Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mooie dagen (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mooie dagen
Afbeelding van Mooie dagenToon afbeelding van titelpagina van Mooie dagen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

Scans (4.54 MB)

ebook (2.83 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mooie dagen

(1990)–Veronica Hazelhoff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 86]
[p. 86]

11

Gloria en Jochem liepen door het oude plaatsje. Er waren cafés waar lawaai en het nog ergere geluid van Duitse schlagers uit kwam. ‘Ze zitten toch niet in zo iets?’ vroeg Gloria. ‘Isabel zou gek worden.’

‘Nee, waar zij zijn is het best aardig,’ zei Jochem. ‘Denk je dat je me ooit nog vertelt waarom je zo moest huilen?’

‘Misschien.’

‘Mag ik mijn arm om je heen slaan?’ vroeg Jochem.

‘Ja,’ zei Gloria.

Dat deed hij dus.

Ze had wél gewild dat hij in de hut bleef. Dat er de hele nacht niemand zou komen. Isabel weg, iedereen weg. Alleen zij en Jochem.

 

‘Daar is Gloria!’ riep Boris, toen ze de wijnkelder binnenkwamen. ‘We gaan zo naar de flessen kijken.’

Isabel keek Gloria alleen maar strak aan.

‘Ik ben beter,’ zei Gloria.

‘Jochem kwam je zeker alleen maar even halen?’ vroeg Isabel over Jochems hoofd heen.

‘Ja, mevrouw,’ zei Jochem. ‘Heeft u de kelders al bezocht?’

‘Dat waren we net van plan,’ zei Tasja. ‘Mijn moeder wil niet mee, maar wij gaan wel.’

[pagina 87]
[p. 87]

Ze zaten in de caféruimte die verlicht was met kaarsen. Elektrische, voor het grootste deel. Witte tafeltjes, geruite kleedjes en karaffen wijn. Glazen en bakjes pinda's voor hen. Er hingen plastic druiventrossen langs de wand.

Gloria keek naar Ruth. Die had een glas wijn voor zich en glimlachte vaag: ‘Fijn dat je weer genezen bent, zo'n Jochem is toch wel handig hè, Isabel?’

Gloria hoorde aan haar stem dat dit niet het eerste glas was.

‘Ik hoef eigenlijk toch niet naar de kelder,’ zei Tasja. ‘Zullen wij hier blijven, mamma?’

‘Ik pas wel op mezelf, hoor,’ zei Ruth.

‘Blijf jij maar hier,’ zei Isabel tegen Gloria. Of ze haar niet in de buurt wilde hebben.

‘Ik zorg wel voor je dochtertje,’ zei Ruth.

‘Mamma,’ begon Tasja. ‘Doe nou niet zo vervelend.’

‘Ach, zeur!’ zei Ruth. ‘Kleine heilige.’

‘Kom,’ zei Jochem. ‘Wij gaan. Er kan hier wijn gekocht worden, maar ik zou het niet aanraden.’

‘Goedkope wijn met veel poeha,’ zei Isabel.

‘Mag ik ook kopen?’ riep Boris. ‘Ik heb nog geld en dan kan ik een fles kopen. Echt uit buitenland!’

‘Thuis in de supermarkt om de hoek hebben ze betere,’ zei Ruth.

‘Maar ik wil!’ zei Boris.

Isabel zei: ‘Het is bocht. Troep. Ik zou het niet kopen als ik jou was.’

‘Ik wil, ik wil!’ riep Boris.

‘Laat dat jong alsjeblieft zijn fles kopen, dan zijn we van het gezeik af!’ zei een man aan een tafel naast hen.

Boris keek hem dankbaar aan. ‘Ja hè?’

[pagina 88]
[p. 88]

‘Zuip jij je maar klem, jochie,’ zei de man. ‘Je mag ook wel eens een beetje lol in je leven hebben.’

‘Misschien heeft mijn broer wel meer lol dan u ooit zult beleven,’ zei Tasja.

‘Ja, dat lijkt me wel waarschijnlijk,’ zei Isabel met haar meest bekakte accent. ‘Met dat hoofd van u moet u er een harde dobber aan hebben. Kom Boris, als jij dat wilt, gaan we voor jou een fles wijn kopen. Ruth en Gloria zorgen er wel voor dat onze tasjes niet gejat worden. Je weet maar nooit in dit gezelschap.’

De man mopperde nog wat na, en Gloria zag dat Ruth snel een grote slok nam.

 

Gloria had één slokje van de wijn genomen en toen de rest laten staan. Het wás troep, maar Ruth bleef drinken met een snelheid of het appelsap was. ‘De moeder van dat jong zuipt zich in een heel enge kelder een stuk in haar kraag met goedkope wijn,’ zei ze tegen Gloria. ‘Ik zie ze wel kijken hoor.’ Ze giechelde in haar glas. Dronk door en vroeg: ‘En, lekker gevreeën?’

‘Nee,’ zei Gloria. Ze wilde dat de anderen snel terugkwamen, want Ruth werd nu echt vervelend.

Ruth vulde haar glas weer en dronk het bijna onmiddellijk leeg. ‘De prins heeft je toch wel weer beter gekust?’

‘Nee!’ zei Gloria. Waar bleven ze nou!

‘Voor mij hoef je het niet te verbergen, hoor,’ zei Ruth. ‘Je moest eens weten wat jouw moeder vroeger uithaalde.’ Ze deed een poging om op te staan, maar ze wankelde, en ging met een plof op haar witte plastic stoeltje zitten.

[pagina 89]
[p. 89]

‘Voorzichtig,’ zei Gloria. ‘Zal ik een glas spa voor je bestellen?’

‘Nee,’ zei Ruth. ‘Ik vind dit veel lekkerder.’ Ze keek Gloria grijnzend aan. ‘Zal ik jou eens iets leuks over je moeder vertellen? Weet je dat Isabel ooit...’

‘Hou je mond Ruth,’ zei Isabel.

Gloria haalde opgelucht adem. Misschien kon haar moeder iets met Ruth beginnen.

‘Alweer uitgekeken, oude vriendin?’ zei Ruth. ‘Waar heb je mijn kinderen gelaten? Voor jou is niemand veilig.’

‘Die staan achter je als je je nog om kunt draaien. Hoeveel heb je gedronken, en hoe snel?’

‘Veel en snel,’ giechelde Ruth. ‘Toch je excursie gehad, hè Isabel? Jammer dat je vanavond even niet op je dochter kon letten! Nu is ze vast onteerd! Onteerd!’ Dat laatste gilde ze.

‘Mamma!’ zei Boris. ‘We mogen toch niet schreeuwen?’

‘Mee,’ zei Isabel kalm. ‘We gaan naar buiten.’

Ruth wees op Gloria. ‘Je hoeft haar niet mee te nemen, daarvoor ben je al te laat.’

‘Ik bedoel jou,’ zei Isabel. ‘Zou je zo vriendelijk willen zijn me even te helpen?’ zei ze tegen Jochem. ‘Ze moet hier weg.’

‘Ik ben een volwassen vrouw,’ hikte Ruth. ‘Ik hoef me niet door jou te laten commanderen. Wat ben je nou helemaal!’ Jochem en Isabel grepen haar onder haar armen en even later stonden ze buiten.

De buitenlucht sloeg hard toe bij Ruth.

Isabel ondersteunde haar toen ze over moest geven. ‘Lopen jullie maar door,’ zei ze. ‘Wij komen later wel.’

[pagina 90]
[p. 90]

Gloria liep met Tasja en Boris achter de groep aan. Jochem wees de weg. De mensen uit de groep hadden naar Ruth gestaard en deden toen of ze lucht was.

‘Ik schaam me dood,’ zei Tasja.

‘Ik kon haar niet tegenhouden,’ zei Gloria. ‘Ze dronk zo snel!’

‘Ze kan er ook helemaal niet tegen,’ zei Tasja. ‘Zo is ze nooit, hoor. Ik weet niet wat ze de laatste dagen heeft.’

‘Moet ik mijn fles wijn nou verstoppen?’ vroeg Boris. ‘Er staat een plaatje op van net zo'n kasteel als ik vandaag zag. En als mamma het ziet, gaat ze weer van de wijn drinken. Tommie zijn vader drinkt heel veel wijn. Tommies moeder verstopt altijd alle flessen.’

‘Welnee,’ zei Tasja. ‘Dit doet ze heus maar één keertje, hoor.’

‘Mamma kan nou ook niet zo hard lopen als wij,’ zei Boris. ‘Ze is net als Jochem laatst.’

‘Had je het over mij?’ vroeg Jochem, die inmiddels naast hen was komen lopen.

‘Jij moest ook spugen,’ zei Boris.

‘Eh... ja,’ zei Jochem. Toen riep hij: ‘Mevrouw, u gaat verkeerd! De volgende weg rechts!’

 

Gloria liep te tobben. Wat bedoelde Ruth toch allemaal? Zou ik erg op mijn donder krijgen? Isabel zal er wel voor zorgen dat ik Jochem niet meer alleen kan zien.

Maar misschien valt het mee.

‘Kijk uit voor die lantaarnpaal,’ zei Jochem. Hij keek haar aan en knipoogde. ‘Ik zie je morgen wel,’ zei hij zacht.

[pagina 91]
[p. 91]

Gloria knikte. Ze wist opeens dat Isabel haar niet meer tegen kon houden.

 

Toen ze op de boot kwamen, was het laat. Iedereen ging naar zijn hut.

Gloria hielp Tasja met Boris. Hij was onrustig en een beetje bang omdat zijn moeder zo lang wegbleef. Ze praatten een tijdje met hem tot hij slaperig werd en zij naar hun eigen hut konden.

Isabel kwam nog later. Gloria lag in bed en deed of ze sliep.

‘Ik weet dat je niet slaapt,’ siste Isabel. ‘Ik hoor het aan je adem, maar ik praat morgen wel met je. Slaap maar lekker, lieve betrouwbare dochter.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken