Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mooie dagen (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mooie dagen
Afbeelding van Mooie dagenToon afbeelding van titelpagina van Mooie dagen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

Scans (4.54 MB)

ebook (2.83 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mooie dagen

(1990)–Veronica Hazelhoff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 78]
[p. 78]

10

Vijf uur en ze was alweer wakker. Gloria draaide zich om en rilde even. Isabel ging zitten, deed haar oordopjes uit en knipte een lampje aan. ‘Is er iets?’

‘Ik kan gewoon niet slapen.’

‘Vertel eens iets leuks?’ zei Isabel.

Dat deden ze vaker. Het hoefde niet eens een waar gebeurd verhaal te zijn.

Peter wordt vader en hij komt nooit meer bij je terug. Leuk hè? ‘Ik kan niets verzinnen,’ zei Gloria. ‘Vertel jij eens iets over vroeger. Ik hoor alleen maar dingen van Ruth. Ik wist niet eens dat jullie samen je haar hadden geverfd. En jullie praten ook in raadsels.’

Isabel zweeg.

‘Wat was dat toch over mijn opa en oma?’

Isabel trok haar knieën op. ‘Opa en oma klinkt als twee lieve mensen die je komen verwennen. Je hebt ze trouwens een keer gezien, maar toen was je anderhalf. Ik kwam ze tegen in de stad.’ Ze lachte een beetje bitter. ‘Mijn moeder wilde je optillen en brullen dat je deed! Ze schrokken zich rot.’

‘Hadden ze me voor die tijd nog nooit gezien?’

‘Gezellig op kraamvisite komen, met een zilveren geboortelepel als cadeau?’ vroeg Isabel. ‘Nee.’

‘En waarom heb je me nooit iets over Ruth verteld?’ vroeg Gloria.

[pagina 79]
[p. 79]

‘Ik was haar vergeten,’ zei Isabel.

Gloria wilde verder vragen, maar Isabel gaapte. ‘Ik ga weer slapen, doe jij ook maar je best.’

Nou wist ze nog niets, en ze had ook nog niets verteld. Lafaard!

 

Gloria stond naast Boris langs de reling. Ruth en Tasja wilden graag samen wat drinken en Gloria had hun beloofd een beetje op hem te letten.

Het landschap was precies zoals de folder beloofd had. Heuvelachtig, wijngaarden en kastelen. Ze zou best in zo'n kasteel willen wonen.

Boris dacht er hetzelfde over. ‘Daar wil ik wel wonen,’ zei hij. ‘Met mamma en Tasja. Denk jij dat Libel er wil wonen?’

Gloria keek even om. Isabel zat zich op een dekstoel overduidelijk te vervelen. ‘Misschien,’ zei Gloria.

‘Dan kijkt ze niet meer zo treurig,’ zei Boris. ‘Als ik haar man ben, drinken wij samen thee en kijken we naar buiten. Dan zegt Libel: wil je nog een kopje thee, man?’

Oei! dacht Gloria. Gelukkig begon Boris over iets anders: ‘Ik heb ze net wel gehoord, hoor. Ik kan best op mijzelf letten.’

Een beetje beschaamd liep Gloria naar Isabel en ging naast haar zitten.

Boris had gelijk, ze keek treurig. Ze probeerde af en toe door haar haar te strijken. Oude gewoontes leerde je niet zo snel af.

‘Mam, kijk eens?’ Gloria gaf Isabel het strengetje haar uit haar zak.

[pagina 80]
[p. 80]

Met een grijns pakte Isabel het aan, en blies het over de reling.

Gloria stond op, maar ze was te laat, en het haar zweefde onbereikbaar het water in.

‘Je bent gek om dat te bewaren,’ zei Isabel kalm.

‘Het was een herinnering,’ zei Gloria zacht.

‘Sentimenteel gedoe.’ Isabel knikte in de richting van Boris: ‘Wat zou hij nou denken?’

‘Hij eh... denkt aan jou,’ zei Gloria. ‘Dat hij kasteelheer is en jij zijn vrouw.’

‘Ach jee,’ zei Isabel. ‘Maar ik zou nooit op zo'n kasteel willen wonen, mij te koud.’

Gloria huiverde.

‘Wat is dat nou?’ vroeg Isabel. ‘Hebben mijn woorden zoveel invloed?’

‘Nee, maar ik had het straks ook al.’

Isabel legde haar hand op Gloria's voorhoofd. ‘Je gloeit.’

‘De zon,’ zei Gloria.

‘Of koorts.’

‘Nee hoor. Niets aan de hand.’ Gloria zei het energieker dan ze zich voelde.

Tasja en Ruth kwamen ook weer aan dek. ‘Ging het goed met Boris?’ vroeg Ruth.

‘Ja, natuurlijk!’ zei Isabel. ‘Waarom zou het niet goed gaan?’ Je moet hem niet als een klein kind behandelen.’

‘Wat weet jij ervan,’ zei Ruth. ‘Je hebt er maar een, en geen zoals ik.’

‘Ik voel me niet zo lekker,’ zei Gloria, voor dit uit de hand liep. ‘Ik denk dat ik wat ga slapen.’

‘Als je vanavond maar weer beter bent,’ zei Tasja.

[pagina 81]
[p. 81]

‘We gaan toch een romantische wijnkelder bezoeken?’ Dat zegt de folder tenminste. Romantisch en oeroud.’

Boris had haar gehoord en riep hard: ‘Leuk!’

‘Nee hè?’ zei een van de passagiers net hoorbaar. ‘Gaat hij ook? Moet dat niet vroeg zijn bed in?’

‘Wij zijn vroeger eens naar een bierbrouwerij geweest,’ zei Ruth of ze niets had gehoord. ‘In de laatste klas. Overdag, en het was niet romantisch.’

‘Toen was ik al weg,’ zei Isabel. ‘Hoe was die excursie eigenlijk? Ik heb het altijd willen weten, maar ik kon het natuurlijk aan niemand vragen.’

‘Waarom niet?’ vroeg Gloria.

‘Het was saai,’ zei Ruth. ‘Heel erg saai. Een klas met alleen maar meiden. Toch niet normaal?’

‘Gelukkig was er een school met jongens in de buurt,’ grinnikte Isabel. ‘Die mms daar werd je gek van!’

‘Middelbare meisjesschool,’ zei Ruth.

‘Voor beschááfde jongedames,’ zei Isabel. ‘En ik was daar ook.’

‘Ik ga maar naar de hut,’ zei Gloria.

‘Ik breng je,’ zei Isabel.

 

Isabel zat op de rand van Gloria's bed. ‘Kan ik iets voor je doen?’

‘Nee,’ zei Gloria.

Isabel zuchtte. ‘Ik wilde dat we hier weg waren. Als we weer thuis zijn, ga ik meteen Peter bellen. Die vriendin van Peter is natuurlijk maar tijdelijk. Niemand kan toch tussen ons komen? Wat zal hij verrast zijn als hij ziet wat ik met mijn haar heb gedaan. Hij moet er vast vreselijk om lachen. Misschien kunnen we later in het

[pagina 82]
[p. 82]

jaar samen nog een korte vakantie nemen.’

Dan schildert hij een babykamer! wilde Gloria roepen. Hij zoekt een Engelse kinderwagen uit, en misschien gaat hij wel mee naar zwangerschapsgymnastiek!

Gloria voelde zich almaar beroerder. Ze móést het nu vertellen, maar ze kon het niet.

Isabel praatte alweer over iets anders. ‘Ruth gaat met die Axel trouwen. Het lijkt mij een engerd.’ Ze zoende Gloria. ‘Ik laat je even alleen, tot straks.’

Maar Gloria kon niet in slaap komen. Peter en zijn vriendin zweefden voor haar ogen.

Toen de excursie begon, zei ze dat ze niet mee wilde.

‘Zal ik bij je blijven?’ vroeg Isabel.

‘Nee!’ Gloria schreeuwde het bijna.

‘Weet je het zeker?’

‘Ja, ga jij alsjeblieft wel!’

‘Goed,’ zei Isabel. ‘Ik zal vragen of een van de meisjes af en toe komt kijken. Jochem gaat met óns mee, dus daar hoef ik me geen zorgen over te maken.’

Je krijgt wel wat anders aan je hoofd, dacht Gloria en ze draaide zich om.

 

Later viel ze toch in slaap, en daarna voelde ze zich een stuk beter. Misschien kon ze het gezelschap nog achternagaan naar die wijnkelder, ze waren niet eens zo lang geleden vertrokken.

Maar dan moest ze de hele avond tegen Isabel aankijken. Ze ging niet.

 

Ze zat op het bed. Buiten was het nog mooi weer. Zo'n avond dat je in de ondergaande zon op een bankje voor

[pagina 83]
[p. 83]

je huis ging zitten. Of op het dek. Maar als ze dat deed, zouden de mensen van de boot weten dat ze niet ziek was. Gloria bleef dus waar ze was.

Een hele tijd later, toen het al donker was, werd er op haar deur geklopt. Ze wist dat het een van de meiden van de boot zou zijn. Met een heel ziek gezicht deed ze de deur open. ‘Dag,’ zei Jochem. ‘Hoe gaat het met je?’

‘Jij bent geen meisje,’ zei ze.

‘Geniaal!’ zei Jochem. ‘Wat een observatie!’

‘Ik dacht dat je naar de wijnkelder was,’ zei Gloria.

‘Was ik ook, maar ik heb al genoeg van die kelders gezien. Straks ga ik braaf naar de andere gasten, nu kwam ik even naar jou kijken.’

‘Je ziet me,’ zei Gloria. Alweer in nachtpon! dacht ze.

Jochem keek haar onderzoekend aan. ‘Maar hoe gaat het nou met je?’

‘Goed,’ zei Gloria, en ze barstte in snikken uit.

‘Dat merk ik.’ Jochem duwde haar naar binnen en sloot de deur.

‘Ik wil mijn ochtendjas!’ huilde Gloria. Jochem keek om zich heen en pakte die van Isabel.

‘Die is niet van mij! Dat zie je toch wel! Of was je toen te dronken om hem nu te herkennen.’

Geduldig pakte Jochem haar blauwe katoentje. Gloria trok het aan en haalde een papieren zakdoekje uit de zak. Ze snoot langdurig haar neus. Natuurlijk ging ze dwars door dat ding heen. Ze veegde haar handen schoon aan een nieuw zakdoekje. ‘Het is over,’ zei ze. ‘Je mag wel weer gaan.’

Jochem ging op het bed zitten. ‘Ik vraag hoe het met je is, jij barst in snikken uit, en dan mag ik weg. Ja, het

[pagina 84]
[p. 84]

gaat heel goed met je, begrijp ik.’

‘Ik heb echt liever dat je weggaat,’ zei Gloria. ‘Straks hoort mijn moeder dat je hier was, en dan gaat ze weer tekeer.’

‘Ik heb het gehoord,’ zei Jochem. ‘Iemand vertelde het me. Wel zes iemanden. Ze had iets met mijn knoopgulp, geloof ik.’

Gloria moest nu heel erg haar best doen om niet naar beneden te kijken.

‘Wat heeft ze toch tegen me?’ vroeg Jochem.

Dat je een jongen bent, dacht Gloria. Eigenlijk heeft ze het nooit zo gehad op jongens in mijn buurt. Raar, als je bedenkt hoe ze zelf is. Maar misschien wel juist daarom. Ze schrok op van gewapper voor haar gezicht. Het was Jochem die met de peignoir van Isabel zwaaide. ‘Windkracht twaalf!’

‘Hè?’ zei Gloria. ‘Wat doe jij met dat ding?’

‘Storm spelen,’ zei Jochem. ‘Ben je er weer bij? Je was zó ver weg, dat ik dacht: laat ik eens iets leuks doen.’

‘Gek!’ zei Gloria.

‘Dat zal best, maar je hebt me nog steeds niet verteld waarom je opeens moest huilen.’

‘Daar heb ik ook geen zin in.’

‘Ik blijf híér hoor,’ zei hij.

‘Nee!’ zei Gloria. ‘Je moet naar de anderen.’

‘Je hebt gelijk. Ga je mee? Ik wacht wel buiten tot je aangekleed bent.’

‘Hoe kan dat nou!’ zei Gloria. ‘Ik ben toch ziek?’

‘Je hebt heerlijk geslapen en toen was het over,’ zei Jochem. ‘Nu kom je gezellig met me mee om nog een leuke avond te hebben.’

[pagina 85]
[p. 85]

‘Jij verzint ze ook waar je bij staat,’ zei Gloria. ‘Zeker vaak meiden met lastige ouders aan boord gehad?’

‘Elke reis, en ik versier ze allemaal. Dat wil je toch horen?’

‘Nee,’ zei Gloria. ‘Schiet op, dan kan ik me aankleden.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken