Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mooie dagen (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mooie dagen
Afbeelding van Mooie dagenToon afbeelding van titelpagina van Mooie dagen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

Scans (4.54 MB)

ebook (2.83 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mooie dagen

(1990)–Veronica Hazelhoff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 92]
[p. 92]

12

‘Een echte wereldstad, centrum van welvaart,’ stond onder de foto's in de folder. Gloria liet hem aan Isabel zien. ‘Ga je vandaag de stad in?’ Meestal kon ze haar moeder met praten over winkels afleiden. Deze ochtend niet.

‘Eén ding!’ zei Isabel, terwijl ze de folder wegduwde. ‘Je zou me een plezier doen verder uit de buurt van die Jochem te blijven. Ik weet waar hij op uit is, en jij zou dat ook door moeten hebben, zo stom ben je niet!’

‘Je kent hem niet eens!’ zei Gloria.

‘Ik ken het soort,’ zei Isabel. ‘En zet mij niet meer voor gek, wil je?’

‘Dat heb ik toch niet gedaan?’

‘O, nee? Zogenaamd ziek. Hadden jullie dat samen bedacht?’

‘Ik voelde me rot,’ zei Gloria. ‘Maar later was het over.’

‘Hm,’ zei Isabel.

‘Hij heeft me getroost,’ zei Gloria. Een domme opmerking, want nu moest Isabel natuurlijk meteen weten wat er te troosten viel.

‘Ik dacht aan iets.’

‘Peter?’ vroeg Isabel. ‘Het komt toch weer goed? Over een tijdje zijn we weer gezellig met z'n drieën, daar heb je hém niet bij nodig.’

[pagina 93]
[p. 93]

‘Maar als ík hem nou nog wil zien?’

‘Hij jou niet,’ zei Isabel. ‘Volgende week is er een andere groep aan boord. En weer een leuk meisje dat erin trapt.’

‘Wie zegt er dat wij over een tijdje met z'n drieën zijn!’ zei Gloria kwaad. ‘Jij denkt dat, omdat jij het wilt, Peter terug komt hollen.’

‘Ja,’ zei Isabel zelfverzekerd. ‘Ik ga kleren kopen. Help je me uitzoeken?’

‘Ik blijf liever hier,’ zei Gloria.

Isabel keek Gloria fel aan. ‘Ik geef het op, ik heb mijn best gedaan. Zeg alleen niet dat je hem aardig vindt, je bent gewoon hitsig.’ Opeens moest ze lachen. ‘Mijn eigen vader zei dat vroeger.’ Het lachen hield even plotseling op als het gekomen was. ‘Ik ga me verkleden, je kunt je nog bedenken. Ik heb liever dat je meegaat, maar je moet maar doen waar je kennelijk zin in hebt. Kijk alleen in godsnaam uit.’

Dat zou Gloria ook zeker doen.

 

Ruth kwam wel aan tafel, maar ze at niets. Gloria zag dat ze kringen onder haar ogen had. Ze keek niet naar het voedsel, en nam alleen een beetje thee. ‘Het spijt me van gisteravond,’ zei ze. ‘Jammer dat ik het verpestte.’

Tasja zei verwijtend: ‘Waarom heb je ook zoveel gedronken.’

‘Ik dronk helemaal niet zoveel, het viel gewoon verkeerd.’

‘Welles!’ zei Boris. ‘Die ene mevrouw zei dat je wel vijf glazen achter elkaar had opgedronken. En ik mag er nog geen eentje.’

[pagina 94]
[p. 94]

Isabel hield haar bord onder Ruths neus. ‘Lekker gebakken eitje met spek?’

Ruth draaide haar hoofd weg. ‘Vandaag doe ik niets,’ zei ze. ‘Zoeken jullie het maar uit.’

Boris, die de folder voor zich op tafel had liggen, zei: ‘Een echte wereldstad! Daar wil ik in!’

‘Winkels en mensen,’ zei Ruth. ‘Die heb ik van de week al gezien. Ik blijf hier.’

‘Weet je wat?’ zei Isabel. ‘Als Tasja en Boris nu eens met mij de stad in gingen.’

‘Ja!’ zei Boris.

‘Leuk,’ zei Tasja. ‘Ik wil een jurk kopen voor het afscheidsdiner vanavond. Misschien kun je me helpen. Ga je ook mee, Gloria?’

‘Nee,’ zei Isabel. ‘Gloria heeft andere plannen, hè?’

Tasja keek haar aan en Gloria haalde haar schouders op.

‘Ik ben benieuwd waar je mee thuiskomt,’ zei Ruth tegen Tasja. ‘Ik dacht dat je nooit jurken droeg?’

‘Volgens Isabel zal het me goed staan,’ zei Tasja. ‘Misschien wordt het wel een sexy avondjurk.’

‘Nee!’ zei Ruth nijdig. ‘Dat niet! Isabel, zorg dat ze iets fatsoenlijks koopt.’

‘Wat denk je dan?’ vroeg Isabel. ‘Dat ze iets ordinairs koopt als ík erbij ben?’

‘Zo bedoel ik het niet,’ zei Ruth.

‘O nee?’ vroeg Isabel. ‘Maar je weet toch nog wel wat jullie over me zeiden toen de minimode net was losgebarsten?’ Ze keek vrolijk de tafel rond. ‘Ik droeg zwarte visnetnylons die zij van hun leven niet durfden te dragen, een strak ribbeltruitje en een plastic rokje. Het was rood en glimmen dat het ding deed! De keurige

[pagina 95]
[p. 95]

meisjes uit onze klas vonden me heel dellerig. Jij ook, Ruth. Maar eigenlijk had je er net zo willen uitzien, hè? Je was er alleen te schijterig voor.’

Ruth zei: ‘Ik zou dat inderdaad nooit gedurfd hebben.’

‘Mooi,’ zei Isabel. ‘Dat weten we dan ook weer. Maak je maar geen zorgen, je dochter komt met iets aardigs thuis. Zullen we dan maar gaan?’

 

‘Wat hebben die twee toch?’ vroeg Tasja aan Gloria voor Tasja wegging.

‘Weet ik niet,’ zei Gloria. ‘Ik vraag me af of ze vroeger vaak ruzie hadden.’

‘Ik vraag me wel meer af,’ zei Tasja. ‘Mijn moeder heeft het nog nooit over de jouwe gehad.’

‘Ik wist ook niets van jouw moeder,’ zei Gloria.

‘Raar,’ vond Tasja. ‘Nou ja, tot straks.’

 

Gloria stond voor de spiegel, keek lang naar zichzelf en dacht aan het woord van haar opa die ze nog nooit gezien had. Hitsig. Zou dat het zijn? Het kon haar niets schelen. Ze was vast de enige van haar vriendinnen die het nog nooit gedaan had. Dat moest nu maar eens afgelopen zijn.

Met iemand die je zo kort kent?

Nou én? Wat dacht je van Peter en Isabel?

Zou het pijn doen?’

Ja, als je nog langer wacht is iedereen weer terug.

Ze was blij dat ze onderweg niemand tegenkwam.

‘Dag,’ zei Jochem toen hij zijn deur voor haar opendeed. Gloria zei niets, liep langs hem heen en ging op het bed zitten.

[pagina 96]
[p. 96]

‘Wil je iets drinken?’ vroeg Jochem.

Ze schudde haar hoofd.

‘Ik ook niet. Mag ik naast je zitten?’

Weer knikte Gloria. Ze keek door de patrijspoort naar buiten. Een kade en wat mensen. Jochem schoof het gordijntje ervoor.

Mooi licht, dacht Gloria, en haalde diep adem. Waarom kregen ze hier ook geen les in! Wel over kinderen krijgen, of juist niet. Enge ziektes te voorkomen, daar wist ze inmiddels ook alles van, maar hoe een mens begon, moest ze zelf ontdekken.

Op het tafeltje naast het bed lag een pakje condooms. Hetzelfde merk als ze op school hadden laten zien, en waar later ballonnen van waren geblazen.

‘Ik eh... voor mij is het de eerste keer,’ zei ze.

‘Dacht ik al,’ zei Jochem. ‘Voor mij niet.’ Hij sloeg zijn arm om haar heen en kuste haar.

Gloria kuste hem terug en deed dapper haar T-shirt uit. Zijn handen overal. Net als in haar droom.

Jochem trok zijn kleren uit. Moest zij nu de hare uitdoen? Of deed hij dat.

Doe het toch zelf!

Jochem had het allemaal echt vaker gedaan. Zijn vingers leken zelfs op haar eigen vingers. Deden zo maar wat zij lekker vond.

Na een tijdje stopte hij om een condoom te pakken. Gloria ging zitten.

‘Wat is er?’ vroeg Jochem.

‘Ik weet het niet,’ zei Gloria. ‘Even wachten.’ Zou hij nu kwaad worden? Ze zat met haar rug naar hem toe, en stopte haar hoofd tussen haar blote knieën.

‘Je hoeft niet,’ zei Jochem.

[pagina 97]
[p. 97]

Gloria draaide zich om. Het condoom lag, nu duidelijk nutteloos, naast zijn verpakking op het bed. ‘Ben je erg kwaad?’ vroeg ze.

‘Kwaad?’

‘Omdat ik niet, nou ja, ik wil wel, maar...’

Jochem ging zitten en streelde haar haar. ‘Doe niet zo raar. Kwam je nou hier omdat het nu maar eens moest gebeuren? Of wilde je mij.’

Gloria had het gevoel dat haar hele lichaam rood werd van schaamte. Ze zei niets.

Jochem hield op met strelen. ‘Ik was er al bang voor. Ik ben verliefd op jou, maar jij dus niet zo op mij.’

‘Dat weet ik juist niet! Maar we kunnen het toch gewoon...’ begon Gloria.

‘Nee,’ zei Jochem.

‘Ik dacht niet dat jij echt verliefd op mij was.’

‘Ik zeg het toch?’

‘Ja, maar jullie zeggen zoveel. En jullie willen altijd wel met iemand naar bed. Je hebt die condooms ook niet voor niets klaar liggen.’

‘Wie zijn jullie?’

‘Jongens, mannen.’

‘Heb je dat van je moeder?’

‘Mijn moeder zegt altijd: ze vertellen je alles wat je wilt horen, en dan laten ze je vallen.’

Jochem gooide haar kleren naar haar toe, en begon zijn eigen spullen aan te trekken. ‘Geloof je die onzin?’

‘Ik weet het niet,’ zei Gloria ongelukkig.

Met zijn hoofd in zijn trui zei Jochem: ‘Wordt het geen tijd dat je eindelijk iets wél weet?’ Zijn hoofd kwam weer te voorschijn en hij zag er al even warrig uit als Gloria zich nu voelde. ‘Laat ik nou heel ouderwets

[pagina 98]
[p. 98]

zijn, maar ik wil liever niet gebruikt worden als ontmaagdingsmachine. Dank u, dame.’

‘Zo was het niet!’ zei Gloria.

‘O nee?’

‘Beetje, dan.’

‘Mafkees,’ zei Jochem. ‘Ga nou maar weg, ik zie je vanavond wel.’

 

Gloria en Ruth stonden aan dek te wachten op de anderen.

‘Heb je je geamuseerd?’ vroeg Ruth.

Zou ze weten wat ik van plan was? dacht Gloria. ‘Gaat wel,’ zei ze.

Ruth kneep zacht in haar arm.

Ze weet al dat ik zo lang bij Jochem ben geweest, dacht Gloria. Als ze haar mond maar hield. Kon ze haar dat vragen? Maar hoe zei je dat? Er is niets gebeurd, en wil je dat vooral niet tegen mijn moeder zeggen?

‘Daar zijn ze,’ zei Ruth. ‘Moet je zien, wat een tassen!’

Boris liep voetje voor voetje naar boven, en keek toen om naar Isabel. ‘Ik kan het nog steeds! Mamma, Tasja heeft een mooie jurk en ik heb een heleboel nieuwe kleren! Vanavond mag ik met Libel dansen, dan wil ik ze aan! En dan stomp ik niemand.’

‘Ik krijg geld van je,’ zei Isabel tegen Ruth. ‘Ik heb je zoon in het nieuw gestoken.’

‘O,’ zei Ruth. ‘Was dat dan nodig?’

‘Ja. Een jongen van zijn leeftijd wil ook wel eens iets moois. Geen afleggertjes.’

‘En in afleggertjes ben jij deskundig, hè?’ zei Ruth. ‘Ik kleed mijn eigen zoon wel aan, hoor!’

[pagina 99]
[p. 99]

‘Doe niet zo raar,’ zei Tasja tegen haar moeder. ‘Hij ziet er hartstikke leuk uit in zijn nieuwe spullen.’

‘Zeg maar hoeveel je van me krijgt,’ zei Ruth tegen Isabel. ‘En hou je voortaan bij je eigen kind.’

Isabel pakte Gloria's hand. ‘Kom, dan laat ik je mijn nieuwe kleren zien.’ Ze trok Gloria mee en zei niets meer tegen Ruth.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken