Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schetsen. Deel 1 (onder ps. Samuel Falkland) (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schetsen. Deel 1 (onder ps. Samuel Falkland)
Afbeelding van Schetsen. Deel 1 (onder ps. Samuel Falkland)Toon afbeelding van titelpagina van Schetsen. Deel 1 (onder ps. Samuel Falkland)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.87 MB)

Scans (14.30 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schetsen. Deel 1 (onder ps. Samuel Falkland)

(1915)–Herman Heijermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 200]
[p. 200]

Kamerhoek.

Even keek hij nog naar den lichtenden hemel, stak den sleutel in het slot, veegde de voeten langzaam op de vloermat, ging de voortreedjes op en opende de kamerdeur. Met het blonde, pluimende haar, dat een groote kuif leek, zat ze bij 't licht. De gasarm hing laag, tot op de tafel. De koffie gaf stootende schokjes boven het olielicht. Er was een aangename warmte, alles sloeg hem gezellig tegen. Het was zijn vriendelijk, gelukkig thuis.

Ze lei het wollen kinderrokje neer dat ze bezig was te breien, stond op, sloeg de armen om zijn hals, zoende hem op zijn mond, op zijn oogen.

‘Ben je er eindelijk?’

‘Eindelijk?’

‘'t Is over twaalf.’

‘Wel nee.’

‘Heb je veel te doen gehad?’

‘Nee - ik ben opgehouen.’

‘Ben je niet goed?’

‘'n Beetje moe.’

‘Ga dan gauw zitten - hier zijn je toffels - Trek je je boord niet uit?’

‘Zeker kind.’

‘Wat ben je koel, van avond.’

[pagina 201]
[p. 201]

‘Hannaatje, doe nou weer geen ontdekkingen! Waar is de chamberloek?’

‘Trek je vest ook uit. Je zult het te warm krijgen.’

‘Dank je, wijfje.’

Met de muilen an en warm in zijn chamberloek, zat hij in den leuningstoel.

‘Is er nieuws?’

‘Niets.’

‘Heb je de krant?’

‘Hier.’

Ze schonk een kopje koffie in, lei zijn pijp op tafel, scharrelde rond voor het aschbakje, en lucifers, en voor water op de koffie, plukte wat roode draadjes weg van het tafelkleed en ging over hem zitten, rustig, ijverig hakend aan het wollen rokje en maar niet babbelend omdat hij dan niet lezen kon. Over den gekartelden rand van de krant, zag ze zijn voorhoofd, de inplanting der krullende haren en twee roode oortipjes. Er kwam zoo een volkomen gelukkige rust over haar.

Ze wist dat hij er nu was, dat-ie over haar zat, dat de kleine kamer gevuld was van een niet uit te spreken iets, dat zij 't zoo altijd zou willen houen - de kamerrust, het witte tafelkleed met de stille ruitjes, het koffieservies, het gasvlammetje en hem in zijn stoel, zoo dicht bij haar, zoo vertrouwelijk dichtbij, met zijn knie tegen haar aan en z'n voorhoofd boven de krant.

‘Jannie’...

‘Ja kind’...

‘Er is weer een haartje gegroeid op je oor’...

‘Gekke meid’...

‘Wil ik 't af knippen?’

Ze vroeg 't zoo kinderlijk-mal, met zoo iets in-gelukkigs in haar stem, dat hij lachend knikte.

‘Blijf maar zitten... Zit je nagelschaartje in je

[pagina 202]
[p. 202]

vest... Nee blijf nou zitten... Ik heb 't al... Jannie wat een dikkert!... 't Lijkt d'r wel een uit je snor... Kijk eens!’

Ze lag op haar knieën, hield het haartje tegen het licht.

... ‘Jannie wat ben je vreemd!... Is er iets gebeurd’...

‘Nee, nee, nee, kind... Sta nou op.’

‘Is de krant nog niet uit?’

‘Nee.’

‘Lees dan strakjes verder!... Laat me even zoo zitten.’

Ze bleef met het blonde, pluimende haar tegen hem aangeleund. Zacht wolde het tegen zijn kin. Hij moest haar toch even zoenen.

‘Prik je niet aan de haarspelden.’

‘Nee, snoetje.’

Hij vouwde de handen tegen haar achterhoofd, streelde haar zacht en ging zoo kijken in de gasvlam, die in den melkwitten ballon te wuiven stond als een veer.

‘Jannie wat ben je stil.’

‘Ik ben niet stil, kind. Ik zit te denken.’

‘Waaran denk je?’

‘An niks.’

‘Ik geloof je niet. Er is iets gebeurd.’

‘Wees nou niet kinderachtig, vrouwtje... Er is niets, er is niets gebeurd... Laat me nou even rustig zitten.’

Ze zweeg, aanduwend het blonde hoofd tegen zijn borst. Hij hoorde precies de rustige ademgeluidjes, keek in de kleine gasvlam, die nu weer leek een vlinder met onrustige, gele, vleugels.

- Kwam het dan weer terug. - Was het niet te begraven in de gezonde, eerlijke oogen van een vrouw - niet te vergeten in den kring van geluk, die in alle woningen is. - Was het niet weggekust

[pagina 203]
[p. 203]

door twee zoenende jonge lippen, zoo lang, zoo ontzettend lang. - De een had gesproken van melancholie - een ander van te weinig lichaamsbeweging - Frits had het woord Weltschmerz gebruikt. - Wat zei dat? - Hadden zij hem ooit geholpen. - Was hij ze niet ontloopen, om dan maar weggehurkt te zitten in een koffiehuis, waar hij 't niet uithouen kon, waar de menschen hem drukten en het gepraat hem gehinderd had. - Dat waren de zwarte jaren geweest. - Die waren weg, lang weg, vergeten èn gehaat. - Kwamen ze nou terug, terug, terug...

Was hij straks niet opgewekt naar huis gegaan - waarom was hij in ééns zoo anders geworden - had hij de menschen gezien als schimmen, met een bewegen van armen, beenen, lijven in duistere lange straten, waarin tramrails als slangen leien, waarin geelverlichte vakken van huizen stonden - waarom had hij zoo plots de sterkte van zijn eigen leven voelen wegschemeren tot die ouwe, vreeselijke lusteloosheid - waarom zoo vreemd-onverwacht, midden in zijn geluk, had hij de stad gezien als een klein ding, met muren, schrikkelijk veel gore, roode muren, - waarom had hij zoo ruw, scherp de gedachte gehad... de krankzinnige... vermoeiende gedachte... dat... het... toch... zoo... vreemd... was.... dat.... alle ruggegraten.... stonden... rechtstandig op... de ronde aarde... Had hij dat ergens gelezen... Waar? Waar? - Kon hij zichzelf dan niet dwingen tot gezellig, vergetend leven van een man die werkt en thuis zijn toffels aantrekt, zijn chamberloek, gelukkig is bij het kraakwitte tafelkleed, bij de pruttelende koffie... bij... bij... zijn vrouw. - Maar had hij - wanneer was het geweest - gister-eergisternacht, toen hij wakker werd in de donkere kamer, niet verschrikt geluisterd naar haar ademhalen... haar wangen bevoeld... om

[pagina 204]
[p. 204]

te weten dat zij er was... haar wakker gemaakt om met haar te... praten...

‘Jannie’...

Hij schrikte op.

‘Wàt is er?’

‘Er is niets, niets. Wat ben je toch kinderachtig.’

‘Ik voel dat er iets is. Waarom heb je zoo lang - met zulke groote oogen in het gas gekeken?’

‘Ach, malle meid!’

‘Jannie toe!’

‘Dáár, ben je nou tevreden?’

‘Nee, ik wil niet gezoend worden, als je geheimen voor me hebt!’

‘Er is heusch niks!’

... ‘Ik heb je oogen nog nooit zoo groot gezien.’

‘Je bent dwaas... Kom haak het rokje nou af.’

Ze geloofde hem niet. Was er iets op het kantoor gebeurd? Een onaangenaamheid. Ze werd ongerust.

‘Jannie is er heusch, heusch niets gebeurd... op kantoor?’

‘Nee snoetje.’

‘Geef me een zoen.’

Met de handen om zijn hals geslagen, drukte ze zich tegen hem an. Hij boog z'n hoofd wat neer. Vaag voelde ze dat ze hem troosten moest.

‘Hartje... vrouwtje... snuitje... wijfje’...

O, 't was dan toch niets, als hij d'r zóó zoende.

Maar toen ze opkeek, zag ze 't weer - zijn oogen, zijn groote oogen, die over haar hoofd heen keken naar een hoek van de kamer. Angstig, hokkend van schrik draaide ze zich om, met éen ruk.

‘Waar kijk je naar?’ vroeg ze rauw.

‘Hè, wat ben je nou opgewonden! Ik keek naar niks!... Je doe me schrikken.’

‘Jij mij ook,’ zei ze, terwijl ze begon te huilen, zacht als een kind.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken