Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schetsen. Deel 2 (onder ps. Samuel Falkland) (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schetsen. Deel 2 (onder ps. Samuel Falkland)
Afbeelding van Schetsen. Deel 2 (onder ps. Samuel Falkland)Toon afbeelding van titelpagina van Schetsen. Deel 2 (onder ps. Samuel Falkland)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (13.10 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schetsen. Deel 2 (onder ps. Samuel Falkland)

(1904)–Herman Heijermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 32]
[p. 32]

Trouwen.

Suus schilde aardappelen. De bak rondde in haar schoot, de emmer stond aan haar voeten. Telkens spatte het water tegen het paarse voorschort.

Anna, aan de overzij van de keukentafel, haalde boontjes af, knapperde ze in tweeën, wierp ze in het geëmailleerd steelpannetje.

‘Suus, 't is kwart over negen,’ waarschuwde ze.

‘Alle tijd,’ meende Suus.

‘Kom nou maar liever wat te vroeg dan te laat,’ drong Anna aan, ongerust.

Suus zette den bak op tafel, schudde het voorschort met vegende handen, begon voor den kleinen keukenspiegel de papiljotten uit het blonde haar te draaien.

‘Schil jij de aardappels terwijl af,’ zeide ze.

‘Jawel, jawel,’ knikte Anna.

De kam ging door het haar, wolde het op tot glanzig gepluim. Langs de ooren streek ze het glad, trok het verschoten jacquetje uit.

Dan met coquette beweeg, de bloote armen opheffend, handen zacht-van-gebaar, drukte ze sliertjes wat weg die nog wilden hippen uit 't haar.

En haar Zondagsch jacquetje van hel-pompadour trok ze aan, opstreelend de poffen der armen, netjes toeknippend de ijzeren oogen.

[pagina 33]
[p. 33]

‘'k Had me hande toch eerst maar gewassche’ -, knorrig zei Ant: ‘Zoò met je aardappelhande an je japon... 't Is zonde van 't goed... 't Is òp eer je je 't weet...’

‘... Hè-'k ze dan niet geveegd an me schort?’ -, zeide Suus met verwondring.

‘Nou já’ - zeide Ant.

Terwijl had Suus met stevig gewring de taillebanden gehaakt, knipte de haakjes en oogjes van de ceintuur - zwart van fluweel met een nikkelen gesp.

En haar Zondagsche hoedje zette ze op, tikjes slaand tegen het haar, dat het rustiger hield onder de bloemen.

‘Nou dan,’ zei ze kalm bij de deur: ‘en schil jij de aardappele af.’

‘Véel plezier,’ wenschte Ant met het mes in scherend gehaal langs de boonen.

‘As 'k terugkom breng 'k 'n dubbeltje taaretjes mee... Zet jij dan wat koffie,’ zei Suus met den knop van de deur in de hand.

‘Da's 'n idee... Met róóm hoor!’ riep Ant nog na in de gang.

Suus den rok gelicht wat omhoog, wandelde stil naar 't Stadhuis.

Het was een rustige dag, niet veel lawaai.

Om den hoek van de straat zag ze de klok der kiosk: ‘'k Heb alle tijd... Véél te vroeg’, dacht ze na: ‘die Ant jaagt 'n mensch toch zoo op’ -, en ze keek naar corsetten, zoo snoezig en chic met kanten, met zij héel gevoerd in een winkel van damesartikelen.

‘Hoe doèn ze 't 'r voor!... 't Is gewoon weg voor niks... Hè! Zòo'n corset... Wat 'n echt-Fransche chic... Van zwart satinet met zwart-zijjen kant en geel-zijjen lintjes... En niet dúúr ook, niet duur...’

[pagina 34]
[p. 34]

Ze liep verder op, étalages bekijkend, het làngst voor een winkel die uitverkoop had van overgeschoten lappen en stalen.

 

Maar zoo langzamerhand was 't tijd, kwart voor tien.

Op de gracht van 't Stadhuis stond Jan met z'n vrinden.

‘Net op mijn tijd,’ zei ze vroolijk.

‘Mooi weer,’ zei Koos na een poos, omdat niemand wat zei.

Jan was deftig in 't zwart, met een scheef zittend boordje en een veeg naast zijn neus.

‘Wat zie jij me vuil,’ zij Suus en haar zakdoek met speeksel benattend wreef ze hem schoon. Dan handig duwde ze weg een tip van den werkkiel, dien hij aan had gehouden onder de jas - om tijd te besparen. Zijn handen waren nog zwart van het werk.

‘'t Is toch maar làm,’ zei Jan: ‘dat je niet eens fatsoenlijk kan trouwe!’

‘Of je nou zóo trouwt of zùs,’ meende Bart: ‘trouwe is trouwe en 't is beter te weinig dan te veel - wat jij?’

Nou dàt was wel waar, maar lóllig was 't niet. In den winter wist je geen raad met je tijd en 's zomers kwam de eene karwei na de andre.

Nou, Piet die zou wel met Jan wille ruile. 't Was altijd beter je eigen baas te zijn, al was je maar baasje, dan je late koejeneere door 'n patroon, die zelf niks dee en de cente van z'n volk opvrat.

‘Nou maar,’ redeneerde Jan weer; ‘jij heb nou geen zorge nietwaar? En ik nou bijvoorbeeld?... As mijn karrewei niet klaar is voor Zaterdag krijg 'k boete in plaats cente.’

‘Maar jij verdient ook zooveel meer.’

‘O zoo,’ zei weer Koos.

[pagina 35]
[p. 35]

Jan presenteerde sigaren. ‘Steek ze niet op,’ adviseerde Bart: ‘je mot zoo daalijk naar binnen.’

‘Dan steek je ze bij je,’ zei Jan.

‘Nou maar ik steek 'm wèl op,’ zei Piet: ‘Je heb altijd tijd voor wat trekkies.’

‘En 'k heb 'n zàk vol,’ zei Jan.

Nou dan most de brand 'r maar in. Maar Bart de wijste der vijf dee 't niet en wel goed had hij gezien, want ze werden gewaarschuwd en nu moesten Jan, Piet, Koos en Gijs die nieuwe fijne sigaren weer afschrappen aan een stoeprand, waarmee je'n goeie sigaar bedierf, net zoo goed as die bedierf as die inbrandde.

Suus met Jan gearmd, kalm, en pratend met Koos, liep vooraan - de Woensdagsche trouwzaal binnen.

 

Weer buiten werd het nòg eens handen-geschud, gepraat over den ambtenaar die om Suus had gelachen, over 't komieke van zoo twaalf paar gelijk die elkaar gelijk de rechterhand hadden gegeven...

Suus in de kamgaren handschoenen hield het trouwboekje.

‘Nou gàuw 'n borrel, jongens,’ zei Jan en ze liepen 'n kleine herberg binnen, waar de mannen elk een klare bestelden en Suus 'n flessie citroen-limonade wou drinken.

En dan werd er geklonken: ‘Nou Jan...’ ‘Nou Koos...’ ‘Nou daar ga je...’ ‘Nou juffrouw...’ ‘Nou Piet...’ ‘Nou Bart...’

Uit de panden van de gekleede jassen - Gijs alleen droeg 'n colbert - haalden ze de sigaren met zwartgeplette stompen, rookten gemoedlijk.

Suus zat kalm op een stoel. De mannen hokten te zamen.

‘Nou sla 'm is om Gijs!’

[pagina 36]
[p. 36]

Jan gaf 'n tweede rondje. Ze proefden met slurpende lippen, kalmer nu drinkend en Bart tapte mopjes op den hoogen hoed van Piet, die niet recht op z'n hoofd wilde staan.

‘En nou komme jullie Zondag bij me, hoor?’ -, inviteerde Jan, en dan betaalde hij, kwamen ze buiten, zeiden elkaar goeien dag.

‘Dag Suus.’

‘Dag Jan,’ - ging Jan weer gauw aan het werk dat Zaterdag àf moest, waaraan hij 'n nacht nog moest zitte om klaar te kome.

Suus met 't papier in de hand, wandelde op door de Hoogstraat, stond hangerig stil bij de étalages.

... Wat-'n koopies toch... Je keek 'r je ooge bij uit... Katoentjes van negentien centen de el, die niet verschote in de wasch... 't Was te geef... te geef... En kijk me is an: boter van 20 en 25 en 40 cent 't pond... en een pond tòe... en Zaterdags nog 'n koek 'r bij... Zou me ook bóter weze... Wagesmeer in plaas van boter... Nou maar, die van 40 was bést, gebruikte Ant elken dag en je proefde geen onderscheid... Sjongen, sjongen wat goedkoop... Je zou zóo je laatste cent 'r an wage... beddelakens met breeje zoom van drie en 'n halleve el voor vijf gulden veertig de zes en de sloope van zes voor een rijksdaalder en hemde, kant en klaar voor veertig cent 't stuk... en wat-'n goedkoope handdoeke.... Sjongen, sjongen... Kijk is wat 'n keper... en wat 'n spotgoedkoope satijnstreep!...

En dan keek ze weer zoekend naar de uitstalling van 'n smid... Tweegaatsfornuize van zes gulden vijftig en ledekante van twee-vijfentwintig... 't Was 'n mirakel!...

En zeegras 't stel van éen zeventig... en gewatteerde dekens van éen zestig...

[pagina 37]
[p. 37]

En weder voor 'n slagerswinkel verderop, las ze de prijzen van osselappies, dertig cent 't pond en van gehakt voor 'n kwartje en van rollade voor vijf en dertig... Nou maar as dàt geen paardevleesch was...

Dan bleef ze staan voor een banketbakker, keek naar de taarten op witte schalen, taarten van geslagen room en konfituur, suikerboonen, kleingoed, kletskoppen, gebakjes, potten jam, en denkend aan de belofte kocht ze vier taartjes van twee-en-halve cent.

 

Ant zat nog rustig de aardappelen te schillen.

‘Zoo bèn je d'r al? Da's gauw klaar,’ zei ze, opkijkend.

‘Heb je koffie gezet?’

‘'t Water kookt... Nou vertèl is...’

‘Nou wat mot 'k vertelle?... D'r ware wel twaalf andere pare.’

‘Nou... en Jan?’

‘Nou, niks...’

‘Vroeg-die niks?’

‘Wie?’

‘Nou de burgemeester.’

‘De burgemeester die was d'r niet bij.’

‘Was-die 'r niet bij? En ware d'r mènsche?’

‘Nou dat schikt nog al...’

Ant zette koffie, Suus kleedde zich uit.

Op het bord lagen de taartjes, twee kleine droge met schilfers-amandel, een met een rood-konfituur oog, een met een kwakje gele gelei.

Ant nu gemaklijk slobberde koffie en Suus roerde haar kopje.

‘Welk taartje wil jij?’ vroeg Ant, de vier overkijkend.

‘Nou neem jij maar 't eerst.’

[pagina 38]
[p. 38]

‘Nee jij ben getróúwd. Jij het de keus.’

‘Neem jij nou maar eerst.’

En dan Ant met aardappelvingers diè met het kwakje gelei nam en Suus diè met het rood-konfituur oog en dan namen ze ieder nog een op den rand van hun bakje.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken