Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schetsen. Deel 2 (onder ps. Samuel Falkland) (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schetsen. Deel 2 (onder ps. Samuel Falkland)
Afbeelding van Schetsen. Deel 2 (onder ps. Samuel Falkland)Toon afbeelding van titelpagina van Schetsen. Deel 2 (onder ps. Samuel Falkland)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (13.10 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schetsen. Deel 2 (onder ps. Samuel Falkland)

(1904)–Herman Heijermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]

Liefdadigheid.

Moeder en Sara liepen op en neer voor het gesticht, télkens weer kijkend door de ramen der eetzaal.

‘Of ze 't hier goed hebbe!’ -, zei Sara: ‘'n rijkelui's-leven!... Kijk me is an.’

‘'t Lijkt wel een hòtel,’ meende de moeder.

‘'k Wou dat ik 'r 'n maand mocht logeere,’ knikte Saar: ‘'k heb 'r zoo daalijk 'n ziektetje voor over.’

‘Bezondig je niet,’ zei moeder.

Voor het hek keken ze aandachtig. De gordijnen hingen half neer voor de opengeslagen ramen. Er stonden twee lange net-gedekte tafels met hagelwitte tafelkleeden - een bord voor elk kind - een glas melk voor elk kind - een eierdopje voor elk kind - een ei voor elk kind - stapels gesmeerde boterhammen en krentenbrood op schalen in het midden. Aan het hoofd van de tafels waren armstoelen voor de verpleegsters. De grond was van helder wit hout met glanzend zand bestrooid. En de zon vriendelijk-schijnend door de ramen der achterzijde gaf een fond van jeugdige vroolijkheid aan de zaal, alsof een feestmaal wachtte.

Ze keken nog toen de directrice, een statige

[pagina 40]
[p. 40]

dame, haar binnenwenkte. Moeder beminlijk-lachend met véel lievigheid op het gelaat ging het eerst, Saar die de mand droeg, kwam na.

‘Nu wou ik u nog eens laten zien hoe 't kind is bijgekomen.... Kom er even in,’ zei de directrice vriendlijk, haar voorgaand door den langen corridor over den looper van purperen bloemen. In de kleine kamer waar ze geweest waren toen ze Esther brachten, zat het kind met rood-behuilde oogen.

‘Kom, groote meid,’ sprak de directrice met tact: ‘nièt meer huilen, hoor! Mag je huilen als moe je komt halen? Je komt toch 't volgende jaar weer terug, niet-waar?... Ga nu eens op de bascule staan.... Niet verwegen, hoor?.... Kijk eens aan!.... Wat zeg u er van.... Ze is twéé kilo en drie ons aangekomen.... Dat is knap niet?’....

‘Ja d'as 'n bóél,’ lachte moeder, verlegen.

‘Twee pond en drie ons,’ herhaalde Sara.

‘Twee kilo,’ verbeterde de directrice.

Er kwam een kleine verlegen stilte om 't afscheid.

Er moest iets gezegd, bedànkt worden, wat moeder verlegener maakte, maar de directrice met grooten tact, gewend om met ‘mindere’ menschen om te gaan, voorkwam 't.

‘.... Hier is haar pakje, juffrouw.... Nu maar goed op het kind passen en véel versterkende middelen.... Elken dag 's morgens en 's middags en 's avonds 'n halve kan goed gekookte melk minstens, en zooveel eieren als ze maar lust.... En vooral veel in de buitenlucht als er zon is, liefst tegen 'n uur of elf, twaalf.... En goeie wárme sokken....’

‘Jawel, jawel,’ knikte moeder verlegen: ‘'k mot u nog dùizendmaal, dùizendmaal danken voor de goedheid’....

‘O da's niet noodig.... Mevrouw Meyer zal

[pagina 41]
[p. 41]

ook 't volgend jaar wel aan u denken.... Hebt u nog meer kinderen?’

‘Nog vijf.... drie jongens, twee meissies en Esther da's zes.... D'r zussie begint ook last van klieren te krijgen..... 's Morgens en 's avonds zweet ze zoo verschrikkelijk’....

‘Zoo-zoo.... Wel da's niet plezierig’....

‘Zeg u dat wel.... Zeg u dat wel.... Kom Esther dank mevrouw nou is, hé?’

Maar het kind, leunend tegen een stoel, begon weer te snikken, zooals ze 't 's morgens gedaan had, toen moeder kwam.

‘Wat is dat nou?’ klaagde moeder: ‘Mag je zoo verwend zijn?... Heb-ie 't dan niet goed gehad?’

‘'k Wil hier blijve!.... hier blijve!’ - snikte het kind.

‘Kom, kom, Esther,’ zei de directrice: ‘niet huilen, hoor!.... Je ben twee maanden hier geweest, niet waar.... En er zijn nog meer zieke kindertjes, niet?.... En die willen allemaal weer gezond worden, niet?.... Ga nou zoet met moeder mee, dan mag je 't volgend jaar terugkomen hoor?’.... En buigend gaf ze 't kind een zoen op 't voorhoofd.

Esther liep in tusschen moeder en Saar, heviglijk snikkend. Er was nog een half uur tijd voor de tram ging en even wou moeder de zee zien. In het zand tegen een duin op kwamen ze te zitten, Esther nog stil, pruilend. Vaal stak het oude verlepte gezicht van moeder af tegen het gebruind snoetje van 't kind -, Sara's gezicht leek er geel bij.

‘'t Is hier wel om gezónd te worde, moeder,’ zei Saar.

‘Twee kilo en drie ons,’ rekende moeder: ‘hoe is 't gósmogelijk as je weet hoe ze d'r uit zag toen we d'r brachte.’

[pagina 42]
[p. 42]

‘Nou Esther je heb me 'n leventje gehad,’ lachte Saar om 't kind op te wekken.

‘Tot an 't end van me dagen,’ wenschte moeder.

‘Ze ziet 'r unbeschrieje goed uit,’ zei Saar: ‘hoest je nog Es?’...

‘Nee,’ knikte het kind.

‘Wil je wat ete?’ vroeg moeder, de mand opendoend, waarin dikke boterhammen waren - overgebleven van straks.

‘'k Hèb gegete,’ zei 't kind, zachtjes nog nasnikkend, zenuwhik door 't lijfje.

 

Maar de vreugd van het rijden in den trein, maakte het tongetje los, toen de locomotief had gefloten en het ijzer gegrom van de wielen onder den wagen kreunde.

‘Vertél nou is wat.... Es.... En wat at je 's middags?’....

‘O...,’ vertellend begon het kind, schitterend van oogen, ‘'s middags kregen we zoóveel... zoóveel... Eerst vleesch...’

‘Elke dag vleesch?’, informeerde Saar, het gele gezicht dicht bij den schijn van het raam.

‘... Elleke dag... èlleke dag,’ blufte Esther: ‘en aardappele en groente... en zóóveel as we maar woue... En dan rijst na in water... of gries... en eens, weet-u, toen de juffrouw jarig was toen-e... toen-e hebbe we taart gehad met sjelij... en om twaalef uur sjokola... En die juffrouw Anna die was zóo lief... zóo lief... Die vertelde van roodkappie en de prinses... En verleje week... toen-e... toen-e kwam de barbier en toen-e werd 't haar geknipt van Rachel en Betsy en van Rosette en van mijn...’

‘En kreeg-ie èlke dag om twaalef uur eiere?’ -. vroeg moeder, die de visie nog had van de lange

[pagina 43]
[p. 43]

gedekte tafels met het vele wit en de gezellige regelmaat der eierdopjes naast de borden.

‘... Eiere... en koek... en boterhammen en krentebrood en melk...’ verhaalde het kind... ‘en de juffrouw die at twéé eiere... Nou de juffrouw mag wel twee eiere hebben, nietes, moe?... En dan gingen we naar 't strand, allemaal met 'n emmertje en 'n schoppie en dan maakte we vestinge zóo hoog, nog hooger dan hier en de jonges die liepe met d'r bloote voete in 't water... maar ik mocht niet om me kliere, zei de juffrouw... en dan moste we 'n half uur gaan slape... gek, hè, moe?

... En we hadde allemaal 'n bed, heelemaal alleen...

... En, o moe, de meid die het is gespookt met 'n beddelaken en toen moste we zoo lache... want je zag wel dat 't de meid was... En die jongen van Roosie dat was zoo'n vieze, die dee nog in z'n bed net as Jacob... en dan zei de juffrouw: as je 't weer is doet zal ik 't an Sin-Nikolaas vertelle en toen dee-die 't wéer... en toen most-ie thuis blijve voor straf... en die Betsy is met d'r jurk in 'n plas gevalle... En die dokter was zoo'n aarige man... Die dee zoo gek... En dan most-ie hoore door 'n maschien hoe me aasem zat.... En dan zei-die diep-aseme... diep-àseme... En dat kriewelde zoo’...

‘En wat kreeg-ie 's morges?’ -, informeerde Saar, nieuwsgierig, zwakjes-afgunstig.

‘O... 's morreges moste ze allemaal in de zee... allemaal een voor een... eerst de meissies en dan de jonges’...

‘In de zee?’, vroeg moeder.

‘Ja maar ikke niet... ikke niet... De dokter zei dat 't niet goed voor me aasem was... maar Betsy en Rachel en Rosette en Anna... En dan

[pagina 44]
[p. 44]

mocht ik kijke... En dan krege ze jurrekies aan... En as we dan thuis kwamme atte we brood en melk... En die Simon die had met krijt op de muur geschreve: Rosette is 'n spinnekop... En toen was de juffrouw zoo boos... En as 't regende dan zatte we in de varandah en dan deje we blindeman en allemaal spelletjes...’

In Haarlem stapten ze uit om tante Serre op te zoeken, nu ze tóch op reis waren. 't Ging in één moeite door en zoo gauw was je niet weer uit Amsterdam weg. Eerst tegen den avond kwamen ze in de Jodenbuurt. Isaac zat voor de deur, slaaprig, moe. 't Werd een kort bekijken van 't kind. De buren van éen, twee, drie-hoog die moesten het zien, verwonderd over de pracht van een kleur die 't had. Er werd gepraat, geredeneerd over de twee kilo, drie ons, maar 't kind, moe, gewend aan vroeg-naar-bedgaan in die twee maanden was in slaap gevallen in de armen van Saar.

‘Leg jij d'r effen na bed, Saar,’ zei moeder, warm van de reis.

Saar sjokte de trap op, twee-hoog, doorliep het portaal waar een zoet-muffe stank was, deed open de deur. Bij het licht van de maan, die zwakjes de kamer doorzilverde, kleedde ze Esther uit, wier hoofd telkens loom glipte op zij.

Op het matras op den grond lagen David, Moos, Rebekka en Jacob.

Saar trok de deken wat weg, lei 't kind naast Jacob, die nijdig zich omdraaide en de deken weer stoppend om de lijfjes der vijf, ging ze naar beneden er over denkend dat het matras wat klein werd voor zes en David er wel weer af zou rollen, als zij er strakkies bij zou komen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken