‘Ik denk dat ik nog even naar bed ga,’ zei Ruth. ‘Anders ben ik vanavond niks.’

‘Je bent toch mamma!’ giebelde Boris.

‘Ik ga ook even slapen,’ zei Gloria.

[pagina 73]
[p. 73]

‘Jochem slaapt,’ zei Boris. ‘Ik was bij hem, want ik mocht van een meisje thee en een pil om beter te worden brengen. Hij snurkte. Axel snurkt ook.’

‘Niet waar,’ zei Ruth.

‘Wel waar.’ Hij sloeg opeens zijn hand voor zijn mond. ‘Niet doen Boris,’ klonk het gesmoord. ‘Je mag niet over andere mensen praten.’

‘Wie heeft je dat nou weer verteld?’ vroeg Tasja.

‘Mamma. Nou is het mijn schuld dat Libel boos op Gloria is. Zal ik gaan zeggen dat ik toch niks heb gezien? Dan vinden ze elkaar weer lief.’

‘Dat komt heus weer goed,’ zei Tasja. ‘Niets is jouw schuld, begrepen!’

‘Wel waar. Ik mag ook niet meer schreeuwen, hè mamma?’

‘Als jij wilt schreeuwen, doe je dat,’ zei Tasja gedecideerd. ‘Ik hoorde net een mens krijsen of ze gek geworden was.’

‘Mijn moeder,’ zei Gloria.

Ruth ging weg.

 

‘Wat ga jij doen?’ vroeg Gloria aan Tasja toen Boris opgehaald werd om op de brug te staan.

‘Brief schrijven aan mijn vriendin.’ Voor ze verdween draaide ze zich nog even om. ‘Ik wilde niet rot doen over je moeder.’

Gloria keek haar na. Zou zij ook zo lief zijn voor een broer als Boris? En Isabel net zo geduldig als Ruth? Waar was Isabel nu?

Ze was niet in hun hut en Gloria wilde niet gaan slapen zonder het goedgemaakt te hebben.

Ze vond haar in de lounge. Alleen op een bank met

[pagina 74]
[p. 74]

een glas wijn voor zich. Gloria ging naast haar zitten. Isabel nam een slok, en nog een. ‘Jij ook?’ vroeg ze.

‘Te vroeg,’ zei Gloria.

‘Je hebt gelijk, maar ik had er zin in.’

‘Ik ga even slapen,’ zei Gloria.

Isabel draaide zich naar haar toe. ‘Had je vannacht moeten doen.’

‘Dat lukte niet.’

‘Was het een afspraak tussen jou en die jongen?’

‘Nee! Je was er toch zelf bij toen hij wegliep? Ik kwam hem tegen op het dek.’

‘En toen pakte hij je.’

‘Toen niks,’ zei Gloria. ‘Waarom geloof je me niet?’

‘Het spijt me,’ zei Isabel. ‘Ik weet niet wat ik heb, de laatste dagen. Ik zal hem vandaag jouw eten terugbetalen.’ Ze gaf Gloria een zoen. ‘Weer vriendinnetjes?’

‘Ja,’ zei Gloria en zoende haar terug. Ze zou het nu kunnen vertellen. Maar het moment ging voorbij, omdat Isabel vertelde wat ze nog meer van Boris had gehoord. ‘Wist jij dat hij van die Axel netjes moet leren schrijven?’

Gloria knikte.

‘Dat Ruth dat goedvindt,’ zei Isabel. ‘Ik zou niet willen dat er iemand was die zich met jou bemoeide.’

‘Maar dat deed Peter toch ook?’ zei Gloria. Nou begon ze toch over hem. ‘Ik ga slapen, hoor,’ zei ze voor Isabel erop in kon gaan.

 

Ze droomde van Jochem. Handen overal. En het was geen nachtmerrie.

[pagina 75]
[p. 75]

De felle middagzon scheen recht in Gloria's gezicht. Ze zat in haar eentje achter op de boot en dat beviel haar best. Even.

‘Dag,’ zei Jochem.

‘O, dag,’ zei Gloria. ‘Gaat het weer?’

‘Nee, maar ik zal toch moeten werken.’

‘Het spijt me,’ zei Gloria.

‘Waarom? Jij hebt niets gedaan. Het spijt mij heel erg van vannacht,’ zei hij toen. ‘Kwam van de drank.’ Hij bloosde. ‘Niet dat ik je alleen aardig vind als ik dronken ben. Ik wilde je niet aan het schrikken maken.’

‘Je krijgt nog geld van mijn moeder,’ zei Gloria.

‘Laat dat maar zitten.’

Isabel liet het niet zitten. Toen ze die avond op stap gingen, had ze Jochem betaald voor de maaltijd die Gloria nooit had gegeten.

 

Ze zaten in een rumoerig café, met live muziek, en er kon gedanst worden. Veel drank aan de tafels naast hen. Gloria nam een voorzichtig slokje plaatselijke specialiteit en keek naar het opgetogen gezicht van Boris. Isabel had net een imitatie gegeven van zijn lievelingsstripheld. Dat rare haar hielp natuurlijk ook flink mee.

Op het dansvloertje danste een vrouw die bijna lichtgevend haar had. ‘Dan valt dat van jou nog mee,’ zei Gloria tegen Isabel.

‘Toen we vijftien waren hebben Isabel en ik ons haar met henna geverfd,’ zei Ruth. ‘Het was een beetje mislukt en veel te rood geworden. We hebben een hele tijd in de badkamer gezeten, pas toen we zelf van de schrik bekomen waren durfden we naar beneden te gaan. Mijn vader was er niet, maar mijn moeder werkte

[pagina 76]
[p. 76]

in de tuin. Ik moest onmiddellijk naar de kapper om het weer gewoon te laten kleuren. We logen dat het nooit zou pakken, en het dan misschien nog erger werd. Ik hoefde uiteindelijk niet, maar kreeg natuurlijk nog wel te horen hoe hoerig die kleur ons stond. Wat vonden jouw vader en moeder er eigenlijk van?’ vroeg ze aan Isabel. ‘Je hebt me nooit verteld hoe ze reageerden.’

‘Wat denk je? Twee weken, die keer.’

‘Echt?’ vroeg Ruth.

‘Had je iets anders verwacht?’

‘Dit vind ik een heel raar gesprek,’ zei Gloria. ‘Ik begrijp er niets van.’

‘Hoeft ook niet,’ zei Isabel. ‘Zullen we dansen? De band staat zich daar niet voor niets uit te sloven.’

‘Ik kan dansen,’ zei Boris. ‘Op school heb ik het geleerd. Mag ik deze dans van u, Libel?’

 

‘Mag ík dan deze dans van u?’ vroeg Tasja na een tijdje aan Ruth.

Ruth keek naar Gloria. ‘Wil jij niet?’

‘Nee hoor,’ zei Gloria. ‘Ik kijk wel. Boris danst best leuk.’

‘Voor zijn doen rustig,’ zei Tasja. ‘Meestal heeft hij in z'n eentje de hele dansvloer nodig. Kom mam.’ En ze sleurde Ruth mee.

Gloria keek om zich heen, dacht aan Jochem en wat Ruth en Isabel net bedoeld konden hebben.

Er klonk een harde kreet.

Gloria zag dat Isabel bij een vrouw stond die haar handen voor haar gezicht hield.

Een van hun medepassagiers die een dansje met haar

[pagina 77]
[p. 77]

man maakte had de elleboog van Boris in haar gezicht gekregen.

Op dat moment besloot de band even te pauzeren, zodat iedereen kon horen hoe de echtgenoot Boris uitschold. ‘Hufter! Kan je niet uit je doppen kijken!’

Tasja en Ruth liepen ook naar hen toe. ‘Hij deed het niet expres,’ zei Tasja.

De vrouw kreunde.

‘Een beetje ijs,’ zei Isabel. ‘Kan iemand naar de bar gaan? IJsblokjes zat.’

De man duwde haar opzij en zei: ‘Ik zorg wel voor haar. Kom, liefste.’ Hij nam haar mee. Met een priemende vinger wees hij op Boris en zei tegen Ruth: ‘Laat ie bij zijn eigen soort blijven.’

‘Ik wil hier weg,’ zei Ruth. ‘Nu!’

‘Drink nou nog iets,’ zei Isabel.

‘Nee,’ zei Ruth. ‘Blijven jullie maar hier, Boris en ik gaan naar het schip.’

‘Het ging per ongeluk,’ zei Boris. ‘Zal ik naar die mevrouw gaan, en dat zeggen?’

‘Nee,’ zei Ruth. Ze pakte hem bij zijn arm. ‘Au!’ zei Boris. ‘Je knijpt me!’

‘Stel je niet aan!’ zei Ruth.

‘Nou hoor,’ zei Boris. ‘Het doet echt pijn.’

‘Laten we maar allemaal weggaan,’ zei Isabel. ‘Er zijn hier toch alleen maar heel vervelende mensen.’

‘Voor ons hoef je dat niet te doen, hoor,’ zei Ruth.

‘Ik doe het ook niet voor jou,’ zei Isabel. ‘Ik doe het voor mezelf, ik ben moe.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken